Diverse locaties, ‘s-Hertogenbosch – 2 en 3 november 2019
Twee religieuze werken beleefden dit weekend hun première tijdens November Music. Calliope Tsoupaki schreef het jaarlijks terugkerende Bosch Requiem, ‘Liknon’ geheten, dat zaterdagavond werd uitgevoerd, terwijl op zondagavond Capella Brabant de première bracht van ‘Loflied der Verzoening van componist en Trappistenmonnik Kris Oelbrandt.
Sinds 2017 maakt het Bosch Requiem onderdeel uit van de programmering van November Music en vindt de uitvoering plaats in het Theater aan de Parade (voorheen was dat de Sint Jan). Ieder jaar krijgt een componist de opdracht voor een nieuw requiem. In 2017 was dat Anthony Fiumara, vorig jaar Kate Moore en nu is het dus de beurt aan Calliope Tsoupaki. Als een soort van inleiding wordt ook ieder jaar iemand uit de theaterwereld gevraagd om een persoonlijke tekst voor te dragen die aansluit bij de lijn zoals gekozen door de componist. Aan schrijfster Lot Vekemans de schone taak om haar mening te geven over Maria, die Tsoupaki koos als hoofdpersoon van haar stuk. Een lastige, want Vekemans blijkt niet veel te hebben met Maria. Gaandeweg haar toespraak wordt echter duidelijk dat zij inmiddels van gedachten is veranderd. Maria kan uitstekend dienen als kapstok voor alle onmacht, ellende en frustratie waar een mens mee geconfronteerd wordt. Probleem is alleen dat je er dan wel in moet geloven, anders werkt het niet.
Voor Tsoupaki lijkt dat zo te horen wel op te gaan. Het uit drie delen bestaande ‘Liknon’ is een intens werkstuk geworden waarin de mystiek, in eerste plaats die van het Grieks-Orthodoxe geloof, in iedere noot doorklinkt. Een meesterlijke zet is daarbij om barokensemble PRJCT Amsterdam, onder leiding van Manoj Kamps, de muziek te laten uitvoeren. De klank van dit ensemble, waarvan de leden op authentieke instrumenten spelen, past perfect bij deze muziek, waarin Tsoupaki de westerse sacrale traditie vermengt met die van haar thuisland, Giekenland, wat leidt tot een aangename mix aan klanken. En natuurlijk wordt er gezongen,op zeer hoog niveau door de countertenor Maarten Engeltjes en de tenor, zingend in een opmerkelijk hoog register, Marcel Beekman. Hun stemmen kleuren prachtig bij elkaar, maar zeker ook bij de klanken van het ensemble. ‘Liknon’ is vooral mooi, voorzien van een sacrale vorm van zuiverheid, introspectief meeslepend, zelfs af en toe ontroerend. Helemaal passend bij waar we hier over praten, een requiem. Dat moet de luisteraar raken, bewegen. Dat lukt Tsoupaki voor een belangrijk deel.
Probleem is alleen dat Tsoupaki’s aandacht voor schoonheid vrijwel geen ruimte biedt voor de ontreddering, de frustratie en de pijn, de zaken waar Vekemans Maria voor in wil zetten. De teksten, onder andere gehaald uit de Marialiederen uit het boek Theotokarion van de Kretense dichter Agapios Landos (1580-1656), hebben het in zich, maar Tsoupaki weet dit niet te vertalen in bijbehorende klanken.’Liknon’ schuurt dus niet, nergens. En dat had wel gemoeten. Daardoor blijven we achter met gemengde gevoelens. Vee schoonheid, maar ons echt raken, laat staan verontrusten, doet Tsoupaki niet.
Kris Oelbrandt heeft daar met zijn ‘Loflied der Verzoening’ geen last van. Hier hoeft niets te schrijnen, het is niet voor niets een loflied. Oelbrandt wil met dit ‘Reconciliation Magnificat’, de meer internationale titel van dit stuk, laten zien dat Jodendom, Christendom en Islam meer met elkaar gemeen hebben dan dat ze van elkaar verschillen. Met behulp van de ‘Lofzang van Maria’, de ‘Lofzang van Hanna’ en ‘Soera 87’ legt Oelbrandt dwarsverbanden. Wat hij propageert is allesbehalve nieuw, maar kan geenszins kwaad. Probleem is alleen dat al die godsdiensten nu juist bestaan bij het koesteren en uitvergroten van die verschillen, inclusief de katholieke kerk waar Oelbrandt zelf toe behoort. Aantonen dat er meer overeenkomsten zijn, is nu net waar de orthodoxie niet op zit te wachten.
Het laat onverlet dat Oelbrandt een mooi stuk heeft gecomponeerd voor drie stemmen, die de drie godsdiensten verklanken, een koor en een handvol musici. De componist koos er daarbij voor om de diverse tekstfragmenten bij elkaar te voegen en te verdelen over 9 thema’s, zodat de overeenkomsten tussen de geschriften bij beluistering direct hoorbaar zijn. Hij laat de stemmen dan ook knap in elkaar overlopen. Staan de drie vocalisten, mooie rollen van Katrien Baerts, Elsbeth Gerritsen en Matthijs van de Woerd, voor de drie godsdiensten het koor, Capella Brabant, onder leiding van Marc Versteeg en de musici werken juist weer verbindend. Bijzonder in dit stuk is de zeer transparante, meditatieve klankstructuur met veel ruimte voor de hoge noten van de fluit en de harp. In het repetitieve vinden we de invloed van Arvo Pärt terug, alleen minder consequent toegepast en in zijn gevoel voor harmonie die van Olivier Messiaen. Maar bovenal horen we een volstrekt eigen signatuur, die van Oelbrandt.
Zoals gezegd is het een loflied en scherpe randen mogen dan ontbreken. Dat wil echter niet zeggen dat Oelbrandt geen oog heeft voor het spanningsveld dat verzoening ook in zich heeft. Op menig moment klinkt ook die door in deze bijzondere compositie, iets waar slagwerker Niek KleinJan een grote rol in speelt.