Ingeklemd tussen composities van twee van de beroemdste componisten uit de westerse klassieke muziek: Wolfgang Amadeus Mozart en Ludwig von Beethoven klinkt vanavond bij de Philharmonie zuidnederland, onder leiding van Karel Deseure, het nieuwe ‘Concert for Two Pianos’ van de Amerikaanse componist Bryce Dessner, woonachtig in Parijs, dat in april 2018 in Londen zijn wereldpremière beleefde. Met Katia en Marielle Labèque, waar Dessner het stuk ook voor schreef, achter de toetsen.
Zo hoor je tijdenlang niets van een componist en zo hoor je ineens drie stukken in twee maanden tijd. Op 11 mei bracht het DoelenKwartet, samen met gitarist Aart Strootman de Nederlandse première van ‘Quintet for High Strings for Guitar and String Quartet’, nu klinkt dit pianoconcert en later deze maand brengen het vocaal ensemble Roomful of Teeth en Asko|Schönberg, tijdens het Holland Festival, ‘Tryptich (Eyes Of One On Another)’, Dessners hommage aan fotograaf Robert Mapplethorpe.
De handtekening van Dessner staat ook zeker op dit ‘Concerto for Two Pianos’. Direct al in het begin wisselen slagwerk en piano elkaar met sterke akkoorden af en heeft het geluid van de cello’s iets verderop verdacht veel weg van een elektrische gitaar. Dessners achtergrond bij rockband The National is immers nooit ver weg. Maar degradeer Dessner hierbij niet tot de popster die zo nodig ook het klassieke pad op moet, daar zijn deze composities eenvoudigweg te goed voor. Krachtig is het gebruik van de percussie, metalig klinkend, dienend die als ankerpunten door het gehele stuk heen. Met name in het eerste deel horen we een zeer contrastrijke compositie, vol dynamische effecten. Het tweede deel begint zeer ingetogen met de twee piano’s in een kabbelend, repetitief motief. Enige strijkers ondersteunen het en verderop onder andere de hobo en de fagot. Het klinkt als een meanderende rivier van subtiele klanken. Mooi hoe Dessner verderop de melodie aan het orkest geeft en daar de pianistes op laat variëren. Langzaam maar zeker wint dit stuk aan scherpte, komt er steeds meer dynamiek in, culminerend in staccato spelende strijkers, waarin de geest van de rock ronddwaalt. De rustig meanderende rivier van het begin is inmiddels uitgemond in een wild stromende variant. Ook het derde deel vangt aan met de piano’s. Een intense, meerstemmige pianomelodie klinkt, met een tegendraads element. Het is de opmaat tot een stuwend vervolg, waarin orkest en piano’s elkaar afwisselen met een grote diversiteit aan ritmische patronen en culminerend in een daverende climax. Met dit concert heeft Dessner een boeiend stuk toegevoegd aan de pianoliteratuur voor vier handen. Collega’s van de zusters Labèque moeten echter nog even geduld hebben, tot 2022 mogen alleen zij het in het openbaar spelen.
Mozart schreef zijn tiende pianoconcert, één voor twee piano’s, in 1779 op zijn 23ste voor zijn zus Nannerl en hemzelf, het kreeg uiteindelijk het nummer KV365. De zusters Labèque hebben het in de 50 (!) jaar dat zij inmiddels samenspelen ongetwijfeld al zeer vaak onderhanden gehad (en reeds in 1990 opgenomen voor Philips), iets dat we hier ook terughoren in het ongelofelijk strakke samenspel. Want Mozart trok voor dit speelse stuk alles uit de kast. Soms gaan de twee pianisten gelijk op, maar veel vaker wisselen ze elkaar af in een pittige dialoog, of zitten ze elkaar eerder in de weg, delen ze plaagstoten uit, kibbelen een beetje. Net zoals Mozart dat gedaan heeft met zijn zusje. Dit stuk is ook echt een stuk voor die twee piano’s, het orkest mag aanvullen, accenten leggen en de brug slaan tussen twee onnavolgbaar virtuoze passages.
Beethovens vijfde symfonie, de meest gespeelde van de negen, hoorde we onlangs door het Symfonieorkest van de Munt, onder leiding van Alain Altinoglu, als onderdeel van zijn Beethoven cyclus. Zie ook dat verslag voor de achtergronden bij deze symfonie. Vergelijken ligt dus voor de hand. Allereerst kiest ook Deseure, overigens net als Altinoglu en veel andere dirigenten op dit moment, voor een klein orkest en voor de snelle tempi die Beethoven voorschrijft. Al blijft hij wel onder Altinoglu. Met veel vaart gespeeld dus en allemaal prima getimed en strak gedirigeerd, zeker als we in gedachten houden dat er twee dagen repetitie waren voor dit complete programma en dat het pas de derde keer is dat Deseure de vijfde dirigeert. Want daar ligt wel een belangrijk verschil. Het Symfonieorkest van De Munt en Altinoglu zijn inmiddels aardig met elkaar vertrouwd en op het moment dat de vijfde klonk, hadden ze de eerste vier symfonieën van Beethoven reeds achter de rug, geen wonder dat alles daar perfect in elkaar paste en deze vijfde klonk alsof er gewoon geen andere manier van uitvoeren mogelijk is. Dat krijgen de Philharmonie zuidnederland en Deseure niet gedaan, dat mag wellicht ook niet worden verwacht. Wat blijft staan is onverdroten speelplezier, liefde voor het stuk en de kwaliteiten van dit uitstekende orkest, voor nu genoeg. Wat ook blijft staan is dit: het ‘Concerto for Two Pianos’ van Dessner is het hoogtepunt van de avond!