Onder de titel ‘Ton sur Ton’ verzamelde het Vlaams Radiokoor, onder leiding van Bart van Reyn, negen stukken van even zo veel componisten die schreven voor koor a capella. Bekende als Frank Martin, Francis Polenc, Arvo Pärt en Samuel Barber vinden we hier, naast minder bekende als Kurt Bikkembergs en Maarten Van Ingelgem. De stukken op dit album, verschenen bij Challenge Records, hebben het spirituele gehalte echter met elkaar gemeen.
Op het eerste stuk na, het uit begin jaren ’20 van de vorige eeuw stammende ‘Kyrie’ uit de beroemde ‘Mis voor dubbelkoor a capella’ van Frank Martin, betreft het weliswaar korte, maar wel complete stukken. Opgenomen in de Jezuïtenkerk van Heverle, Leuven, horen we aan dit ‘Kryie’ echter wel direct de grootsheid van dit koor af. Zeer knap vlocht Martin de stemmen die slechts dat korte ‘Kyrie eleison’ zingen in elkaar en dit koor laat horen hoe prachtig hij dit deed. Een ingetogen begin, waarna de dynamiek toeneemt. Dat de Heer zich over ons ontfermt, daar twijfelde Martin duidelijk niet aan. Op dynamische kracht zullen we Arvo Pärt niet betrappen, ook niet in het wonderschone ‘Magnificat’. Hem gaat het duidelijk om de kleinste details in klank en hoe je daar spanning mee bouwt. Met veel gevoel voor die details en een ongelofelijke timing laat dit koor ons horen wat dit in de praktijk betekent.
Van de Amerikaanse componist Morten Lauridsen zingt het koor het al even ingetogen en zeer serene ‘O Magnum Mysterium’. Dat Lauridsen een diep gelovig man is, hoor je hier in iedere noot terug. Bijzonder is ‘Wie liegt die Stadt so wüst’ van Rudolf Mauersberger. Hij schreef het naar aanleiding van de verwoesting van Dresden op 13 februari 1945. De stad waar hij vanaf 1930 het beroemde Dresdner Kreuzchor voor jongens had geleid. Het is een gruwelijk stuk, met een grote dramatische zeggingskracht en de klanken gaan door merg en been. Van Samuel Barber is ‘Agnus Dei’ opgenomen. Een mooier voorbeeld van perfecte samenzang, waarbij de componist een schitterende harmonie weet te bereiken tussen de diverse stemtypes, is bijna niet denkbaar en het is wederom prachtig om te horen hoe transparant dit boeiende stuk hier klinkt.
‘Hampstead Heath’ van Maarten Van Ingelgem is qua inhoud enigszins vergelijkbaar met het stuk van Mauersberger. Van Ingelgem schreef het in 2014 bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Veelzeggend is de korte tekst: “Hempstead Heat / Branch Hill Pond / Sun setting over Harrow. / With a rainbow / Hampstead Heath.” Dat contrast, de onschuldige natuur versus de verschrikkingen die mensen elkaar aan doen, maakt Van Ingelgem hier uitstekend voelbaar. Kurt Bikkembergs‘ ‘Never pain to tell thy love’ kenmerkt een minder verheven vorm van spiritualiteit. Hier gaat het over een verloren liefde. De weemoed die daarmee gepaard gaat, weet het koor prachtig te vangen. Herbert Howels schreef ‘Take Him, Earth, for Cherishing’ naar aanleiding van de moord op president John F. Kennedy in november 1963: “Body of a man I bring thee, noble even in its ruin.” Eerst horen we de mannen, dan komen de vrouwen erbij. Het verdriet klinkt door, de spanning loopt op, tot het uitgaat als een nachtkaars. Tot slot van dit album klinkt het uit vier delen bestaande ‘Un soir de neige’ van Francis Poulenc, op gedichten van Paul Eluard. Weliswaar gaan deze gedichten over de natuur, maar de sfeer is er zeker één van bezinning en contemplatie.
Beluister hier ‘O Magnum Mysterium’ van Morten Lauridsen en ‘Take Him, Earth, for Cherishing’ van Herbert Howells: