Aan de manier waarop de Litouwse overheid zijn eigen componisten en musici internationaal in de schijnwerpers zet, kunnen we hier nog een voorbeeld nemen. Het Music Information Centre Luthuania speelt daarin een grote rol met de uitgaves van bijzondere albums. Zo kwam hier onlangs ‘Daydreamer’ voorbij van Julius Aglinskas, uitgevoerd door het Britse Apartment House en verschenen er onlangs twee verzamelalbums die ons een prachtige blik bieden op wat er in dit kleine land muzikaal allemaal gebeurt.
‘Zoom in 13’ is van de twee de meest interessante omdat het zes substantiële stukken bevat van evenzoveel componisten. Te beginnen met Egidija Medekšaitė, een componiste waar ik eerder bij stil stond toen MICL haar album ‘Textile’ uitbracht. Wat ik toen opmerkte, dat haar muziek net als textiel – ze studeerde textieldesign – is opgebouwd uit in elkaar overlopende patronen, is onverkort van toepassing op dit voor accordeon geschreven ‘Sattva’. Duistere, verontrustende, in elkaar overlopende drones horen we Raimondas Sviackevičius hier spelen. ‘Sunrise of the West’ van Albertas Navickas is een stuk voor stem en orkest en we horen hier Eglé Sirvydyte met het Lithuanian State Symphony Orchestra, onder leiding van Paul Goodwin. Opvallend is het gebruik van microtonaliteit in dit stuk waarmee Navickas een bijzonder indrukwekkend klanklandschap creëert met een zeer sterke spanningsopbouw. Ik stel me onherbergzame landschappen voor bij deze intens beeldende muziek, met niet al te gunstig weer. De a capella bijdrage van Sivydyté contrasteert daar aanvankelijk sterk mee, is meer folk dan hedendaags gecomponeerd en doorbreekt helaas de magie.
Ensemble Synaestesis speelt ‘Katabasis’ van Ramūnas Motiekaitis. Een bijzonder stuk bestaand uit subtiel in elkaar schuivende klankwolken, waarin de tijd lijkt stil te staan. Iets dat alles te maken heeft met het volledig ontbreken van richting en een verhalend karakter. We zijn één met die prachtig gespeelde klanken. Totaal anders van karakter is ‘The Perseids’ van Goda Marija Gužauskaitė, dat wordt uitgevoerd door het St. Christopher Chamber Orchestra, onder leiding van Donatas Katkus. Het is een sterk spiritueel werk dat past in de Baltische traditie van componisten als Arvo Pärt en Pēteris Vasks. Eén doorgaande lange spanningsboog is het belangrijkste kenmerk van dit intense stuk.
‘Chrysalis’ voor slagwerk en orkest van Rūta Vitkauskaitė kent meer variatie. Dit stuk lijkt nog het meest aan te sluiten op een wilde volksdans in de geest van Stravinsky. Jude Carlton geeft levendig vorm aan de percussieve, vaak sterk ritmische klanken, terwijl het Lithuanian State Symphony Orchestra, nu onder leiding van Karolis Variakojis, de compositie op prachtige wijze verder inkleurt. Bijzonder is de passage rond de tiende minuut: kristalheldere klanken contrasteren met diep duistere in een bijna onwezenlijk klankspel waar een sterke dreiging vanuit gaat. Nog sterker wordt dit effect als het koper zich erin mengt. En dan spoedt het stuk zich naar een letterlijk oorverdovende climax. ‘Millefleur’, van Žibuoklė Martinaitytė, het zesde en laatste stuk op dit album, klinkt in het begin alsof de zon opkomt en het landschap langzaam aan in fel licht zet. Het Kaunas City Symphony Orchestra, onder leiding van Martynas Staškus brengt al die kleuren op fijnzinnige wijze naar voren en geeft prachtig vorm aan de steeds verder oplopende dynamiek, voorzien van filmische allure.
Fragmenten van de composities zijn te beluisteren via de site van het MICL.