Na albums van David Berezan en Alistair MacDonald, is nu ‘Ténébrisme’ van Adam Stanović aan de beurt, dat eveneens verscheen bij empreintes DIGITALes. Stanović is altijd gefascineerd geweest door elektronische muziek. Zijn carrière begon dan ook met het experimenteren met bandrecorders en mini-discs. Een stap die hem uiteindelijk bracht tot een studie aan het Leeds College of Music en aansluitend aan de University of Leeds. Hij deed vervolgens zijn PhD in Londen en is tegenwoordig, naast componist, Senior Lecturer aan de University of Sheffield.
In tegenstelling tot de albums van Berezan en MacDonald, heeft ‘Ténébrisme’ geen centraal thema dat de stukken bij elkaar houdt. Of het zou de fascinatie moeten zijn voor het proces van componeren, want dat komt in alle zes de stukken, die allen ontstonden in de jaren 2015 tot 2017, wel degelijk aan de orde. Zo kwam ‘Crl c’ stand door een vraag van mede componist Ben Gaunt, om een re-mix te maken van zijn ’16th Century Horror’ een stuk voor fluit, hobo en piano. Naar eigen zeggen ging Stanović in eerste instantie zeer bescheiden met dit muzikale materiaal aan de slag, met de intentie dicht bij het origineel te blijven. Dat lukte niet echt en hij besluit zijn verhaal dan ook met de mooie opmerking: “A few brief hints of the instrumental origins lurk throughout, but ultimately there is little that connects ‘Crtl c’ with Gaunt’s work. As is often the case, things apparently “copied” are all-too-often unique.” Het maakt het stuk niet minder geslaagd – al ken ik het origineel niet – en Stanović weet hier te overtuigen met duistere, dreigende, maar tegelijkertijd ook sfeervolle klanken.
Ook in ‘Metallurgic’ houdt Stanović zich nadrukkelijk bezig met het proces van componeren binnen de elektro-akoestische muziek, of nauwkeuriger geformuleerd: hoe rangschik je de samples op een goede manier tot een muziekstuk, zonder daarbij in clichés te vervallen? De oplossing die hij koos is bijzonder: het geluid opnemen van een grote hoeveelheid metalen objecten, daarmee aan de slag gaan zonder zich te bekommeren om eventuele clichés, maar deze juist te parodiëren. “And I completed the piece having developed a genuine and long-lasting respect for the very trope that I had set out to parody.” En ja, dit klopt helemaal. Dit stuk heeft zeker iets voorspelbaars, maar dat laat onverlet dat de componist ook hier weet te overtuigen. in ‘Inam’ van een jaar later, neemt Stanović het beginfragment van ‘Mettalurgic’, dat wel wat weg heeft van distorsie op een elektrische gitaar, als basis voor een geheel andere compositie. Overigens weet hij ook hier weer te verrassen met een vrij duistere, overrompelende aanpak. De muziek is heftig, disruptief en gaat duidelijk een paar stappen verder dan die in ‘Metallurgic’. Het ‘Metal’ uit ‘Metallurgic’ is hier nooit ver weg.
Tijdens een residentie in het Centro Mexicano para la Música y las Artes Sonoras (CMMAS) in 2016 verdiepte hij zich in de manieren waarop een melodisch thema, hier gespeeld op een piano, met behulp van elektro-akoestische technieken getransformeerd kan worden. Het leidde tot ‘Inja’, dat zo ongeveer het tegenovergestelde is van ‘Inam’. Een ambient-achtige sfeer creëert Stanović hier. En dan is er ‘Foundry Flux’ waarin de componist zich laat inspireren door een oude gieterij in Sheffield die tot 1951 als zodanig in gebruik was en nu is getransformeerd in een artistieke vrijplaats, zoals we dat op veel plekken tegenkomen. Het vloeien van het hete staal nam Stanović als uitgangspunt en trok dat door naar het vloeiende dat ook in verandering zit, bijvoorbeeld die van de stad. Muzikaal koos hij daarom voor het geluid van verkeer, wat hier overigens ook wel wat weg heeft van het geluid van de branding, en de dynamiek die daarbij hoort. Tot slot brengt Stanović, met ‘Would be to seek’ een hommage aan één van de grondleggers van de elektro-akoestische muziek, Beatriz Ferreyra die in 2017 tachtig werd.