Diverse locaties, ‘s-Hertogenbosch – 9 november 2019
Vandaag stukken voor kleine bezetting, twee soloconcerten – voor contrabas en accordeon, een strijkkwartet en een saxofoon octet. Allemaal instrumenten die prima in staat zijn om een microtonale wereld te verklanken. Het vormt de rode draad in deze drie concerten op de tweede zaterdag van November Music.
We beginnen met de strijkkwartetten. Een viertal, allen van Italiaanse componisten, vertolkt door hun landgenoten van het Quartetto Maurice. Ze vangen aan met een klassieker, het vierde strijkkwartet van Giacinto Scelsi uit 1964, waar de andere drie duidelijk door zijn beïnvloed. Dat kwartet is typisch Scelsi. Geen andere componist wist zo goed door te dringen in het wezen van klank dan deze Italiaan. In de ruim tien minuten dat het stuk duurt, gebeurt er in wezen helemaal niets. Er is met andere woorden geen sprake van ontwikkeling. We horen louter de langgerekte noten van de vier strijkers in elkaar schuiven, leidend tot een langzaam verglijdende stroom van klanken, vol rijke kleurschakeringen. Die zeer subtiele wijze van omgaan met de klank vinden we ook terug bij Giuliano Bracci’s ‘Tutti chiudi negli occhi’, het tweede stuk – eerder vertolkte Silbersee “Se non in ombra e specchio” – dat we dit festival horen van deze momenteel in Nederland woonachtige Italiaanse componist.
Als uitgangspunt nam Bracci één van de meest beroemde polyfone koorwerk ‘Nymphes des Boìs – La déploration sur la mort de Johan Ockeghem’ van Jopsquin Desprez. Met zijn stuk voegt Bracci hier beslist het één en ander aan toe. Met veel aandacht voor details en ijle klanken. Zoals de tijd verstrijkt, zo verstrijken hier de noten en een weemoedig gevoel blijft niet uit. De veel te vroeg overleden Fausto Romitelli en Zeno Baldi gooien het met ‘Natura Morta Con Fiamme’, respectievelijk ‘Ruggine’ over een andere boeg. Ook hier veel aandacht voor de klank, maar mede door de combinatie met elektronica, gaat het er hier veel minder subtiel aan toe. Quartetto Maurice speelt echter alle stukken met veel overgave en een prachtige toon.
In opdracht van het Grachtenfestival, Gaudeamus Muziekweek en November Music mochten vier jonge componisten nieuwe stukken schrijven voor bassist James Oesi. De meest bijzondere daarvan is ‘MUJI’ van Aya Yoshida, vanwege de grote diversiteit aan technieken die ze Oesi laat inzetten, leidend tot een bijzondere klankwereld. Mooi is bijvoorbeeld het gebruik van aluminiumfolie aan de onderkant van de snaren waardoor het geluid mooi resoneert. Vermeldenswaard is ook ‘Talamh’ van Thomas Power, waarin de ritmische structuur en de duidelijke folk invloeden opvallen. Tijdens dit dubbelconcert horen we ook accordeonist Vincent van Amsterdam met ‘Afbuigingsjuk’ van Christiaan Richter. Met deze wat vreemde titel verwijst Richter naar een zogenoemde ‘Deflection yoke’, een onderdeel in oude televisies dat het licht over het scherm verspreidt. In dit ronduit overweldigende stuk weet Richter op overtuigende wijze de wereld van de Bach cantates te koppelen aan de solo’s van John Coltrane. Aan Bach ontleent hij de opbouw in harmonische lagen, een techniek waar de accordeon zich met zijn resonerende klanken uitstekend voor leent. Krachtige uitschieters, de Coltrane solo’s, vormen daarmee een prachtig contrast en geven dit stuk een soort van luchtigheid mee waardoor dit overwegend serene, soms bijna mystieke stuk nergens zwaar op de hand wordt. Het duurt ruim een half uur, maar geen minuut te lang.
Dat kunnen we helaas niet zeggen van ‘Todos los fuegos el fuego’ dat Maxim Shalygin schreef voor twee saxofoonkwartetten, het Amstel Quartet en het Keuris Quartet. Niet dat dit geen prachtig stuk is, want dat is het beslist wel. Als geen ander, dat toonde hij reeds eerder aan, is Shalygin in staat om krachtige harmonische structuren te ontwerpen, prachtige microtonale, bedwelmende klankwerelden. Dat doet hij ook hier en saxofoons vormen daarvoor een uitstekend middel. En hij gaat verder, middels een veelheid aan bijzondere technieken weet hij de surrealistische wereld van de verhalen van Julio Cortázar – hij baseerde de titel op de gelijknamige verhalenbundel – uitstekend te vangen. Het probleem met Shalygin is alleen dat hij zichzelf verliest in zijn magische klankwereld. Hij weet met dit stuk van ruim een uur, verdeelt in acht delen, de aandacht dan ook niet tot het einde vast te houden, mede doordat hij uiteindelijk in herhaling vervalt. Maar oordeel zelf, later deze maand komt het stuk uit op Cd bij TRPTK.
Beluister hier het vierde strijkkwartet van Giacinto Scelsi door Quartetto Maurice en het achtste deel ‘Endless Mordent’ van Todos Los Fuegos El Fuego: