Het hoofdinstrument van de Griekse componiste en musicus Fani Konstantinidou is de computer. Op ‘Winter Trilogy’ vult ze dat aan met de klanken van een accordeon, gevonden in haar ouderlijk huis in Griekenland en op ‘The Big Fall’ met dat van de analoge synthesizer waar ze hier in Nederland mee in aanraking kwam, het land waar ze sinds tien jaar woont. Beide stukken kwamen onlangs op Cd uit bij het onvolprezen Moving Furniture Records.
Het gaat Konstantinidou om de kracht van het geluid, iets dat direct duidelijk wordt in het eerste deel van de ‘Winter Trilogy’, getiteld ‘Before the Winter’. Een stevige, duistere drone overrompelt ons, gaandeweg sijpelen er lichtere, hogere klanken doorheen. Je hoort de accordeon, maar de wijze waarop deze klanken verweven zijn met die van de computer, maakt onderscheiden vrijwel onmogelijk. Het barre weer, iets dat we gewoon zijn in de winter, speelt middels veldopnames een rol in het middendeel ‘Winter’. En ook hier is het de drone die onze aandacht trekt, iets dat ook geldt voor het slotdeel ‘After the Winter’. Veel verschil zit er tussen de drie delen niet, ook in die zin is het duidelijk een trilogie.
‘The Big Fall’ begint met ‘Rise’. Ook hieraan ligt een drone ten grondslag, maar Konstantinidou kiest hier voor meer afwisseling in het gruizige geluid, terwijl ze er verderop een diepe bas onder schuift, iets dat de spanning verder opvoert. Dan voegt ze een puls toe waarbij ze het tempo steeds verder opvoert tot die puls bijna zelf een drone wordt. Abrupt schakelt ze over op ‘Fall’, al even duister en ongenaakbaar. De drone die hierop volgt heeft onmiskenbaar iets mechanisch, passend bij het werken met een computer en een analoge synthesizer. Tot slot klinkt ‘Rise Again’ met een geluid dat wel iets weg heeft van klokgelui. En ook nu voegt Konstantinidou daar weer andere lagen aan toe, tot één magisch klinkend geheel. Intussen loopt de spanning verder op, iets dat dit slot van ‘The Big Fall’ tot het meest pregnante stuk van het album maakt.
De twee trilogieën hebben beiden duidelijk hun eigen karakter, al zijn er ook zeker overeenkomsten te noemen. Konstantinidou’s liefde voor klank is er één, haar geneigdheid naar het duister is een andere. Beiden ontstonden over een periode van vier jaar, tussen 2015 en 2019, waarin Konstantinidou de muziek ook live ten gehore bracht. Werk, met andere woorden, dat gaandeweg is gegroeid in intensiteit en complexiteit. Je hoort het er direct aan af.
Het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: