Gintas K of Gintas Kraptavičius, zoals hij eigenlijk voluit heet, is afkomstig uit Litouwen en heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de elektronische muziek in zijn vaderland, onder andere door zijn deelname aan Modus, dat zich richtte op de meer heftige, industriële vormen van elektronica. Dat horen we in zijn huidige solowerk nog steeds terug, maar dan wel op een geheel andere wijze dan vroeger, getuige ook het onlangs bij het in Deventer gevestigde Esc. Rec. verschenen ‘Variations in a-moll for a granular synthesis’.
Kraptavičius heeft namelijk nog steeds een voorkeur voor de zuivere, maar ongenaakbare elektronische geluiden, als pulses, sinusgolven, glitches en ruis. Deze grillige, harde, onopgesmukte geluiden vormen de bouwstenen waarmee hij zijn composities bouwt. Ritme en melodie zijn daarbij eveneens ingrediënten die we vrijwel altijd aantreffen. En juist deze combinatie maakt zijn werk bijzonder. Aan de ene kant onrust creërend, weerstand oproepend en tegelijkertijd, door die grote aandacht voor structuur, een zekere harmonie uitstralend.
En dus begint de eerste variatie met kale, duidelijk via een analoge synthesizer voortgebrachte geluiden, stotterend aan elkaar geplakt tot een melodie, vreemd verlopend, maar onmiskenbaar een melodie. Dan vervormt K het geheel met een portie stevige ruis, maar melodieus blijft het. Een zeer vervreemdende combinatie. Verdergaand op de ingeslagen weg komen er steeds meer geluidslagen bij tot het geheel langzaam uitdooft. In de tweede variatie weer die bijna onaangename kale, harde klanken in een melodie gegoten. Een fenomeen dat de muziek van K onderscheidt van de musique concrète waar het weliswaar overeenkomsten mee vertoont, maar die nooit zo melodieus en ritmisch klinkt. Verderop horen we dan ook, in zijn aanzetten tot een ritme dat er uiteindelijk nooit komt, duidelijk invloeden van de techno terug.
In de derde variatie, vrijwel naadloos aansluitend op de tweede, zoekt K iets verder de abstractie op, middels een collage bestaande uit ruis, waar heel vaag nog een melodie in doorklinkt. In de vierde variatie valt het slepend ritmische patroon op, samen met de melodie. De klank lijkt hier wel wat op dat van een zither, ietwat droog en metalig. Ook in de vijfde variatie speelt het ritme een grote rol en ook hier schuurt K tegen de techno aan, zonder dat zijn muziek ook maar één seconde dansbaar wordt. Aansluitend schakelt K hier een versnelling hoger, een verontrustende storm van ruis ontketenend. Eindigen doen we deze variatie met belletjes, onverwachts subtiel. De geluidsstorm wordt doorgezet in de zesde variatie, wat dit afsluitende deel tot de meest indringende variatie van de zes maakt.
Mooi kun je de muziek van Kraptavičius niet echt noemen, daar is zijn geluidswereld gewoonweg te tegendraads voor, te ongepolijst. Maar, zoals reeds gezegd, door dat werken met ritme en melodie weet hij je toch op knappe wijze in te pakken en is die bijna 70 minuten, die deze variaties bij elkaar in beslag nemen, zo voorbij.
Het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: