Op ‘Gasworks’, uitgebracht door het in veldopnames en geluidsinstallaties gespecialiseerde Grünrekorder, bracht geluidskunstenaar Gerald Fiebig een vijftal stukken bijeen die hun oorsprong vinden in de Gaswerke van Augsburg-Oberhausen (niet te verwarren met de beroemde Gasometer in Oberhausen in het Ruhrgebied), een fabriekscomplex waar tot 2001 gas werd gewonnen uit kolen. Het complex is inmiddels een centrum voor kunst, zoals met veel industrieel erfgoed in Duitsland en vormt daarmee een prima decor voor wat Fiebig wil vertellen.
‘Nach der Industrie’ vormt de meest directe link met het erfgoed. Fiebig interviewde in 2007 Johann Artner die van 1947 tot 1989 in deze smerige en gevaarlijke fabriek had gewerkt en verwerkte deze fragmenten, samen met het geluid van een gasbrander in de keuken tot een boeiende compositie. Artner verhaalt hier, in prachtig zeer slecht te verstaan dialect, over de beroerde arbeidsomstandigheden, de gevaren die de werknemers liepen, de slechte verdiensten in die eerste jaren en het gebrek aan werkelijk alles tot aan zeep aan toe. Maar er was ook de lotsverbondenheid, de samenwerking, de voetbal, zaken waar Arnter duidelijk met weemoed aan terugdenkt. Een prachtige voordracht, waar Fiebig gelukkig een pdf van maakte met teksten en prachtige foto’s van de oude fabriek. Het einde is prachtig, met een mix van deze zinnen van Artner “Das war halt ein Zusammenhalt noch im alten Gaswerk. Und die haben zusammengehalten. Aber das sind halt immer so Kleinigkeiten. Das gibt’s heut nicht mehr”. Een ware ode aan een verdwenen wereld.
Enerzijds iets wat Fiebig, vanwege de mensonterende omstandigheden, kan waarderen. Tegelijkertijd toont hij zich in ‘Post-Industrial’ en ‘Echoes of Industry’ bewust van het feit dat die zware industrie nog steeds bestaat. In ‘Post-Industrial’, een deel van een installatie uit 2014, doet hij dat, samen met Emerge, door het geluid van die gasbranders te combineren met de geluiden van een andere fabriek in de buurt van deze Gasfabriek. Het levert een bijzonder noise klanklandschap op, vol subtiele nuances. In ‘Echoes of Industry’ gebruikt hij opnames van machines uit de textielindustrie – een belangrijke afnemer van het gas – speelt deze af in de enorme hal van de Gaswerke en laat saxofonist Christian Z. Müller improviseren op zowel de oorspronkelijke opnames als op de echo. Wordt het eerste deel beheerst door het strakke ritme van de machines en de weerkaatsing daarvan door de ruimte, het tweede deel staat in het teken van Müllers verrichtingen in een spannende, spookachtige geluidssculptuur. Tot slot horen we Müller in het korte derde deel op de theremin.
Tot slot hebben we twee delen ‘Ohrentauchen mit Echolot’ waarin Fiebig de akoestiek van de 84 meter hoge metalen cilinder benut. Met een veelvoud aan instrumenten, voorwerpen, geluiden en zijn eigen stem creëert hij twee verrassende geluidssculpturen, met het fenomeen echo als belangrijkste onderdeel.
Het album is hier te beluisteren.