Vier stukken van vier Nederlandse componisten, te weten Bob Zimmerman, Diderik Wagenaar, Oene van Geel en Klaas de Vries. Alle vier geschreven in opdracht van het reeds meer dan dertig jaar bestaande Osiris Trio. Drie keer piano, viool en cello en bij het stuk van De Vries aangevuld met sopraan Gerrie de Vries. Mooi dat ze nu door Et’cetera Records op Cd zijn uitgebracht.
Zimmerman, vooral bekend geworden als arrangeur en filmcomponist, koos voor de vorm van het ‘bagatelle’, zeg maar het tussenstukje. ‘Cinq ou six Bagatelles Brillantes’ heet het stuk. Een enigszins ludieke beschrijving in het boekje maakt duidelijk dat het eigenlijk één bagatelle is die naar believen in vijf, zes of elf stukjes te hakken is. Voor hier allemaal niet zo spannend, veel belangrijker is hoe het klinkt. En inderdaad, het klinkt terloops, speels, zoals korte bagatelles moeten klinken. Met veel afwisseling in klankkleur, tempo en beweging.
Diderik Wagenaar is één van de bekendste Nederlandse componisten en zijn werk is dan ook regelmatig te horen op de Nederlandse concertpodia. Voor het Osiris Trio schreef hij het uit vijf delen bestaande ‘Azulejos’, waarin hij refereert aan historische muzikale vormen. Zo begint het stuk met een ingetogen ‘Barcarolle’, vederlichte strijkers en heldere noten op de piano, waarna we ‘Canons and Cadences’ horen, waarin rust en dynamiek elkaar op spannende wijze aflossen. De twee bestanddelen van ‘March and Cradle Song’ vormen eveneens een bijzondere combinatie. En vooral het ‘Cradle Song’ deel klinkt hier prachtig lichtvoetig en subtiel. Bijzonder is ook het vijfde en laatste deel, ‘Toccata and Chorale’, met name door de turbulente vioolpassages.
Violist Oene van Geel is naast componist zelf uitvoerend musicus, onder andere in het strijkkwartet Zapp4, Estafest en The Nordanians. Zijn muziek reikt daarbij van hedendaags gecomponeerd tot jazz en met uitstapjes naar andere culturen dan onze westerse. Die grote mate van diversiteit komt ook tot uiting in ‘Akhnaton’ dat hij schreef voor het Osiris Trio. Zo haalde Van Geel voor het eerste deel zowel zijn inspiratie bij Radiohead als bij Japanse koto muziek. Het levert een spannende combinatie op, messcherp uitgevoerd door het trio. Het eerste stuk van het tweede deel klinkt prachtig ingetogen met impressionistisch aandoende strijkbewegingen, terwijl Van Geel zich voor de bijzondere cellosolo, die het tweede stuk vormt, baseerde op de Indiase muziek. Voor het derde deel, een dans, liet Van Geel zich eveneens inspireren door de Indiase muziek en combineerde dat met Bulgaarse volksmuziek.
Klaas de Vries is eveneens niet meer weg te denken uit het Nederlandse muzieklandschap gezien de vele composities die we inmiddels van hem kennen. Met ‘All That We Love Is Bound For The Past’, voor pianotrio en sopraan, voegt hij daar weer iets bijzonders aan toe. Hij baseerde het stuk op 18 zeer korte teksten, een soort van haiku’s van David Mitchell, die het libretto heeft geschreven voor De Vries’ opera ‘Wake’. De teksten handelen over het wel en wee van de Nederlanders die in de 17e eeuw verbleven op het Japanse eiland Decima waar een Nederlandse handelspost was gevestigd. Het totaal is een zeer divers stuk geworden waarin De Vries de in de tekst vervatte sfeer uitstekend in muziek weet te vertalen. Zijn vrouw Gerrie de Vries speelt daarbij, middels haar stemkunst, een centrale rol en het is bijzonder om te horen hoe goed die stem vaak samenvalt met de instrumenten. Verder vallen de grote contrasten op. Het ene moment klinkt de muziek nog uitgebeend, minimalistisch, het andere moment knalt het letterlijk uit de speakers. Het trio en Gerrie De Vries leveren een prestatie van formaat in het verklanken van dit bijzondere stuk.
Beluister hier ‘March and Cradle Song’ uit ‘Azulejos’, het eerste deel van ‘Akhnaton’ en ‘The Persimmon Tree’ en ‘Europe’ uit ‘All That We Love Is Bound for the Past’: