Hans Elzinga is geen superster. Zijn album ‘Introspectief’ gaf hij dan ook uit in eigen beheer. In grote stadions zult u hem dus evenmin treffen, los van zijn status zou dit zijn muziek ook niet ten goede komen. Maar wie nu denkt dat deze man er dan ook niet toe doet, heeft het grondig mis. Een intieme luisterbeurt maakt weer eens duidelijk dat onbekend zo maar tot bemind kan leiden.
Elzinga draait al een tijdje mee. In de jaren ’80 begon hij met gitaar, maar langzaam groeide dat uit naar een veel uitgebreider instrumentarium om in 2018 toch weer terug te keren tot die eerste liefde – voor de kenners: een Guild D-50 steel-string guitar en een zelf gebouwde Gerundino negra flamenco nylon-string guitar. Bas, drums en sopraansax heeft hij voor dit album uitbesteed. En dan kan het luisteren beginnen. Elzinga vangt solo aan met ‘De klank van wierook’. Een mooie, slepende, intieme melodie. Een stuk waarmee hij direct de toon zet en één die past bij de prachtige foto op de hoes, waarop we Elzinga zien staan met zijn rug naar ons toe, de gitaar los in de hand, mijmerend uitkijkend over de zee.
In ‘Lu core meu’ blijft Elzinga in dezelfde sferen, refererend aan een Zuid Italiaanse volksmelodie en een schilderij, ‘Het vertrek van de Tempelschatten’ van de in 1998 overleden magisch realistische schilder Johfra. Die Zuid Italiaanse connectie, maar zeker ook een oosters element, horen we met name in het tweede deel als Elzinga overstapt op bamboefluit en hij ritmische ondersteuning krijgt van percussionist Davide Lionetti. ‘Golven’ is een ouder stuk, één waar Elzinga verwijst naar de zee. Je hoort de golven in zijn meanderende gitaarspel en in de veldopnames op de achtergrond. In het titelstuk ‘Introspectief’ kijkt Elzinga naar binnen en nodigt de luisteraar uit om hetzelfde te doen. Een opwindend stuk waarin de melodie zich prachtig ontwikkelt, waarin ruimte is voor harmonie, maar verderop ook voor de dissonant in een kolkende frase waarin we Elzinga andermaal op fluit horen in dialoog met Lionetti.
In 2018 stond Elzinga op het Taribush Kuna festival in Dwingeloo, waar hij ‘Sterrenlicht’ schreef, zo lezen we in het Cd boekje. De drie optredens op evenzoveel warme zomeravonden vinden we hier verklankt middels een verderlichte, wel wat Indiaas aandoende gastbijdrage van Rob Mutsers op sopraansax, terwijl Elzinga en bassist Stan Stolk zorgen voor een ritmische inbedding. Ook in het solostuk ‘Drempel’ weet Elzinga een bijzondere, ietwat mysterieuze sfeer te scheppen. In ‘Dryadendans’ en Middernachtmysterie’ geeft Elzinga zich over aan het betere dromen. In het eerste stuk laat hij zich inspireren door een bosnimf, in het tweede door het gelijknamige schilderij van Johfra. Beiden zijn mooie, beeldende composities waar Elzinga’s talent tot componeren volop aan bod komt, met als mooi hoogtepunt de ontspoorde dialoog tussen sopraansax (Musters) en fluitje (Elzinga). Eindigen doen we met het innemende, in folk stijl gegoten ‘Onder de oude eik’.
Beroemd worden zal Elzinga wellicht nooit, maar wat meer bekendheid gunnen we hem met dit luisterrijke ‘Introspectief’ zeker. Het gehele album is beluisteren via Soundcloud en te koop bij Elzinga zelf.