Na twee studio albums en het album ‘Live At The NCH’, dat ik ook op deze blog besprak, kwam het Iers-Amerikaanse The Gloaming onlangs met hun derde studio album voor RealWorld: “3”. Tien nieuwe stukken vinden we op dit album waarop het kwintet wederom put uit de rijke Ierse traditie, zowel qua teksten – die ontleend zijn aan traditionele liederen maar ook hedendaagse dichters – als qua muziek. Een band die bruggen slaat.
Het album begint bijzonder stemmig met ‘Méachan Rudaí’, oftewel ‘het gewicht van de dingen’ op delen van een gedicht van de dichter Liam Ó Muithile. Deze klaagzang wordt werkelijk prachtig vertolkt door de zanger, Iarla Ó Lionáird, wiens stem zich absoluut leent voor dit soort teksten. In de muziek valt vooral het ritmische staccato spel van de fiddle aan het begin op, het geeft het nummer iets nadrukkelijks, onontkoombaars. Het ingetogen, maar zeer melodieuze en dansbare ‘The Lobster’, met aanstekelijke bijdrages van Caoimhin Ó Raghallaigh op hardanger d’amore en Martin Hayes op fiddle brengt ons daarna in vrolijkere sferen. De band greep voor dit sruk terug op een traditionele volksmuziek, iets dat eveneens geldt voor ‘The Pink House’ waar de zogenoemde ‘O’Sullivan’s March’ in opduikt, verwijzend naar de tragische gebeurtenis uit 1602 waarbij Donal Cam O’Sullivan Beare een desastreuse tocht ondernam met 1.000 volgelingen dwars door Ierland op de vlucht voor de Engelsen, slecht 35 mensen overleefden de tocht. ‘The Pink House’ noemden The Gloaming hun versie, waarin de pijn van deze tocht nog steeds doorklinkt.
Met ‘Reo’ zijn we weer bij de hedendaagse poëzie, en wel die van Seán Ó Ríordáin. Ó Lionáird, subtiel begeleid door onder andere pianist Thomas Bartlett, brengt de tekst, waar hij zelf nog het één en ander aan toe voegde, met veel gevoel voor het voetlicht. Mooi is ook het tweede, instrumentale deel waarin zo’n typische Ierse, repetitieve melodie centraal staat. In ‘The Old Road to Garry’, deels bestaand uit een stuk van zanger Paddy O’Brien en deels uit een volksmelodie, wordt die lijn doorgetrokken. Zeer opzwepende en dansbare muziek waar het speelplezier vanaf spat. Iets dat ook geldt voor ‘Sheehan’s Jigs’, eveneens gebaseerd op een oude volksmelodie.
Bijzonder is ook zeker ‘My Lady who has Found the Tomb Unattended’, gebaseerd op een gedicht uit circa 1609 van de dichter Eoghan Ruadh mac Viliam Óig Mhic an Bhaird die hiermee ongetwijfeld verwijst naar de twee vrouwen die het lege graf vonden na de dood van Jezus. Natuurlijk versta ik geen woord van de tekst, maar gezien de intense zang van Ó Lionáird en het ietwat theatrale arrangement zou het daar zo maar over kunnen gaan.
Na het instrumentale ‘Doctor O’Neill’ en de wederom met veel gevoel voorgedragen klassieker ‘Amhrán na nGleann’ kunnen we stellen dat de missie van The Gloaming wederom geslaagd is. Op “3” wordt de traditie gekoesterd als startpunt, in plaats van als eindpunt. Zoals het hoort.
Het album is te beluisteren via Spotify: