Saariaho Festival – Deel 2 (Concert Recensie)

Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam – 15 maart 2025

Kaija Saariaho. Foto: Priska Ketterer

Een carrière als componist was voor de in 1952 geboren componiste Kaija Saariho lang geen vanzelfsprekendheid. In de uit 2023 stammende film ‘Echoes of the Universe’ van Ritta Rask horen we haar vertellen over haar studietijd aan het conservatorium in Helsinki, waar een aantal docenten haar zelfs geen les wilden geven, louter omdat ze een vrouw was. Ze zou immers snel gaan trouwen en dan zou er van componeren toch niets meer terecht komen! Een andere reden dat muziek niet direct voor de hand lag, was dat ze ook beslist talent had voor de beeldende kunsten. Maar de liefde voor muziek was net even wat sterker. De derde dag van het aan haar gewijde festival in het Muziekgebouw aan ’t IJ maakt wederom duidelijk dat dit een uitstekende keuze was. Na orkestwerken en strijkkwartetten, was het podium gisteren voor meer  kamermuziek in kleine bezetting en voor een viertal koorwerken. Voor het eerste programma droeg het onvolprezen uit Vlaanderen afkomstige Het Collectief zorg, samen met sopraan Liesbeth Devos, voor het tweede hoorden we het Helsinki Chamber Choir, onder leiding van Nils Schweckendiek. Daarmee stond gisteren dus ook de menselijke stem centraal.

En ook daar ging Saariaho creatief mee om, niet alleen in de liederen en de koorwerken, maar ook in haar opera’s. Die laatsten ontbreken volledig dit festival, iets dat helaas eigenlijk altijd het geval is. Alleen gisterenmiddag kwamen ze even voorbij in een rondetafelgesprek, met onder andere de Libanees / Franse schrijver Amin Maalouf die de nodige Libretti voor haar schreef, en zo een mooi licht wierp op het ontstaansproces van deze opera’s, te beginnen met ‘l’amour de loin’. Het was regisseur Peter Sellars die de twee eind jaren ’80 bij elkaar bracht. Maalouf had nog nooit een libretto geschreven maar zei direct ja. De componist Vasco Mendonça, een goede vriend van Saariaho, wijst er in dit gesprek op hoe goed tekst en muziek in deze opera met elkaar samengaan, mede door het vermogen van Maalouf om zich dienstbaar op te stellen: “I wrote the text with the thinking and feeling of Kaija”. Peter Sellars merkt verder op dat Saariaho’s werk altijd getuigde van een diepe innerlijke kracht, waarbij ze emoties geenszins uit de weg ging.

Het Helsinki Chamber Choir in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Foto: Oscar Zepeda.

En dat is zonder meer een understatement. In iedere noot van haar werk horen we terug dat haar muziek raakt aan diepere waarheden, gaat over wat het is om mens te zijn, met alle positieve en minder positieve kanten die daarbij horen. En ook al begrijpen we lang niet altijd precies wat ze wil zeggen, ze laat ons zonder meer voelen dat wat ze te melden van wezenlijk belang is. Om die gedachtewereld over te brengen gebruikt ze een opvallend rijke muzikale taal, waarin zowel akoestische instrumenten een rol spelen, als de menselijke stem – vaak ingezet als instrument, dus niet om tekst over te brengen – en elektronica. In de kamermuziekstukken vallen een paar stukken bijzonder op. ‘NoaNoa, voor fluit en elektronica’ als eerste, uitgevoerd door Toon Fret. Met een brede waaier aan technieken, waaronder praten door de fluit, sisgeluiden en het tikken met de vingers op het instrument creëert hij een opvallend spannend stuk. De elektronica wordt hier met name gebruikt om middels looping het geluid van die fluit extra lagen te geven. Met ‘Petals, voor cello en elektronica’, uitgevoerd door Martijn Vink verwijst Saariaho naar haar strijkkwartet Nymphéa dat gisterenavond klonk, ook hier vinden we die ritmische klankwolken. ‘Die Aussicht’ en ‘Mirage’ zijn prachtige vocale stukken waarin Het Collectief op prachtige wijze Devos begeleidt. Met name dat ‘Mirage’ valt op, gebaseerd op een sjamaans gezang.

Aan de koorwerken hoor je goed dat de muziek van Saariaho gedurende haar leven steeds vaker een boodschap mee kreeg. Bestaat de tekst van haar eerste, het uit 1979 stammende ‘Suomenkielinen sekakuorokappale’, nog louter uit Finse voornamen, in haar laatste stuk ‘Reconnaissance’, op een tekst van haar zoon Aleksi Barrière, staat ze stil bij de wijze waarop we ons leefmilieu verwoesten en als het aan Elon Musk ligt, straks ook nog dat van Mars. Dat eerste stuk is dan ook vooral leuk, mede dankzij alle vocale kunstgrepen die Saariaho hier hanteert en de wijze waarop ze muziek met theater combineert. Dit terwijl het er in ‘Reconnaissance’, het stuk kwam hier reeds eerder voorbij, natuurlijk veel serieuzer aan toe gaat. Tussen deze twee in klinken ‘Nuits, Adieux, voor koor a cappella’, uit 1991/96 en ‘Tag des Jahrs, voor gemengd koor en elektronica’, uit 2001. Het eerste droeg ze op aan haar oma, het tweede aan haar moeder. Vooral het eerste stuk valt op door een prachtige combinatie van ingetogen klanken en dynamische expressie. Juist doordat dit stuk voor een a cappella koor geschreven is, valt op hoe veel gevoel Saariaho had voor de menselijke stem. De elektronica voor ‘Tag des Jahrs’ op een tekst van Friedrich Hölderlin, maakte ze samen met haar man Jean-Baptiste Barrière en vormt een prachtig geheel met de gezongen tekst.