Westergasfabriek, Amsterdam (Holland Fesival) – 8 juni 2019
LICHT (Die Sieben Tage der Woche) is niet alleen Karlheinz Stockhausens magnum opus, het is verreweg het grootste, langste, meest overdonderende muziekwerk uit de westerse geschiedenis. De zeven opera’s, ontstaan tussen 1977 en 2003, staan ieder voor een dag in de week en duren gezamenlijk zo’n 29 uur. Nog nooit is de cyclus, verspreid over 7 avonden, achter elkaar uitgevoerd. En wellicht zal dit ook wel nooit geschieden, is dat eenvoudig weg ook niet mogelijk. Een dwarsdoorsnede maken van dit immense werk, wat het Holland Festival dit jaar doet, waarbij het geheel wordt teruggebracht tot ongeveer de helft, verdeeld over drie dagen, is dan ook lang geen gekke beslissing.
Nu was het in 2015, toen het idee ontstond, wel de bedoeling om de gehele cyclus op te voeren. Maar die uitdaging, het vraagt alleen al om 700 uitvoerende musici, zangers en dansers, bleek simpelweg te groot. En natuurlijk, je kunt je afvragen of knippen in een kunstwerk nu wel zo’n goed idee is. We brengen de ‘Nachtwacht’ immers ook niet tot de helft terug omdat hij zo groot is! Aan de andere kant, door de geschiedenis heen hebben we nooit anders gedaan. Tot op de dag van vandaag worden literaire kunstwerken ingekort, gedichten tot frases gereduceerd en herinterpreteren we muzikale kunstwerken eveneens vrijelijk. En in dit geval moeten we daar aan toe voegen dat deze opera’s zich er voor lenen: ze hebben geen van alle een duidelijke plot, de volgorde waarin ze opgevoerd worden ligt niet vast en diverse delen werden ook tijdens Stockhausens leven reeds als op zichzelf staand uitgevoerd.
De cyclus zoals hij nu wordt uitgevoerd tijdens dit Holland Festival is in drie subthema’s verdeeld: ‘Michael’, ‘Lucifer & Eva’ en tot slot ‘Samenwerking en het openen van de ruimte’. ‘Michael’ is het terechte begin, waarbij deze figuur de nodige autobiografische gegevens van Stockhausen zelf bevat. Het begint allemaal met ‘Donnerstag-Gruss’, waarin het koper overheerst, aangevuld met piano en slagwerk. Het is een groet in de ware zin van het woord waarin Stockhausen op boeiende wijze een veelvoud van muzikale patronen verwerkt. Het aansluitende ‘Michael’s Jugend’ is sterk autobiografisch. We zien hier hoe Michael al vroeg wees wordt. Zijn moeder wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis om uiteindelijk euthanasie te krijgen, iets wat Stockhausens moeder in 1941 overkwam, terwijl zijn vader, die na de opname in de kliniek van haar scheidt, kiest voor het leger om uiteindelijk te sneuvelen, net als vader Stockhausen in 1944. Ontroerende scènes, met name door de prachtige regie van Pierre Audi die deze twee scènes in felrood uitlicht. Michael ontmoet in dit deel ook Mond Eva, een jonge vrouw komend van de sterren, half vogel, half vrouw en in het bezit van een bassethoorn. Dat is een ander kenmerk van deze cyclus: alle hoofdpersonen hebben een instrument als kenmerk, vergelijkbaar met het leidmotiv bij Richard Wagner. Deze Mond Eva horen we dan ook niet zingen in dit deel, als zij aan het woord is, is dat middels die bassethoorn, prachtig bespeeld door Denise van Leeuwen. Michael’s instrument is de trompet en uiteindelijk ook de dans, als volgende stap in zijn ontwikkeling. En zo kan het dan gebeuren dat tenor Georgi Sztojanov, die eerst prachtig vorm gaf aan Michael’s kinderjaren, het podium deelt met trompettist Christopher Collings en danseres Emanuelle Grach, alle drie in de rol van Michael. Tot slot doet Michael in dit deel toelatingsexamen voor de muziekopleiding. Een belangrijk stuk omdat hier de rituele kant van deze cyclus mooi aan bod komt.
Want dat is waar het in ‘Das Licht’ eigenlijk allemaal om draait. Wat Stockhasuen schiep is een tijdloze mythe over de grondslagen van het leven op aarde, gezien vanuit het universum. Of zoals hij het zelf zegt: “Mijn theater vertelt een algemeen geldend verhaal: het verhaal van het menselijke bestaan, alleen dat fascineert me en houdt me bezig. Het dramatische genre dat me interesseert gaat over kosmische krachten en principes van de geest die zich materialiseren en manifest worden.” De muziek mag dan modern zijn, Stockhausen was zijn gehele leven meer dan gefascineerd door muziek uit andere culturen dan de onze en zag als geen ander de raakvlakken. In ‘Michael’s Reise um die Erde’, een volledig instrumentaal deel waarin we Michael alleen op trompet horen, prachtig verklankt door Jerome Burns, maken we met hem een reis om de aarde. Te zien als een soort van initiatie en proces van volwassenwording. En natuurlijk stapt Stockhausen niet in de valkuil om elementen van de Indiase muziek in ‘India’ te proppen en Afrikaanse in ‘Centraal-Afrika’, dat was zijn eer te na. Nee, de muziek is typisch Stockhausen, altijd doortrokken van een veelvoud van invloeden. Schitterend en niet gespeend van humor is het duet tussen de trompet en de bassethoorn, de liefdesbetuigingen tussen Michael en Mond Eva aan het einde.