Muziekgebouw aan ’t IJ – 6 april 2019
De zaterdag van het Minimal Music Festival brengt ons allereerst het overrompelende ‘Revelation: Music in Pure Intonation’ van de Amerikaanse componist en pianist Michael Harrison. Een bijzonder stuk, niet in het minst door de reine stemming die Harrison hier gebruikt. En extra bijzonder omdat de componist het zelf met volle overgave vertolkt. De avond is voor de meer pop georiënteerde experimentele muziek met een keur van internationale acts.
Harrison is een leerling van La Monte Young, de componist die algemeen gezien wordt als de grondlegger van het minimalisme in de westerse klassieke muziek. Die invloed hoor je overduidelijk terug. En zodra de eerste noten klinken, weet je het: de piano klinkt heel anders dan we gewend zijn. Op een bepaalde manier natuurlijker, organischer, waarbij het geluid doet denken aan bellen en klokken. En hoe vreemd ook, het went snel. Harrison vangt aan met korte patronen gescheiden door stiltes, tot die patronen gaandeweg steeds meer in elkaar overlopen en met elkaar verweven raken. En daar ontstaat waar Harrison en La Monte Young zo bekend om zijn geworden: de boventonen. Heel veel muziek die we hier horen zou je het gevolg van andere muziek kunnen noemen. Wellicht is dat ook wel een kenmerk van dit type muziek, we horen het immers ook bij Ryoji Ikeda en de wijze waarop hij de triangel gebruikt. Het levert prachtige momenten op. Bijvoorbeeld in het deel waarin het ritmisch patroon klinkt als een carillon, waartussen we een schitterende klanknevel omhoog horen dwarrelen, of verderop met dat pulserende ritmische patroon waarbij hetzelfde gebeurt, of in het allerlaatste deel, waarin Harrison alles uit de kast trekt in een onweersbui aan klanken, met zijn armen beukend op de toetsen. En als hij stopt, horen we die boventonen heel langzaam uitdoven. Een prachtig moment. Gemeen met minimal music heeft Harrison het werken met repetitieve, ritmische patronen en het in elkaar schuiven hiervan, wat hem anders maakt is dat hij daarnaast een lyricus is die zijn patronen van een melodische dimensie weet te voorzien. Die anderhalf uur dat het stuk uiteindelijk duurt is dan ook één lange roes.
Als we, zoals dit festival doet, de term minimal music oprekken tot muziek die bestaat uit repeterende patronen, komen we automatisch uit bij meer populaire muziekstijlen als ambient, trance, triphop, etc. Er valt wat voor te zeggen, te meer omdat veel van deze artiesten zichzelf schatplichtig betonen aan die originele stroming van minimal music. En daarnaast: ook minimal music kwam ergens vandaan. In de muzikale culturen van Afrika en India is het werken met deze materie immers al veel ouder. In Nederland was de nu in vergetelheid geraakte Marien van Oers een voorloper. Begin jaren ’80 bracht hij onder het alias Het Zweet de cassette ‘Massive Trance’ uit. Geluidskunstenaar Jeroen Vermandere wiste daar onlangs het stof af en vroeg het Berlijnse Driftmachine om de muziek te herinterpreteren. Nu is Driftmachine geen onbekende, hun laatste album ‘Colliding Contours‘ is hier besproken en toen merkte ik reeds op: “Hun stijl kenmerkt zich door een mix van industrial, dub en jazz, waarbij vooral de originele, ingenieuze en zeer dwingende en meeslepende ritmische patronen opvallen.” Het geldt niet minder voor deze prachtige, meeslepende set waarin ze helemaal aan het einde laten horen hoe doeltreffend hun naam is gekozen: de ene helft van het duo zorgt voor de drift, de andere brengt middels een geluid dat veel wegheeft van een cirkelzaag de machine naar binnen.
Étienne Jaumet, Sonic Boom, het alias van Peter Kember en Céline Wadier sluiten met hun ‘Tribute to La Monte Young’ weer meer aan bij ambient. Zij bieden een traag verlopend klankweefsel dat overigens met de muziek van de grote meester weinig van doen heeft. Maar mooi is het wel en de combinatie van elektronica, aangevuld met de altsax van Jaumet en de Dhrupad zang van Wadier is een bijzondere. Op de achtergrond zien we geometrische patronen heel geleidelijke over elkaar heen schuiven, het vormt een mooie metafoor van wat we horen. Aansluitend komen in de grote zaal nog een paar interessante acts voorbij. Lea Bertucci gebruikt in het eerste deel van haar set de klank van haar altsax als basis. Lange subtiele lijnen blaast ze, afgewisseld met wat nog het meest lijkt op vogelgekwetter. Die klanken neemt ze op en gebruikt ze aansluitend als onderlaag om weer op te improviseren. Het levert een verdicht ijl klankweefsel, een spookachtig landschap. Verderop in de set brengt ze de noise naar binnen, vermengt deze met golven percussieklanken en voegt er tot slot een aantrekkelijk ritme aan toe. Helemaal aan het eind horen we nog één keer die sax, een bijna rustiek klankbeeld aanvullend.
Zeer bijzonder is ook de samenwerking van pianiste Tomoko Mukaiyama en elektronica producer Rabih Beiani. Het begint allemaal vrij subtiel met twinkelende pianopatronen en Beiani die een paar snaren gespannen op twee houtblokken met een strijkstok bespeelt. Maar al snel slaat de stemming om in een gloedvolle, heftige passage vol onbestemde dissonanten. Mukaiyama ramt letterlijk op de toetsen en Beiani creëert donderwolken door met zijn strijkstok op de versterkte snaren te slaan. Dan stapt hij over op zijn elektronica om een al even grillige, overrompelende klankwereld neer te zetten. De set van Donato Dozzy, het alias van Donato Scaramuzzi, verloopt aanzienlijk gematigder. Zijn muziek bevindt zich op de grens van ambient en trance. Het ene moment klinkt het spookachtig subtiel en trakteer hij ons op wolken van klank, het volgende moment vinden we kleurrijke, speelse ritmische patronen en sleept hij ons mee op een enerverende trip. De coherentie tussen al deze verschillende passages raakt daarbij overigens wel wat in het gedrang. Het is dan ook te hopen dat hij zijn nieuwe album, waar hij hier de muziek van speelt, in duidelijk afgebakende nummers hakt.
Beluister en koop ‘Revelation’ via Bandcamp: