Fluitiste Ilonka Kolthof heeft een missie: de piccolo, kleinste van de fluitfamilie, presenteren als volwaardig solo instrument. Dat vraagt om nieuwe composities, want echt veel is er voor dit instrument in de afgelopen eeuwen immers niet geschreven. Het kreeg gestalte in The Dutch Piccolo Project waar Kolthof nu al een aantal jaren mee bezig is. Zo stond zij vier jaar geleden met een aantal stukken in De Link en verscheen er onlangs een prachtige uitgave bij TRPTK, getiteld ‘Halo’, met stukken voor piccolo en piano, waarbij ze samenwerkt met Ralph van Raat.
Zes stukken op dit album, van evenzoveel Nederlandse of hier woonachtige componisten. Starten doen we met het innemende ‘Anemoon tot Wolk: Haiku for Piccolo and Piano’ van Piet-Jan van Rossum. En dit stuk is in alles een haiku. Zo klinkt ook bij Van Rossum geen noot te veel. Vederlicht, dwarrelend klinkt de piccolo hier, ondersteund door stemmige aanslagen op de piano. Een prachtig duet, soms bijna als een dans. Allan Segall brengt in zijn ‘The Last Cocktail…’ drie hommages. De eerste aan George Gershwin, de tweede aan Conlon Nancarrow en de derde aan Olivier Messiaen. Zonder deze componisten letterlijk te citeren, sluiten de delen qua sfeer wel degelijk aan. Het ‘Hommage to Gershwin’ doet soms zeker denken aan diens werk en de ritmische passages, waarin we de piccolo horen schitteren, refereren aan de muziek van Nancarrow. De piccolo past natuurlijk ook prachtig in een hommage aan Messiaen. Met indringende piano aanslagen sluit Segall duidelijk aan bij de meester, terwijl hij hier de piccolo een prachtig transparante partij geeft, bijna als een soort echo van de pianoklank.
Bart Spaan, belicht in ‘Halo’, waar dit album zijn titel aan ontleent, weer een geheel ander aspect van de piccolo. Kolthof hanteert deze fluit hier op zeer onorthodoxe wijze. Door over het mondstuk te blazen klinkt een ijle wind, die prachtig contrasteert met het bijna klassiek romantische pianospel van Van Raat. Spaan maakt met andere woorden zeer goed gebruik van het zeer hoge, ijle klankspectrum van dit instrument. Jan Vriend leverde met zijn ‘Sonate voor Piccolo en Piano’ het langste en meest ambitieuze stuk van dit album. Over zijn doelstelling zegt hij zelf: “Both instruments are on an equal footing and no compromise has been conferred on either player; both are engaged in a relentless endeavor of technical and musical concentration”. En meer nog dan de andere componisten slaagt Vriend hier bij het creëren van volwaardig nieuw werk voor dit instrument. Zodanig dat spontaan de vragen opkomen: waarom hebben we hier zo lang op moeten wachten? Waarom waren er niet eerder componisten die werk schreven voor deze combinatie?
Het hoge, schelle geluid van de piccolo kwam Ned McGowan goed van pas bij het verklanken van de hectiek in het Indiase verkeer. Met name veroorzaakt door de overal doorheen glippende rickshaws, de fietstaxi’s. Volop dynamiek dus in dit stuk, met prachtige ritmische passages van de piano – zo typisch voor het werk van McGowan – waar de piccolo zich heerlijk melodieus overheen beweegt. Alleen midden in de nacht is het rustig, verklankt in een meesterlijk middendeel, met die subtiel verglijdende piccolo klank. ‘Meccanica’ van Jan-Pieter De Graaff ontbreekt op de Cd, maar is via een bijgeleverde downloadcode alsnog te beluisteren. Een belangrijke inspiratie voor dit stuk vormden de kinetische sculpturen van Jean Tiguely. Meest opvallende aan dit stuk is de relatief hoge graad van abstractie. De Graaff werkt beslist met ritme en melodie, maar houdt ervan om daar zeer vrij mee om te springen, op de meest onverwachte momenten een andere koers kiezend.
Tot slot rest ons nog een hulde aan de opnametechnici die er ook nu weer in zijn geslaagd alles kraakhelder voor het voetlicht te brengen.
Beluister het album hier: