Twee Cd’s met pianomuziek van John Cage. Op de eerste speelt Pascale Berthelot ‘Music for Piano’ en dan de nummers 4 tot 84, de Cd verscheen bij Quicatl, op de tweede speelt Guy Vandromme twee zogenoemde ‘Number Pieces’: ‘One’ en ‘One-5’. Het album verscheen bij Edition Wandelweiser Records. Het biedt ons weer eens de mogelijkheid de muziek van Cage onder de loep te nemen.
Tussen 1952 en 1962 schreef John Cage 85 stukjes voor piano. Een deel daarvan verscheen in clusters van meerdere stukken: 4-19, 21-37, 38-52, 53-68 en tot slot 69-84. Een paar verschenen echter als apart nummer, dat geldt voor de nummers 1,2,3, 20 en 85. Bovendien gaf Cage pianisten de mogelijkheid om de stukken van de hierboven genoemde clusters met elkaar te laten overlappen, maar alleen die delen en niet die vijf afzonderlijke stukken. Volgens Cage instructies na het voltooien van de nummer 48-52: “The notation of the composition is thus completed. Much that occurs in performance has not been determined. Therefore, the following note is fixed at the head of the manuscript: ‘These pieces constitute 2 groups of 16 pieces (21–37; 38–52) which may be played alone or together and with or without Music for Piano 4 – 19. Their length in time is free; there may or may not be silence between them; they may be overlapped. […] Duration of individual tones and dynamics are free.”
Berthelot koos voor de nummers 4 tot 84, de vier clusters dus en het losstaande nummer 20, dat voorafgaand aan de vier clusters is geplaatst. Dankzij de huidige techniek krijgt Berthelot iets voor elkaar dat live nooit lukt. In de 70 minuten die zij zichzelf als tijdsslot oplegde, werden die 79 stukjes achteraf in de studio in elkaar geschoven. Dat moet een heel gepuzzel geweest zijn met een zeer coherent en natuurlijk aandoend totaalwerk als resultaat. Nergens krijg je het gevoel dat het anders had gemoeten of gekund, terwijl dat natuurlijk wel degelijk zo is. Verder is dit natuurlijk helemaal Cage uit die jaren: een combinatie van volstrekt willekeurig aandoende aanslagen die totaal niet met elkaar samenhangen. Er zit op geen enkele manier ook maar iets van een verloop in dit werk, dat kan natuurlijk ook niet gezien het bovenstaande. Louter klank is het wat we krijgen.
Bij het in 1987 gecomponeerde ‘One’ gaf Cage de volgende instructie mee: “This work comprises 10 systems of piano chords, varying in dynamics, selected by chance. Each system is roughly 1 minute long, and all but one is flexible. Each system contains 2 sets of chords. The order of each set is maintained, but the relationship between the two sets of chords is free.” Welnu, een stuk dat met een zo grote mate van vrijheid kan worden uitgevoerd, kun je prima twee keer spelen. Dat is wat Guy Vandromme hier dan ook doet en wat vanzelfsprekend twee verschillende stukken oplevert. De stijl verschilt daarbij overigens wel van die stukken uit de jaren ’50. De muziek is in deze jaren uitgebalanceerder en kent minder grote contrasten, tevens is het aantal noten door Cage nog verder gereduceerd, waardoor One en One5, uit 1990, een bijna meditatieve uitstraling krijgen. Vooral One5 kent bijna meer stilte dan pianoklanken.