Minimal Music Festival – Deel 1 (Concert Recensie)

Muziekgebouw aan ’t IJ – 5 april 2019

Afgelopen woensdag ging als start van het Minimal Music Festival, dat plaatsvindt in het Muziekgebouw aan ’t IJ en het Bimhuis, een nieuw stuk van Kate Moore in première, ‘Space Junk’. We schreven erover aan de hand van hetzelfde concert gisteren in Utrecht. Op de derde dag van het festival treedt het Vlaamse Razen op en het Zwitserse Eklekto. Die laatste met stukken van Pauline Oliveros en Ryoji Ikeda.

Het concert van Razen maakt onderdeel uit van een twaalf uur durende livestream, uitgezonden vanaf het eerste foyerdek en zit qua timing precies voor het concert van Eklekto. En dat komt uitstekend uit want Razen heeft zijn sporen reeds verdiend in de wereld van de drones. Die komt allereerst af van de draailier, het enige constant spelende instrument van dit kwintet. En dat is niet het enige ongewone instrument dat we horen. Wat te denken van de hommel, de santur, de schalmei en de sarangi. Deels westerse instrumenten die in de loop van de tijd uit beeld zijn verdwenen en deels oosterse. Nu met zijn vijven, de band wisselt nogal eens van samenstelling, creëren ze hiermee een wonderlijk klanklandschap. De harmonie staat daarbij altijd centraal en de melodische patronen vloeien geleidelijk in elkaar over tot een luisterrijk mozaïek van klank.

Razen

Het concert van Eklekto kunnen we direct toevoegen aan het lijstje hoogtepunten van het seizoen. Bij het eerste stuk, ‘Earth Ears, a sonic ritual’ van Pauline Oliveros krijgen de vier mannen versterking van 11 studenten van de conservatoria van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Het stuk kent geen partituur, louter geschreven aanwijzingen en geeft de uitvoerders dus veel vrijheid om er een eigen draai aan aan te geven. Zo geeft Oliveros aan het begin van de partituur aan dat alle instrumenten en stemmen passend zijn, zo lang die aanwijzingen maar worden opgevolgd. Het eerste instrument dat de 15 percussionisten opvoeren zijn dan ook 30 handen. Ritmisch tikken ze met de vinger van de ene hand op de andere. Dat getik, op onregelmatige wijze, keer vijftien levert een geluid op dat gek genoeg nog het meest wegheeft van stromend water. En dan stapt er één over op een wrijfbeweging en nog één, en nog één, tot heel geleidelijk iedereen op deze nieuwe beweging uitkomt. Hetzelfde procedé wordt gevolgd bij het met steentjes over elkaar wrijven: dat een hoog, speels, maar zeer subtiel geluid geeft en de één na laatste stap waarin een veelvoud van voorwerpen, wijnglazen, schaaltjes, bakjes en een houten klomp – ieder met hun eigen specifieke geluid, wordt bespeeld met dunne stokjes. Tot op dat moment is de klankrijkdom bij iedere stap verder gegroeid met als hoogtepunt de net genoemde fase waarin de diversiteit het grootst is. Het stromende karakter van de muziek is echter een constante. Helemaal aan het einde keren we terug naar het geluid van dat over elkaar wrijvende handen maken.

Eklekto tijdens het laatste deel van ‘Music for Percussion’

De uit Japan afkomstige Ryoji Ikeda is zowel actief als beeldend kunstenaar, nog niet zo lang geleden waren in museum eye in Amsterdam nog een aantal van zijn videowerken te zien, als in de rol van musicus en componist. Het meeste van zijn werk bestaat daarbij uit vrij strenge, zeer minimalistische elektronica. In 2016 schreef Ikeda echter ook een aantal stukken voor percussie in opdracht van Eklekto die vanavond hun Nederlandse première beleven. De vier stukken getuigen eveneens van een grote mate van subtiliteit. Allereerst valt op dat Ikeda met heel weinig, heel veel weet te bereiken. De eerste drie stukken zijn voor twee slagwerkers, waarbij we in het eerste stuk slechts handen en voeten tegenkomen, in het tweede alleen een triangel en in het derde koperen schaaltjes die met een strijkstok worden bewerkt. Het vierde stuk is voor vier slagwerkers, maar die bespelen louter een veelvoud van bekkens. Dit zijn dan weliswaar geen stukken voor elektronica, je hoort die achtergrond van Ikeda in de wijze waarop hij de klank opbouwt wel degelijk terug. In een hoog tempo ritmisch tikken op de triangel leidt middels resonantie tot een langgerekte hoge drone, die je in de elektronische muziek ook vaak tegenkomt. Mooi is ook hoe hij daar vervolgens mee speelt. Het wordt een pulserend ritme door die drone iedere keer af te stoppen door de triangel tegen het been te duwen. Schitterend is ook het klankpalet dat Ikeda tevoorschijn tovert in het laatste deel met de bekkens. Ook hier draait alles om resonantie en het werken met boventonen.

Het is de bedrieglijke eenvoud die beide stukken zo bijzonder maakt. Het mag dan geen minimal music zijn in de strikte zin van het woord, het is wel muziek die met minimale middelen tot stand komt en zo dus prima past op dit festival. Maar de grote aantrekkingskracht zit in de messcherpe uitvoering door Eklekto. Hier klopt werkelijk alles tot in de kleinste details, een prestatie van formaat. Snel terughalen dit gezelschap

Bekijk hier een eerdere uitvoering van ‘Earth Ears, a sonic ritual’ in het Theatre du Galpon, Genève: