Lori Goldston – Things Opening / Roger Tellier-Craig – Études (LP / CD Recensie)

Het Duitse Second Editions is een bescheiden label. Tot nu toe verschenen acht albums op cassette, LP of CD en altijd in die zeer sobere, doeltreffende huisstijl van louter zwarte letters op een witte achtergrond. Het gaat om de muziek wil dit label uitdragen, al het andere is ballast. De twee laatste uitgaves, albums rondom Lori Goldston en Roger Tellier-Craig tonen de veelzijdigheid.

Op haar website zegt celliste Lori Goldston over haar achtergrond: “Classically trained and rigorously de-trained, possessor of a restless, semi-feral spirit”. Het tekent deze musicus die al haar hele carrière lang de grenzen aftast tussen gecomponeerd en geïproviseeerd en tussen klassiek en al het andere. De lijst met samenwerkingspartners is dan ook niet alleen lang maar ook onwaarschijnlijk divers en kent rockgroepen als Embryo, Secret Chiefs 3, Earth en  Nirvana, musici die net als zij grenzen aftasten als Jessika Kenney, Ilan Volkov en Eyvind Kang, maar ook uiteenlopende namen als David Byrne, Terry Riley, Matana Roberts, Dana Reason, Lonnie Holley en Mik Quantius.

Die veelzijdigheid horen we ook op dit album, ‘Things Opening’ waarop ze vijf redelijk korte stukken van zichzelf speelt, de ene kant van de LP en drie stukken van andere componisten. In opener ‘The Dust Of A Thousand Bells’ plukt ze aan haar cello. Het geluid heeft veel weg van de Chinese pipa, aangelengd met een vleugje Americana. In ‘Marian the Copt’ gebruikt ze de strijkstok, de snaren nauwelijks bespelend. Het klinkt als de wind over de woeste vlakte. Naadloos gaat het over in het getormenteerd klinkende ‘Love’s Bitter Strings’. Nog intenser klinkt ‘Her Daughter’, waarin Goldston een schrijnend rauwe klank produceert. Op de tweede kant van de LP stukken van Jessika Kenney, Satchel Henneman en Julio Lopezhiler, speciaal geschreven voor Goldston. Het meest opvallend van de drie is Kenney’s ‘Sisters (An Interpretive Scansion Of The Call To Prayer)’, vanwege de intens fragiele melodie, met bijzonder veel gevoel en raffinement gespeeld door Goldston.

De biografie van Roger Tellier-Craig is al net zo veelzijdig als die van Goldston, alleen ligt bij hem de basis niet bij het akoestische instrument maar bij de elektronica. Hij schrijft muziek voor films, maakt deel uit van een aantal projecten op de grens van rock en vrije improvisatie, creëert installaties en bouwt aan eigenzinnige klanklandschappen, zoals op ‘Études’. Daarop vier studies die hij maakte aan het Conservatoire de Musique de Montréal. Golven van gekraak, geruis, gerommel worden ons deel in ‘Duelle’. Er gaat een bijna thriller-achtige spanning vanuit. Verderop worden de golven die van de zee en de wind, zelfs die van de storm. Wat blijft is de spanning, een slopende spanning. In ‘Jamais d’un vouloir’ verkent Tellier-Craig de grens tussen geluid en stilte, alhoewel, echt stil is het nooit, op de achtergrond blijft er iets aanwezig. Het is alsof de muziek slaapt, wachtend op het moment van uitbreken. En die uitbraken zijn kort, maar heftig. In ‘Où s’inscrit tout indéterminé’ is de stilte verstikkend, totdat donkere klankwolken overtrekken en weer verdwijnen. Lichte klanken komen er voor in de plaats, klinkend als klokken. Maar ook daar sluipt het duister uiteindelijk tussen. Als vierde stuk klinkt ‘Nulle part à trouver’. Ook hier bouwt de componist zijn stuk op vanuit de stilte, heel geleidelijk ontvouwt hij zijn klanksculptuur. En ook hier belanden we tot twee keer toe in een fase van chaos en disruptie, vol zinderende spanning, gescheiden door een vrij lange, verwachtingen scheppende leegte.

Beluister hier ‘Sisters (An Interpretive Scansion Of The Call To Prayer)’ en ‘Duelle’: