Paradox, Tilburg – 12 april 2019
Zangeres Sanne Rambags, zo weten we inmiddels, gaat het experiment geenszins uit de weg. Sterker nog, met dit optreden maakt ze het zichzelf behoorlijk lastig. Furore maakte ze immers met dat andere trio, Under The Surface, waarover zo dadelijk meer, met percussionist Joost Lijbaart en gitarist Bram Stadhouders. In dat trio overheerst de subtiliteit van de klank, vol introverte bewegingen en prachtige klanken. Daar fluistert en lispelt Rambags naar hartenlust, technieken die perfect bij haar passen. Maar hier kiest ze voor cellist Vincent Courtois en drummer Julian Sartorius. Met name Courtois is in deze set nadrukkelijk aanwezig met zijn flamboyante, ritmische spel, doortrokken van folk en bijpassende melancholie. Sartorius sluit daar naadloos en al even ritmisch bij aan en Rambags horen we hier in een ander register dan we van haar gewend zijn. Zo uitbundig en dynamisch maakte ik haar nog niet mee. Prachtig hoe ze erin slaagt het tempo van haar twee medemusici bij te houden. Het is overduidelijk hard werken, maar ze weet ons mee te nemen. Op andere, veel rustigere momenten is zij het die de leiding neemt met die beproefde combinatie van louter klanken en zelf gecomponeerde poëtische regels. Je ziet ze daar staan, ongecompliceerd en in het moment, terwijl ze met volledige overgave haar stem spontaan inzet als instrument. Het blijft een prestatie: als zangeres kiezen voor volledige improvisatie.
Joost Lijbaart / Sanne Rambags / Bram Stadhouders – ‘Trinity’Van het trio met Lijbaart en Stadhouders ligt er, na het succesvolle ‘Under The Surface’, inmiddels een nieuw album: ‘Trinity’. Reeds in het prachtige ‘La Loba – Part One’ horen we de subtiele zang van Rambags in combinatie met mistige klankwolken van de twee instrumentalisten. Hier is ook al direct hoorbaar dat dit trio zich niets aantrekt van muzikale grenzen.
Op dit album, opgenomen tijdens diverse concerten in 2018, is de invloed van niet-westerse muziek duidelijk hoorbaar, van Europa via Afrika en weer terug, maar altijd zodanig dat het perfect past binnen het geluid van dit trio en volledig natuurlijk aanvoelt. Een mooi voorbeeld is het tweede deel van ‘Mokhsa’, ‘Hjemme’ en het zeer ritmische ‘Calling Up The Spirits’. Van grote subtiliteit, en het geldt zowel voor het gedicht dat Rambags schreef als voor de muzikale inkleuring, is het lange ‘The Dance Of Life’. Geïnspireerd door de schilder Edward Munch begint dit stuk met een subtiele combinatie van gesproken woord en zang, aangelengd met al even intieme klanken van Lijbaart en Stadhouders. En dan tegen het einde kruipt het ritme erin, opzwepend en meditatief. Wisselend verkeren ze op de voorgrond en op de achtergrond. Mooi is bijvoorbeeld het moment waarop Rambags en Lijbaart Stadhouders begeleiden. Het zijn prachtige voorbeelden van de wijze waarop zang en muziek met elkaar samenvallen. Dat de drie musici al enige jaren samen optrekken, betaalt zich hier uit.