Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam – 15 september 2019
Een musicus met een laptop op het podium vinden we inmiddels heel gewoon, maar ooit was dat anders. Ooit was dat revolutionair en baanbrekend. En Michel Waisvisz, grondlegger en jarenlang directeur van STEIM (STudio for Electro-Instrumental Music) was de allereerste, wereldwijd, die hiermee begon. Het is slechts één van de wapenfeiten die we te danken hebben aan dit bijzondere instituut waarvan we dit jaar de 50ste verjaardag vieren.
Het begon allemaal in 1969, als onderdeel van de revolutie die zich binnen de hedendaagse muziek voltrok, in Amsterdam. STEIM als broedplaats, als vrije plek waar alles kon en alles mocht. Het trok musici uit binnen- en buitenland die hier experimenteerden, ontdekkingen deden en de wereld van de elektronische muziek vooruit hielpen. Nic Collins bijvoorbeeld die gisterenavond vertelde hoe hij het prestigieuze IRCAM in 1985 verruilde voor STEIM omdat ze bij IRCAM niets moesten hebben van de toen net verschenen eerst Apple Mac. Bij STEIM dachten ze daar anders over en Collins groeide uit tot een pionier in de live elektronica, net als Waisvisz.
Bij de rol van die laatste wordt uitgebreid stilgestaan op dit feest, volkomen terecht gezien de bijdrage die juist hij in dit veld heeft geleverd. Een mooi feest, maar ook met een uitgesproken zorg. Want vrijplaatsen komen steeds meer in het gedrang in een maatschappij die eenzijdig gefocused is op het leveren van prestaties en het maken van rendement. Op doelloos aanrommelen rust zo onderhand een taboe, zeker als de overheid hier dan ook nog middels subsidies aan moet bijdragen. Maar 50 jaar STEIM bewijst dat het zo niet werkt. Dat aanrommelen, uitproberen, experimenteren en ja, ook mislukken is hard nodig. We waren niet geweest waar we nu zijn zonder dit soort plekken.
Bovendien levert dit bijzonder avontuurlijke muziek op, zo bleek ook gisterenavond, waarbij negen musici, allen verknocht aan STEIM, hun opwachting maakten. Soloconcerten en gelegenheidsensembles wisselden elkaar af in een serie spannende improvisaties die met elkaar de zoektocht naar klank deelden. Melodie, harmonie, ritme, gooi het allemaal maar over boord. Hier gaan we de vrijheid tegemoet. Met elektronica, percussie, huis-tuin-en-keuken spullen, een tweetal trompetten (Collins en Mazen Kerbaj) en een doos LP’s (DJ Sniff) worden de grenzen van de muziek grondig afgetast. Iedere musicus heeft daarbij, door jarenlang oefenen en experimenteren, zijn eigen specialiteit ontwikkeld en juist dat maakt deze avond zo bijzonder.
Mazen Kerbaj bijvoorbeeld die zijn trompet aanblaast middels slangen en geluid produceert door allerlei voorwerpen in trilling te brengen die hij op de hoorn plaatst; of Atau Tanaka die zijn elektronica laat klinken door te werken met op het lichaam geplaatste sensoren; of Daniel Schorno die allerhande elektronica combineert met motortjes en alledaagse percussie, en dat samen tot een bijzondere klankwereld weet te combineren; of Tina Blaine, die prachtige Arabische en Afrikaanse ritmes creëert middels een geavanceerde drumcomputer. En zo kunnen we nog wel even doorgaan met als samenbindend element die gerichtheid op het experiment, die zoektocht naar die nieuwe, nog niet gehoorde klanken en ja, dat plezier van met elkaar samen muziek maken en het publiek op scherp zetten en tot nadenken stemmen. Het lukte weer gisterenavond. We werden verrast, uit onze comfortzone gehaald en tot denken aangespoord.