Kit Downes – Dr. Snap / Kika Spragers large Ensemble – (In)finity (CD Recensie)

Naar aanleiding van de duo EP ‘Mirage’ van saxofoniste Kika Sprangers en pianist Kit Downes, die hier recent voorbij kwam, maak ik even een uitstapje naar twee redelijk recente albums van deze twee musici. En qua bezetting vormen beiden het tegenovergestelde van dit duet. Downes werkte voor zijn in de Reflex serie van Bimhuis Records verschenen ‘Dr. Snap‘, natuurlijk live opgenomen in het Bimhuis, met een tentet, bestaande uit piano, vier blazers, gitaar, contrabas en maar liefst drie drummers en Sprangers voor het bij Dox Records uitgekomen ‘(In)finity’ met een band van vergelijkbare grootte. Naast ook hier vier blazers, waaronder Sprangers, piano, contrabas en drums treffen we hier vier vocalisten aan.

Dr. Snap is een heerlijk dynamisch album geworden, waarin we een veelvoud van muzikale stijlen terug horen. ‘Children with Pitchforks’ begint met een patroon op fluit van Ketija Ringa Karahona, waarna we al snel de grote invloed van de percussie gewaarworden (Sun-Mi Hong, James Maddren en Veslemøy Narvesen), op een album dat toch primair draait om ritme. In dit eerste stuk is die ritmiek van het springerige soort, met duidelijke Latin invloeden. In ‘Full Dress’ horen we mooi de invloed van funk, onder andere middels de groove van bassist Petter Eldh. Heerlijk vette solo’s van Robin Fincker op tenorsax en van Downes zelf zijn hier prima op hun plaats. En bijzonder zoals de dynamiek hier ineens volledig stilvalt en de band overschakelt op een experimentele klankwereld. Een experiment dat zich doorzet in het ingetogen ‘Mirror’. Het is de solo van Eldh, aan het begin van ‘Familiar’ gevolgd door Downes’ bijdrage die er weer structuur in brengt, gevolgd door boeiende patronen van de blazers, naast Karahona en Fincker zijn dat Ben van Gelder op altsax en Percy Pursglove op trompet. Gitarist Reinier Baas sluit hier met krachtig spel mooi op aan. Downes horen we nagenoeg solo, met luisterrijke, bijna klassiek aandoende klanken in ‘Interlude A’. En bijzonder hoe ook hier langzaam de abstractie zijn intrede doet. Het al even ingetogen ‘Pantheon 4’, geen idee waar die delen één tot en met drie gebleven zijn, begint weer met de klanken van de fluit, nu in combinatie met de altsax. En ook hier speelt de ritmiek weer een grote rol, alleen nu van het lome soort. Baas is goed te horen aan het begin van ‘Dimitrios in 64’, met bijzonder experimenteel spel en de klankwolk van de blazers aangenaam kruidend. Dan zijn de slagwerkers en de contrabas aan zet met wederom een stomende ritmiek, iets waar Pursglove met veel experiment ruimschoots gebruik van maakt. ‘Snapdraks’ vangt aan met spel op de bekkens, experimenteel spel en wederom de trompet. En tegen het einde van dit relatief lange stuk is het wederom de fluit die opvalt. Nog twee vrij korte stukken volgen, in ‘Interlude B’ horen we Downes, begeleid door ingetogen slagwerk en in ‘Pitchfork Reprise’ maakt de band tot slot de cirkel rond door terug te keren naar de muziek waar het mee begon.

Vocalen, we horen Anna Serierse, Nina Rompa, Marit van der Lei en Līva Dumpe zijn allesbepalend voor ‘(In)finity’ en dus openen ze met woordloze zang in het verderop aanzwellende ‘Winter’. Een kort maar stemmig stuk. Aansluitend klinkt ‘Nothingness’, de ingetogen ritmiek van Willem Romers achter de drums valt hier op, samen met het intro van Sprangers zelf. Verderop klinken ook de andere blazers, met ook hier Karahona op fluit, Alistair Payne op trompet, Morris Kliphuis op de hoorn en Mete Erker op saxofoon en basklarinet. Pianist Koen Schalkwijk opent het al even ingetogen ‘I’m Leaving’, een conform de titel wat melancholiek stuk. Mooi ook hier die wederom sfeervolle vocale klanken. Verderop is de melodie voor de blazers, Sprangers voorop met veel gevoel voor de melodie. Het is een vrij ingetogen album dit ‘(In)finity’, zelfs als er sprake is van stevige ritmiek, bijvoorbeeld in ‘Reflections’, waarin we Romers uitgebreid horen soleren en Sprangers zelf al even krachtig te horen is, valt de gelijkmatige ondertoon op. ‘Lamias’ past dan ook perfect in het bovenstaande, prachtig hoe de voltallige band hier samen een indrukwekkende klanknevel optrekt, waarin pas verderop wat variatie komt. Overigens vormt dit stuk ook een mooi voorbeeld van de wijze waarop Sprangers optimaal gebruik maakt van alle klankkleuren die ze tot haar beschikking heeft. ‘De dagen na de dag’ kent duidelijke blues invloeden, een heerlijk loom stuk met een prachtig intieme solo van Sprangers. ‘When Snowflakes Fall’ kent dan weer wat meer dynamiek, met krachtige blazers lijnen, versterkt met de vocalen en verderop een sterke solo van Schalkwijk. Sprangers opent solo en kraakhelder ‘Lunar’ op altsax. Dan klinken vanuit de verte de vocalen, haar bewegingen prachtig ondersteunend. Het meest ritmische stuk op dit album is zondermeer ‘Labyrinth’, met ook in dit geval weer een grote rol voor de vocalen en een krachtige solo van Erker. En prachtig dat duet van Payne met Romers. Terug naar het ingetogen werk, ‘Mind’s Eye’, Sprangers op sopraansax, mooi begeleid door een repetitief motief van Schalkwijk en gaandeweg de rest van de band die verder invulling geeft aan dit meeslepende stuk en er ook weer dynamiek in brengt.

Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: