Francisco López begon zijn carrière als musicus in de wereld van elektroncia, geluidskunst en veldopnames half jaren ’80 van de vorige eeuw. Inmiddels is hij uitgegroeid tot één van de meest belangrijke actoren in dit genre, getuigen ook zijn enorme catalogus aan samenwerkingen, projecten en albums. Opvallend daarbij is dat López niet over een vaste platenmaatschappij beschikt waar hij zijn albums uitbrengt. De zes albums bijvoorbeeld die vorig jaar en dit jaar verschenen, kwamen uit bij zes verschillende labels. Eén van die uitgaves, ‘Untitled (2019)’, verscheen bij Esc.rec.
De term ‘Untitled’ duikt vaak op in het werk van Lopez. In plaats van namen te geven aan zijn stukken duidt hij ze vaak aan met dit woord, gevolgd door een nummer. Zo bevat dit album de nummers 371 tot en met 379. Er is wat voor te zeggen, López vertelt immers geen verhalen middels zijn muziek, dus waarom zou je er dan een naam aan geven? Klanken dat is waar het om gaat. En die haalt hij overal vandaan. Soms gaat het om veldopnames die hij zelf heeft gemaakt, soms om elektronische geluiden, soms ook om delen uit reeds bestaande stukken die hij in een andere context plaatst.
Tegendraads als López is, begint dit album met nr. ‘375’. Een hoge, vrij zacht klinkende sinusgolf, gevolgd door aanzwellende golven industrieel aandoende ruis, die López verderop lardeert met morse signalen. Ook in ‘377’ staat het industriële proces centraal. Het heeft verdacht veel weg van het geluid dat behoort bij een hogedrukreiniger. Van nr. 371 weten we dat López het materiaal opnam in 2012 op Borneo. Mooi is wel dat ook hier, net als in alle andere stukken op dit album, het repetitieve element centraal staat.
En dan komen we direct op een kenmerkend aspect van de muziek op dit album, of feitelijk in het werk van deze componist en musicus. López gebruikt steeds weer slechts één dominant patroon, vaak opvallend sterk verdicht qua klank, dat hij tot in alle finesses uitwerkt. Ieder stuk kent daarbij nauwelijks een begin en al helemaal geen eind. Midden in de turbulentie breekt López de stukken telkens af. Inmiddels zijn we bij nr. 374 aanbeland, een stevige storm op zee, althans dat is de associatie die ik erbij heb.
Nr. 372 lijkt aanvankelijk een wat vreemde eend in de bijt, het begint met een geluid wat veel wegheeft van koorzang, maar schijn bedriegt. ook in dit stuk, oorspronkelijk geschreven voor de film ‘Aerobiome’ van Evelina Domnitch en Dmitry Gelfand, staat verder een zelfde type geluid centraal. Nr. 373 bevat eveneens veldgeluiden, afkomstig van het Mmabolela Park in Zuid Afrika. Naast krekels horen we hier het knetteren van hout dat je op een vuur gooit, tot het onweer losbarst en het knetteren vanzelf stopt. Het contrast met het zeer zachte nr. 376 is groot. We horen de wind en zachte ondefinieerbare klanken – een vogelbroedgebied? Het heeft er veel van weg. In het laatste stuk, nr. 378 zet López de zaak weer flink op scherp. Qua sfeer benadert dit de wereld van doom metal. Een album van uitersten afsluitend.
Het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: