Aan Occupied Head, het alias van de uit Duitsland afkomstige Dieter Mauson, besteedde ik hier eerder aandacht, evenals aan het duo 7697 Miles, dat hij vormt met de Chileen Cristóbal Rawlins – de naam van het duo is het aantal mijlen dat ze van elkaar verwijderd zijn. Daar kwam ook zijn samenwerking met de Griekse componist en musicus Dimitris Tsironis aan bod, werkend onder het alias melophobia. Van alle drie kwamen afgelopen jaar nieuwe albums uit die hier, in het licht van de aandacht voor experimentele elektronica, een plek moeten krijgen. Solo bracht Mauson ‘Holometabolous’ uit en in samenwerking met melophobia verscheen ‘Zeitharmonien’. Beiden zijn als download verkrijgbaar bij het in Ivoorkust gevestigde nostalgie de la boue. ‘Meli’ van 7697 Miles tenslotte verscheen bij Wet Dream Records.
Dieter Mauson begon zijn muzikale carrière ooit, begin jaren ’80 als bassist binnen de alternatieve popmuziek. Eind jaren ’80 schakelde hij over op elektronische muziek. Tussen 1995 en 2009 lag zijn muzikale carrière stil wegens privéomstandigheden, waarna hij de draad weer oppakte waar hij gebleven was en in 2011 begon met Occupied Head. ‘Holometabolous’ bestaat uit acht delen, een smaakvolle compositie met een meditatief karakter. In het eerste deel krijgt dat gestalte in wat duistere klanknevels, waarna er gaandeweg wat ritmiek in kruipt. Ritmiek die verder wordt ontwikkeld in het tweede deel, middels vreemdsoortig stuwende klanken en een mooi contrast vormt met die klanknevels. Vliedende nevels in het derde deel, waarmee Occupied Head op bijzondere wijze spanning weet te creëren. Het vierde deel klinkt, mede door die trage ritmiek, wat minder zwaar op de hand, een deel dat duidelijk door ambient geïnspireerd is. Iets dat overigens nog sterker geldt voor de fijnzinnige delen vijf en zes. In het zevende deel krijgt de muziek weer vaart, met een klankpatroon wat wel wat doet denken aan die oude computerspelletjes. Tot slot klinkt weer die fijnzinnige ambient, middels klanknevels en meeuwen.
‘Zeitharmonien’ is nog subtieler. Opener ‘Harmonic Oscillations in the Void of Thought’ bestaat aanvankelijk uit een uiterst ingetogen en soms zelfs nauwelijks hoorbaar klankpalet. Pas verderop neemt het volume wat toe. ‘There Are the Celestial Sirens, those Ethereal Accords of Interstellar Dust’ leert ons dat dit een vrij abstract album is, opgebouwd uit veldopnames en elektronische geluiden. We horen de krekels in de avondlucht – de hoes is perfect gekozen – te midden van de stilte. ‘Chaos Theory Serenade’ heeft wat meer structuur en een bescheiden, vrij gestage ritmiek, geflankeerd door wat duistere klanknevels. Dat geldt nog sterker voor ‘Time Harmonics in Flow’ en ‘Mechanical Creatures of a Synthetic Eden’, waarin het allemaal heerlijk voortkabbelt, ambient op zijn best. ‘Midnight Stardust beyond All Urban Echoes in a Fractal Universe’ breekt daar weer radicaal mee en brengt ons weer terug naar die abstracte klankwereld waar dit album mee begon. Bijzonder zijn verder drie korte stukken, het langste duurt iets meer dan een minuut, aangeduid met een steeds langer wordend streepje, alleen hier overheerst de ritmiek echt.
Aanstekelijke ritmiek direct in ‘Tinkukamuy’, de opener van het alweer vierde album van 7697 Miles, ‘Meli’, Dansbaar, enigszins opzwepend zelfs en met een duidelijk tribaal karakter. En mooi hoe het tegen het einde van dit stuk geleidelijk van karakter verandert, de dans valt vanzelf stil. In ‘Allinyakuy’ kiezen de twee een ander pad, hier overheerst diezelfde ietwat introverte klankwereld als op de andere twee albums die hier centraal staan, alleen is de muziek door al die bliebjes en plopjes wel wat lichter van toon. In ‘Choique Purrun (reantü mix)’ keren we weer terug naar de ritmiek, overigens in een wat hoger tempo. En klinkt hier de muziek van de inheemse volkeren van dit continent in door? Zo komt het in ieder geval op mij wel over. Bijzonder is dat op twee derde van het stuk de ritmiek volledig stilvalt, we voor heel even in een hier totaal niet passende klanknevel belanden, waarna de twee een nieuwe, al even verslavende ritmiek kiezen. Die vervolgens op dezelfde wijze eindigt. In ‘Maychuch Kaq’ heeft de ritmiek een wat slepend karakter, heel anders dan in het vorige stuk, waarna we met ‘Unu Killa’ weer op meer bekend terrein belanden. Hier kan en mag op gedanst worden. We eindigen met het vrij lange ‘Cobquecura (aling mix)’. Een vrij ingetogen stuk met een slepende ritmiek, een mooi en rustig einde van een opvallend pittig album.
Alle drie de albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: