Twee jaar geleden betoonde ik mij zeer enthousiast over ‘Exil 3 (Das Leben des Emigranten Edvard)’ van Vinko Globokar, verschenen bij NEOS. Een zeer actueel stuk over het leven van een immigrant, iets dat Globokar zelf al zijn hele leven is. Nu ligt er een nieuw album met zijn muziek, ‘Les Soliloques décortiqués’, uitgebracht door Kairos, bevattende drie stukken uit de jaren 2012 tot 2016, twee daarvan worden gespeeld door het BIT20 Ensemble, onder leiding van Globokar zelf en één is een solostuk voor kunstenares Alwynne Pritchard.
Uit een soort van dagboek dat Globokar bijhoudt over zijn werk leren we dat het oudste stuk op dit album, ‘Kaleidoskop im Nebel’ in 2012/13 ontstond op aanvraag van de dirigent Baldur Brönnimann die een nieuw stuk voeg voor het Noorse BIT20 Ensemble, om uit te voeren tijdens het Bergen Festival. Globokar kende het ensemble niet, zo blijkt uit zijn aantekeningen, maar was aangenaam verrast door hun veelzijdigheid. Een veelzijdigheid die Globokar in dit stuk behoorlijk uitbuit. Direct al valt op dat hij er van houdt om instrumenten op onorthodoxe wijze in te zetten. Zo zijn de overwegend percussieve klanken die we aan het begin horen lang niet altijd afkomstig van de percussie. Opvallend is ook dat de componist nadrukkelijk de vocale kwaliteiten van de music inzet, nauwgezet geïntegreerd in het totaal. En het ensemble verklankt prachtig de nevel, die in dit stuk zo’n belangrijke rol speelt. Met een zekere mate van kilheid en een grote rol voor ontstemmend koper.
In Bergen ontmoet Globokar ook Alwynne Pritchard, de artistiek directeur van het festival. In januari 2015 vraagt ze hem om een stuk voor een aankomend recital. Pritchard is een veelzijdig Brits kunstenares, actief als componist, zangeres, performance kunstenaar en schrijfster. Globokar noemde het stuk ‘Metamorphosis’ en veranderde dat later in ‘Soprano Tapaguese Sur Ache de Noë’. Het is typisch een stuk voor een performance kunstenaar. Pritchard zingt, gilt, kirt, blaft, miauwt, schreeuwt, kortom gebruikt alle mogelijkheden van haar stem optimaal, zichzelf begeleidend met percussie. Een tekst is er niet, het gaat hier louter om de klanken.
Het titelstuk ‘Les Soliloques décortiqués’ schreef Globokar speciaal voor het BIT20 Ensemble en bestaat uit 16 solo’s van anderhalve minuut waarin een musicus de grenzen van zijn instrument mag aftasten. De overige musici proberen dit intussen na te spelen op hun eigen instrument. Een boeiend stuk waarbij natuurlijk direct het fragmentarische karakter opvalt. Harmonie is er binnen die stukjes, maar onderling verschillen ze regelmatig opvallend sterk van elkaar. En ook hier valt weer de rijke klankwereld op die deze boeiende componist hanteert.