De titel klinkt als die van een spannend jongensboek, maar het gaat hier om het zesde album van Plan Kruutntoone. Dertig jaar bestaan ze inmiddels, maar voor mij is deze band rondom Hansko Visser volstrekt nieuw. En ik blijk niet de enige, zo weet ik na het lezen van een interview met Visser in nr,. 158 van Gonzo (Circus). Het is dat ik contact heb met Esc.Rec, waar dit nieuwe album verscheen, een samenwerking met pianist Reinier van Houdt, anders was Plan Kruutntoone nooit tot mij doorgedrongen.
Een aantal jaren geleden stond Visser vroeg in de ochtend ergens in Nederland te wachten op een station. Verderop stond een zwerver, pratend in zichzelf met in zijn hand een plastic tas met daarop de zin geschreven: “pas maar op, want deze tas is van zorro.” Visser vertelt het aan Peter Bruyn in het hierboven genoemde interview en zegt aansluitend: “Dat vond ik zo sterk, dat vertrouwen in je eigen mogelijkheden.” Ah, vandaar dat deze band nog steeds bestaat en dat Visser er daarbij niet om maalt of hij ook gezien en gehoord wordt. Wat overigens niets zegt over de kwaliteit, maar laten we niet op de zaken vooruit lopen.
Een duidelijke pianopartij, bijna klassiek van snit kenmerkt ‘olympisch comite’, een partij die op alle mogelijke wijzen door het trio dat Plan Kruutntoone vormt (Bas Alblas, Chris Muller en Hans Visser) wordt gedwarsboomd. Dan horen we in ‘gaten vallen’ zeer intieme, bijna sprookjesachtige klanken en begint Jurgen Veenstra, de tweede gast op dit album, het verhaal dat dit werkstuk draagt: “een onaangekondigde inspectie van het instituut ‘luid en duidelijk”. De muziek zwelt aan, de surrealistische tekst overschaduwend. Visser, die altijd zijn inspiratie elders haalt, putte voor dit stuk uit Igor Stravinsky’s ‘L’Histoire du Soldat’.
Onrustig gehamer op de pianotoetsen, gitaarwerk in de sfeer van Sonic Youth en dan is het weer stil en klinken enkele losse gitaarslagen in ‘nee, zo niet’ en vervolgt Visser zijn verhaal – helaas bevat het album geen teksten. Dan doorsnijdt het meest rauw denkbare gitaarspel de rust, ontregelt de zinnen. In ‘aardrijkskunde (spielberg)’ wordt muzikaal verder gebouwd op ‘olympisch comite’, weer dat bijna klassieke, ietwat houterige pianospel, weer die zeer creatieve erupties van het drietal: onbestemde geluiden. Langzaam gaan we over in het al even onbestemd klinkende ‘brief (gereedschap)’ en gaat het verhaal verder, nu uitgesproken door Margijn Bosch. Indringend gitaarspel op de achtergrond. Veenstra horen we weer in ‘Rosa’, met als begeleiding vreemde, staccato klanken. Aansluitend weer zo’n intiem klankmoment, een enkele gitaaraanslag, een paar trekken aan een bassnaar.
Aansluitend wordt er flink geklust, althans zo klinkt ‘voorwerpen’ en strooit Van Houdt wat klanken in het rond. Dan vouwt Bosch een brief open, ‘brief (borgmeren)’ en begint weer voor te lezen, begeleid door een enkele klank. Prachtige zinnen ook in ‘zorro (psalm)’, te veel om hier te citeren, maar regelrechte poëzie. Een hortend en stotend ritme, van blues doordrenkt gitaarspel en een stem die zegt: “angst is niet reëel!” Gevolgd door het uitspreken van de prachtige titel van dit weerbarstige, bij vlagen rauwe, maar hechte en onverwacht sterke kunstwerk, dat nog vele luisterbeurten mee kan. Plan Kruutntoone heeft er een fan bij!
Het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: