Concertgebouw (NTR ZaterdagMatinee), Amsterdam – 21 december 2024
Olivier Messiaen, bij wie ik de afgelopen dagen uitgebreid stilstond, speelt ook een grote rol in dit concert van het NTR ZaterdagMatinee, dat natuurlijk eveneens, zo vlak voor de kerst, een sterk religieuze lading heeft. Is het absolute hoogtepunt zonder enige twijfel de Nederlandse première van David Lang’s aangrijpende ‘poor hymnal’ door het Nederlands Kamerkoor, onder leiding van Peter Dijkstra, we beginnen met Messiaen zef en wel met ‘Prière du Christ montant vers son Père’, het laatste deel uit ‘L’Asencion’, hier in de versie voor orgel, bespeeld door James McVinnie. Verder klinken ‘Quatre petites prières de Saint François d’Assise’ van Francis Poulenc en ‘Messe des pauvres’ van Erik Satie.
Dat vierde deel van ‘L’Ascension’, klinkt voor Messiaens doen, bijvoorbeeld in vergelijking met ‘La Nativité de Notre Seigneur’ dat gisterenavond in het Orgelpark klonk, opvallend ingetogen. Mooi ook om de klank van het orgel in deze grote zaal, zittend op het achterbalkon, te vergelijken met die van het veel intiemere Orgelpark. Hier vullen de ingetogen klanken zeer geleidelijk de ruimte. Lang aangehouden klanken die Messiaen op prachtige wijze met elkaar verweeft tot één geheel. Was Messiaen al sinds zijn tienerjaren diep gelovig, bij Poulenc kwam dat geloof, nadat hij als kind religieus was opgevoed, pas op latere leeftijd weer tot uiting. Maar niet op die dogmatische wijze die we van Messiaen kennen. Het is één van de redenen waarom het tussen deze tijdgenoten nooit echt boterde, al hadden ze zeker waardering voor elkaars werk. Dat ‘Quatre petites prières de Saint François d’Assise’ – ze deelden dus ook de waardering voor deze heilige, waar Messiaen zijn enige opera, ‘Saint François d’Assise’ aan wijdde – maakt echter duidelijk dat het verschil zeker ook in de stijl zat. Waar Messiaens werk nogal eens leidt aan dramatische overdaad, iets, waar zoals uit de boeken over Messiaen blijkt, ook de critici over vielen, is die van Poulenc van een grote eenvoud en puurheid. Het louter uit mannen bestaande deel van het Nederlands Kamerkoor slaagt er zonder meer in de essentie van dit prachtige stuk, volledig zonder franje of opsmuk, naar voren te brengen. Met het diep doorleefde ‘Tout puissant, très saint, très haut’ en het meeslepende ‘Seigneur, je vous en prie’ vertolken ze Poulenc op grootse wijze. Van Satie naar Messiaen loopt er ook een lijntje, want hij was het die deze nooit voltooide mis in 1939 in première bracht in de Église de la Sainte-Trinité waar hij titulair organist was. Veel had Satie niet klaar toen hij er in 1895 mee stopte, maar mooi is wat we hebben beslist en opvallend ritmisch, iets dat Messiaen wel aangesproken zal hebben.
‘Messiaen in Context’ maakt mooi duidelijk dat Messiaen in de VS al vrij snel een zeer populaire componist was. Zo componeerde hij één van zijn meest bekende werken, de ‘Turangalîla-symfonie’, in opdracht van dirigent Serge Koussevitzky en het Boston Symphony Orchestra. Ook Lang stelt door Messiaen beïnvloed te zijn en dan met name door zijn aandacht voor ritme en harmonie, iets dat we in dat prachtige ‘pour hymnal’, vorig jaar gecomponeerd, bijzonder goed terughoren. Een bijzondere compositie waarin Lang in veertien delen op zoek gaat naar de kern van iedere religie: liefdadigheid, medeleven en empathie. En dat doet hij op zo’n manier dat je als luisteraar wel mee moet gaan in zijn gedachtewereld, iets waar deze schitterende uitvoering door het Nederlands Kamerkoor zeker aan bijdraagt. We beginnen met een eigen tekst waarin Lang refereert aan de zwervers in zijn woonplaats New York: “I saw a man / I saw a poor man / I saw a poor man / fall”. Het zijn de laatste woorden van dit door een sopraan gezongen eerste deel, een deel dat helemaal tegen het einde, als het dertiende deel, terugkomt, maar dan gezongen door het koor en waar direct al op een bijzonder intense wijze dat mededogen in doorklinkt. Want daar moet je eigenlijk wat mee, dat weet u net zo goed als ik, maar wat we meestal doen is doorlopen. Lang weet dat, het geldt ook voor hem, het zesde deel luidt niet voor niets ‘I know I should’. In de delen daarvoor heeft hij vurige kooltjes op ons hoofd gestapeld, met name middels Bijbelteksten, bijvoorbeeld die van Jezus uit het boek Mattheüs: “I was the stranger”/ I was the least of us / I was the stranger / you took me in”. Niet dus, we laten vluchtelingen liever verdrinken in de Middellandse zee. En Assat zat nog in het vliegtuig op weg naar Moskou toen we en masse overal in Europa de asielprocedure voor Syriërs al on hold zetten. Wat Lang heel mooi doet is de ritmiek van de taal inzetten. In dat ‘I know I should’ bijvoorbeeld, maar ook in ’take nothing with you’, met het “take nothing” en verderop met het woordje “neither”. Prachtig ook die vier coupletten in ‘Things that never fail’, deel twaalf’, gebaseerd op Paulus’ eerste brief aan de Korintiërs over liefde, waarin de dynamiek heel geleidelijk oploopt. Een wonderlijk mooie compositie die een ieder die het hart op de juiste plek heeft aan het denken zou moeten zetten: “I should be there when someone calls on me for understanding”. Een prachtige kerstgedachte.
Zoals altijd is het concert hier te beluisteren.