Concertgebouw, Amsterdam – 11 oktober 2019
Thomas Adès behoort bij de groep componisten die er tevens een indrukwekkende carrière als dirigent op na houden. In 2011 leidde hij het Koninklijk Concertgebouworkest voor de eerste keer, nadat het orkest in 1995 reeds muziek van hem uitvoerde en dit seizoen zal hij zelfs drie keer te horen zijn, met zijn eigen muziek en die van componisten die hem hebben beïnvloed. Als het concert van gisterenavond daarbij maatgevend is, kunnen we ons nu reeds verheugen op de volgende twee.
Op magistrale wijze, met veel passie en precisie leidde hij gisteren dit ongelofelijk goede orkest door vier heel verschillende partituren. Weliswaar is er overal de link met een schandaal, maar dat heeft meer met de programmatie te maken dan met de stukken an sich. Al was het maar omdat het begrip ‘schandaal’ hier in twee betekenissen opduikt: in twee stukken een schandaal het onderwerp, terwijl twee andere stukken een schandaal veroorzaakten.
Tot die laatste behoort Claude Debussy’s overbekende ‘Prélude à láprès-midi d’un faune’. Overigens vormt dit stuk een mooi voorbeeld van doorgaande beïnvloeding: Francois Boucher maakte in de 18e eeuw een schilderij, dat inspireerde Stéphane Mallarmé in 1876 tot een gedicht, dat Debussy in 1892 weer tot zijn stuk bracht, waarna Serge Diaghilev het stuk van Debussy in 1912 als basis voor een ballet gebruikte. Mallarmé was overigens niet blij met de actie van Debussy, net als Debussy dat niet was met Diaghilev! Beiden vonden dat er niets meer toegevoegd hoefden te worden. Maar het was die laatste, Diaghilev die het schandaal veroorzaakte, al wordt ‘Prélude à láprès-midi d’un faune’ nu wel gezien als één van die stukken die het begin van de nieuwe muziek kenmerkte. Adès heeft er duidelijk affiniteit mee en brengt het geheel vanaf die allereerste fluitsolo met veel raffinement en oog voor detail. Een broeierige, spanningsvolle sfeertekening, zoals het hoort. ‘Les Biches’ dat Francis Poulenc in 1923 schreef, in opdracht van diezelfde Diaghilev veroorzaakte eveneens een schandaal. Niet door de muziek, die is daar veel te traditioneel voor, maar door de enscenering waarin de scheidslijn tussen de geslachten al te diffuus werd. De suite voor orkest die Poulenc in 1939 uit dit ballet samenstelde en die hier wordt uitgevoerd is weinig opzienbarend en zeker niet echt kenmerkend voor de latere Poulenc, maar past wel prima bij de sfeer van het 18e eeuwse Franse hof waar Poulenc zijn inspiratie weghaalde.
Gerald Barry’s ‘The Stronger’ en Adès’ eigen ‘Luxury Suite from ‘Powder her Face’, die hier beiden hun Nederlandse première beleven gaan beiden over een schandaal, al is daarmee iedere overeenkomst wel gegeven. Adès speelt de muziek van Barry graag, zo bleek als eerder toen hij vorig jaar tijdens een Zaterdagmatinee diens pianoconcert uitvoerde. Ik schreef daarover: “We horen alarmerende ensembleklanken, dwarse notenclusters van de piano, grote dynamische contrasten, maar evengoed ook bijna romantisch aandoend melodisch materiaal.” Diezelfde diversiteit zit in ‘The Stronger’ waarin een vrouw, Madame X op Kerstavond Mademoiselle Y tegen het lijf loopt. Aanvankelijk vriendelijk en open steekt ze een monoloog af, onder andere over haar man die nogal eens vreemd gaat. Gaandeweg ontdekt ze dat dit ook gebeurd moet zijn met Mademoiselle Y en al pratende vallen de puzzelstukjes op hun plek. Barry neemt ons mee door alle fasen die deze dame doormaakt, van overdreven opgewektheid, via paniek en hysterie, naar berusting, medelijden en uiteindelijk triomf: haar man is toch maar bij haar gebleven. Terwijl Madame X continue aan het woord is, half pratend, half zingend – een glansrol van Kerstin Avemo, zit Mademoiselle Y zwijgend op een stoel, hier actrice Hanna van Vliet. Op een groot doek zien we haar een breed scala aan gezichtsuitdrukkingen vertonen, perfect passend bij het spervuur van haar tegenspeelster, meer is ook niet nodig. Beslist een vondst van Nina Spijkers, hiermee bewijzend dat video ook nog wat kan toevoegen. Barry’s muziek blijft prachtig dicht bij de taal, meandert volledig mee en versterkt, soms op hilarische wijze, de absurditeit van deze monoloog. Waarbij het meest pijnlijke nog is dat geen van tweeën de man, die toch de echte oorzaak van dit alles is, ook maar iets kwalijk lijkt te nemen! Maar goed, Barry baseerde zich op August Strindberg, die putte uit zijn eigen biografie, en van #MeToo was toen natuurlijk nog geen sprake.
Adès’ ‘Luxury Suite from ‘Powder her Face’, stamt uit 2017 en bevat muziek uit zijn eerste opera, ‘Powder Her Face’, die handelt over het schandaalrijke leven van de in 1993 overleden Margaret Campbell, die als bijnaam ‘Dirty Duchess’ van Argyll voerde. Het applaus is nog niet verstomd als Adès de eerste elektrificerende en opzwepende maten inzet. Het zijn vreemde klanken waarbij Adès de invloeden van Debussy en Stravinsky vermengt met populaire dansmuziek en jazz uit de jaren ’20 en ’30, tot een geheel eigen geluid. Maar meest opvallend is dat de muziek klinkt alsof er iets mis is met het toerental. Het klinkt allemaal stroperig traag, als in slow-motion. Iets dat een heel apart effect oplevert. Maar Adès weet met dit stuk wel de kern te raken. Zijn compositie is even kleurrijk, onthutsend en overrompelend als het leven van deze dame en krijgt door orkest en dirigent een zeer enerverende en spannende uitvoering. En ja, “alles klinkt mooier in het concertgebouw”.