Maxim Shalygin – Canti d’inizio e fine (CD Recensie)

De componist Maxim Shalygin worstelde naar eigen zeggen lang met de vorm van het voor celliste Maya Fridman geschreven ‘Canti d’inizio en fine’, dat onlangs op Cd werd uitgebracht door trptk. Uiteindelijk kwam hij na veel omzwervingen en via Paul Celan en Claude Lanzmann op de verschrikkingen van de Holocaust als thema. Voorwaar geen geringe opgave die je jezelf dan stelt.

Vandaar ook dat Shalygin zelf de notities over het stuk in het boekje bij de Cd besluit met de woorden: “Still, I must aknowledge that I don’t understand completely what’s the function of the music and why I wrote it. But I feel that, however naive it may seem, it formulates something unsteady, and nevertheless important and ponderable.” Dat is mooi uitgedrukt en de moed die Shalygin hiermee toont is op zich al te prijzen. Tenslotte moet dit thema, hoe zwaar en veelomvattend dan ook, met enige regelmaat weer op tafel komen, al is het maar om ons er weer eens aan te herinneren waar polarisatie toe kan leiden.

Shalygin begon achteraan, met het stuk dat zijn cyclus, die toen nog geen naam had, moest afsluiten. ‘Todesfuge’, dat prachtige, inktzwarte gedicht van Paul Celan, zelf overlevende van de kampen, stond daarvoor centraal. Meer als een jaar later had Shalygin vijf andere delen klaar zonder ook maar een idee te hebben hoe die aan elkaar te passen, hoe ze te noemen. Toen zag hij ‘Shoah’ van Claude Lanzmann en één bepaalde scène zo verhaalt hij in zijn voorwoord bood hem de sleutel: een vrouw vertelt aan Lanzmann hoe ze zag dat een menigte naakte mensen de dood in werd gedreven terwijl ze de namen van de engelen des doods prevelden.

Zes delen, canto’s, werden het uiteindelijk, met de namen van zes engelen, gevolgd door dat ‘Todesfuge’ als epiloog. Voor dit stuk had Shalygin zich geen betere celliste kunnen wensen. Fridman staat bekend om haar prachtige toon, haar zeer intensieve wijze van spelen en het vermogen om de kleinste nuances in klank voor het voetlicht te brengen. Dat past allemaal prima bij de beeldende wijze van componeren van Shalygin die al eerder opviel door zijn uitstekende gevoel voor sfeer en harmonie. ‘Gabriel’ heet het ‘Canto prima’, naar de eerste engel. Het verklankt de geboorte, maar ook het omgaan met tegenslag in het leven. In ‘Samael’ staat het ontwikkelen van taal centraal, wat begint met klanken zonder betekenis. Fridman gebruikt hier de ricochet techniek, het op gecontroleerde wijze laten stuiteren van de strijkstok op de snaren. Het iedere keer weer naar een climax werken, levert een zeldzame spanning op in dit deel. ‘Kapziel’ vertegenwoordigt de tijd. Shalygin kiest hier voor soepele lange lijnen, soms uiterst zacht gespeeld, afgewisseld met meer krachtige fragmenten. Het geeft de indruk naar meerdere cellisten te luisteren. ‘Azrael’ houdt de lijst bij van de levenden en de doden. Shalygin kiest hier voor de pizzicato speeltechniek om de cyclus te verklanken.

‘Abbadon’ is de meest verschrikkelijke engel, zijn taak is te martelen, zonder te doden. Het stuk begint met vreemde, golvende klanken – het heeft veel weg van elektronische geluidsgolven – met een manisch karakter. Dan begint Fridman te gillen en te schreeuwen, alsof ze door de Duivel bezeten is. De rillingen lopen je over de rug, de pijn wordt invoelbaar. Het tempo loopt op, de spanning neemt toe. ‘Michael’ geeft iedere dode de kans terug te kijken op zijn leven, erop te reflecteren. Dit vraagt om contemplatieve muziek, die we natuurlijk dan ook krijgen. Ingetogen klanken en die prachtige toon die we van Fridman gewend zijn. En dan klinkt tot slot ‘Todesfuge’, waarvan Fridman ook de tekst zingt. Cello en zang zitten hier bijzonder dicht op elkaar, vormen een onlosmakelijke eenheid. En ja, Shalygin slaagt erin, zeker in dit deel, om ons stil te laten staan bij de gruwelen van de Holocaust, mede dankzij de adembenemende uitvoering door Fridman.

Het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp:


Paul Celan – ‘Todesfuge’:

Schwarze Milch der Frühe wir trinken sie abends
wir trinken sie mittags und morgens wir trinken sie nachts
wir trinken und trinken
wir schaufeln ein Grab in den Lüften da liegt man nicht eng
Ein Mann wohnt im Haus der spielt mit den Schlangen der schreibt
der schreibt wenn es dunkelt nach Deutschland
dein goldenes Haar Margarete

er schreibt es und tritt vor das Haus und es blitzen die Sterne
er pfeift seine Rüden herbei
er pfeift seine Juden hervor läßt schaufeln ein Grab in der Erde
er befiehlt uns spielt auf nun zum Tanz

Schwarze Milch der Frühe wir trinken dich nachts
wir trinken dich morgens und mittags wir trinken dich abends
wir trinken und trinken
Ein Mann wohnt im Haus der spielt mit den Schlangen der schreibt
der schreibt wenn es dunkelt nach Deutschland
dein goldenes Haar Margarete
Dein aschenes Haar Sulamith

wir schaufeln ein Grab in den Lüften da liegt man nicht eng

Er ruft stecht tiefer ins Erdreich ihr einen ihr andern singet und spielt
er greift nach dem Eisen im Gurt er schwingts seine Augen sind blau
stecht tiefer die Spaten ihr einen ihr anderen spielt weiter zum Tanz auf

Schwarze Milch der Frühe wir trinken dich nachts
wir trinken dich mittags und morgens wir trinken dich abends
wir trinken und trinken
ein Mann wohnt im Haus dein goldenes Haar Margarete
dein aschenes Haar Sulamith er spielt mit den Schlangen

Er ruft spielt süßer den Tod der Tod ist ein Meister aus Deutschland
er ruft streicht dunkler die Geigen dann steigt ihr als Rauch in die Luft
dann habt ihr ein Grab in den Wolken da liegt man nicht eng

Schwarze Milch der Frühe wir trinken dich nachts
wir trinken dich mittags der Tod ist ein Meister aus Deutschland
wir trinken dich abends und morgens wir trinken und trinken
der Tod ist ein Meister aus Deutschland sein Auge ist blau
er trifft dich mit bleierner Kugel er trifft dich genau
ein Mann wohnt im Haus dein goldenes Haar Margarete
er hetzt seine Rüden auf uns er schenkt uns ein Grab in der Luft
er spielt mit den Schlangen und träumet der Tod ist ein Meister aus
Deutschland

dein goldenes Haar Margarete
dein aschenes Haar Sulamith