Componist en musicus Bruno Duplant is een zeer actief man, alleen al vorig jaar verschenen er tien albums waar hij op de één of andere wijze actief in was, waaronder het ook hier besproken ‘Lettres Et Replis’ dat hij maakte samen met pianist Reinier van Houdt. Ook dit jaar zijn er al nieuwe albums uit. Vorige week bespraken we hier ‘L’Incertitude’ dat hij samen met Rutger Zuydervelt maakte en nu buigen we ons over ‘Soleil Cladestien’, een samenwerking met Pierre Gerard, dat verscheen bij Edition Wandelweiser Records.
Maar wie is nu eigenlijk Bruno Duplant. Hij heeft geen eigen website wat er toe leidt dat informatie bij elkaar moet worden gesprokkeld. Hij komt uit Noord Frankrijk, is autodidact en begon ooit als bassist, een instrument waar hij zich al lang niet meer toe beperkt. Hij heeft zich veeleer bekeerd tot de elektronica. Kenmerkend voor Duplant is dat hij daarbij rijkelijk gebruik maakt van bestaande opnames en veldgeluiden. Op de site van Café OTO zegt hij hierover: “Field recordings, like always with me came from lot of places. I don’t care about where were recorded the sound, but much more how to create new entities, territories (the self-fictions/autofictions), which are both fictive, intimate and personal.” Die opnames zijn voor Duplant bouwstenen waaruit hij een nieuw verhaal creëert: “The composition allows me to assemble more or less logically and incongruously the different sounds collected. I never try to reproduce the sounds that surround me in a logical and precise way. I try to create something new, a new fictional entity that I have named “autofiction”, “self-fiction”.”
De Belg Pierre Gerard is een vergelijkbaar musicus, wat het onmogelijk maakt te bepalen wie nu precies wat doet op ‘Soleil Clandestin’, met één uitzondering: Gerard gebruikt ook zijn stem. En ook dit album is niets minder dan een zeer abstracte geluidssculptuur, waarbij het geluidsniveau, een kenmerkt van de muziek op dit label, over het algemeen nogal laag ligt. Het gaat Duplant en Gerard dan ook duidelijk om de nuance van de klanken in deze vijf titelloze stukken. Met behulp van een gitaar, percussie, elektronica, veldopnames en de menselijke stem creëren de twee musici hier een opvallend hechte geluidswereld, duidelijk een improvisatie in het moment. De stem van Gerard klinkt daarbij heerlijk zachtjes, op de grens van praten en zingen. In ‘Untitled 3’, en met name in ‘4’, mooie accenten plaatsend in het totale klankbeeld waarin, op de momenten dat er niet wordt gekozen voor stilte, opvallend veel percussieve geluiden klinken – ook als ze afkomstig zijn van de gitaar – die dan prachtig de tijd krijgt om uit te waaieren. Een bijzonder album, maar dat zijn we van dit label inmiddels wel gewend.