In de wereld van de elektro-akoestische muziek is het Canadese label empreintes DIGITAles een begrip. Tijd dus om een aantal albums die hier onlangs verschenen de komende dagen onder de loep te nemen. Te beginnen met ‘Cycle nautique’ van de Canadese componist David Berezan, tevens directeur van de Electroacoustic Music Studios in Manchester en Senior Lecturer in Electroacoustic Music aan de University of Manchester.
Tevens is hij de oprichter van MANTIS (Manchester Theatre in Sound) met als doel om de uitvoeringspraktijk van elektro-akoestische muziek mogelijk te maken. Ook hier gaat dat gepaard met het opstellen van een relatief grote hoeveelheid luidsprekers om een breed klankpalet te creëren. We zien dit bijvoorbeeld ook terug in het door Francois Bayle ontworpen Acousmonium, waar ik eerder over schreef naar aanleiding van het FAQ Festival 2016, dat deels was geweid aan de elektro-akoestische muziek. Kenmerkend voor deze componisten, die hun werk bij empreintes DIGITAles uitbrengen is dat het hier in alle gevallen gaat om gecomponeerde muziek, ontstaan in de studio en niet om improvisatie, zoals we dat bij elektronische muziek eveneens vaak tegenkomen. En dat deze wortelt in de Musique concrète, waarin alledaagse geluiden in de vorm van samples de basis vormen van een compositie.
Alle vijf de stukken op dit album van Berezan, die samen de ‘Cycle nautique’ vormen, voldoen aan deze definitie. En aangezien voor dit album, zoals de titel reeds aangeeft, Berezan zijn inspiratie haalde uit de maritieme wereld, horen we hier een uitgebreid scala aan geluiden die daarin hun basis vinden. Zo verwijst ‘Lightvessels’ naar de lichtbakens die op zee schepen de weg wijzen en dienen als radio- en weerstation. Als basis gebruikt Berezan hier langgerekte geluiden, regelmatig klinkend als een duistere mist, die hij aanvult met knarsende, piepende en tikkende geluiden, soms net morsetekens en met het geluid van de golven tot een boeiend, overtuigend en zeer spannend geheel. Voor ‘Moorings’ gebruikt Berezan de geluiden van scheepstrossen, knarsende touwen, de scheepsromp die langs een boeg wrijft en de krijsende meeuwen en distilleert ook hier een nieuw verhaal uit.
Het kwaliteitscriterium voor dit soort composities ligt duidelijk niet bij het basismateriaal. Berezan ontleent ze hier aan de maritieme wereld, maar had net zo goed een andere basis kunnen nemen. Waar het veeleer om draait is wat je als componist uiteindelijk doet met deze geluiden, hoe verwerk je deze tot een nieuw en coherent geheel. Daarin zit er inderdaad weinig verschil met de componist die akoestische instrumenten inzet om zijn verhaal te vertellen. Berezan slaagt er beslist in om dit basismateriaal effectief in te zetten en het beste voorbeeld daarvan is wellicht ‘Offshore’. Want beluister je dit stuk zonder er iets over te lezen dan denk je dat ook je ook hier die knarsende touwen en langs boeien wrijvende scheepsrompen hoort die zo’n grote rol spelen in ‘Moorings’. Niets is echter minder waar: de geluiden die Berezan hier gebruikt komen uit een opname van een op haar basklarinet improviserende Marij van Gorkom! De basis is dus een geheel andere, maar qua uitwerking past dit ‘Offshore’ naadloos bij de overige vier stukken van dit album, waarin de componist de maritieme wereld in geluid wil vangen.
In ‘Buoy’ vervolgt hij zijn ontdekkingstocht met de geluiden die bij zeeboeien horen: pulserende signalen, codes, bellen, fluiten en natuurlijk de golven, die soms met grote heftigheid klinken. En ook hier weet Berezan weer een boeiende spanning te creëren. Tot slot klinkt ‘Starboard’ waarin Berezan kiest voor een veel sfeervollere aanpak. De afzonderlijke geluiden zijn hier minder goed herkenbaar en meer onderdeel van een groter harmonieus geheel. Een bijzonder slot van een intrigerend album.