De in 2017 overleden Pierre Henry geldt als één van de grondleggers van de elektronica in de hedendaagse gecomponeerde muziek. Twee recente albums laten echter zien dat die vernieuwing bij Henry geenszins ten koste ging van de traditie. Voor het bij Harmonia Mundi verschenen ‘Carnet de Venise’ zocht hij aansluiting bij Claudio Monteverdi en met ‘La Deuxième Symphonie’, uitgebracht door Outhere’s Alpha bedoelde Henry de tiende van Ludwig van Beethoven.
Henry schreef ‘Carnet de Venise’, dat hiermee voor het eerst wordt uitgebracht, in 2002 voor het festival La Folle Journée de Nantes, wat dat jaar de muziek van Italië als focus had. Met Henry brengen we een bijzonder bezoek aan Venetië. In ‘Arrivée’ horen we allereerst Monteverdi’s madrigalen. Wat daarna gebeurt zal menige liefhebber van de Renaissance muziek een gruwel zijn, heiligschennis van een groot componist: de zangeres wordt ruw onderbroken door veldopnames van water waar een schip doorheen klieft, gevolgd door het klinken van een scheepshoorn. Tussendoor horen we de harmonische structuur van het madrigaal, als een schaduw. En zo vangen we de wandeling door de stad aan.
De madrigalen van Monteverdi worden door Henry vermengd met opnames van instrumenten, veldopnames en elektronische klanken, tot een naadloos, eigenlijk heel natuurlijk aandoend geheel. Simpel maar prachtig zoals hij in ‘San Giorgio’ de zang vermengt met het geluid van de kerkklokken. Henry’s muzikale wereld levert daarnaast een zekere spanning op, zijn Venetië is zeker niet de stad van de romantische reclamefolders. We horen eigenlijk vooral vergane glorie, afbrokkeling, vervreemding en een gevoel van melancholie. Neem het geluid van de gondel in ‘En Gondole’ dat bij mij vooral associaties met het gejank van gekooide wilde dieren oproept.
In ‘Le Dixième Symphonie – Hommage à Beethoven’ gaat Henry veel verder met de incorporatie van oude muziek in die van hemzelf. Dit stuk bestaat namelijk louter uit noten en groepen van noten uit Beethovens negen symfonieën. Het enige dat Henry toevoegt is een nieuwe rangschikking van die noten. Het stuk ging in 1979 in première voor magneetband, waarna nog twee andere versies volgden. Henry schreef echter ook een versie voor drie orkesten en twee koren die, het zal u niet verbazen, nooit is uitgevoerd. Tot november 2019 dan, want toen brachten in het Cité de la Musique van de Philharmonie de Paris, het Orchestre Philharmonique de Radio France, het Orchestre du Conservatoire de Paris, het Choeur of Radio France en Le Jeune Chœur de Paris, onder leiding van Pascal Rophé, Bruno Mantovani en Marzena Diakun dit stuk in première. En het is deze uitvoering die we op dit album, een hoogtepunt in de discografie van Henry, terugvinden.
Als Henry bij Beethoven had kunnen studeren, had hij dat waarschijnlijk wel gedaan. Hij zei ooit dat hij van het bestuderen van diens partituren meer had geleerd dan van zijn studie bij Olivier Messiaen. Die liefde vinden we teug in deze a-typische, uit acht delen bestaande symfonie een werk van Beethoven en toch ook weer niet. Continue zet Henry de luisteraar hier op het verkeerde been, want op het moment dat je een frase herkent, lost die op in iets dat daar totaal niet past. Een soort van doorlopende kortsluiting is het gevolg. En toch is het in alles Beethoven, in dit stuk zit geen seconde elektronica, geen seconde moderniteit, alles ademt het begin van de negentiende eeuw.
Beluister ‘Carnet de Venise’ via Spotify:
En krijg hier een beeld van ‘Le Dixième Symphonie – Hommage à Beethoven’: