Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam – 7 maart 2019
Twee avonden, twee opera’s, zo gaat dat tijdens het Opera Forward Festival. Zag ik gisteren ‘Fin de Partie’ van György Kurtág, vandaag klinkt in het Muziekgebouw aan ’t IJ ‘The Second Violist’ van Donnacha Dennehy.
En zoals het moderne opera betaamt: het verschil had niet groter kunnen zijn. Klinkt ‘Fin de Partie’ kaal, rauw en uitgebeend bij ‘The Second Violist knallen de emoties door de zaal, met veel dynamiek verklankt door het Crash Ensemble, onder leiding van Killian Farrell en groots geacteerd door Aaron Monaghan als de tweede violist.
Naast alle verschillen hebben de opera’s één ding gemeen: ze gaan beiden over het onvermogen om daadwerkelijk contact te maken met de ander. Zowel in deze opera van Dennehy als die van Kurtág zitten de hoofdpersonen opgesloten in zichzelf en hun eigen wereld. In ‘The Second Violist’, op een libretto van Enda Walsh waarmee Dennehy in 2015 ‘The Last Hotel’ maakte, draait het primair om Martin, een begaafd violist die simpel gezegd de weg kwijt is. Hij drinkt te veel, brengt te veel tijd door met agressieve videospelletjes en is bovenal totaal het contact kwijt met zijn omgeving, wat zich onder andere uit in het niet beantwoorden van telefoongesprekken of wel de telefoon opnemen maar vervolgens niets terugzeggen. Slechts één echte passie bindt hem ternauwernood aan het leven: de muziek van Carlo Gesualdo, de Renaissance componist die naast zijn muziek vooral bekend is vanwege de dubbele moord die hij in 1590 pleegde op zijn vrouw en haar minnaar.
Tussen de misère van Martin door zien we dat verhaal van Gesualdo in een hedendaagse setting, waarbij de minnaar is vervangen door een minnares, een vroegere vriendin die op bezoek is. Veel is er niet nodig want gaandeweg het stuk blijkt dat de beide echtelieden elkaar niet veel meer te vertellen hebben. Martin komt intussen via social media, alle twee de verhaallijnen worden tegelijkertijd op het podium uitgespeeld, in contact met een dame die al even ontvankelijk blijkt voor Gesualdo. En als helemaal aan het eind ‘Gesualdo’, hier Matthew geheten, een prachtige rol van Benedict Nelson, met zijn bloedende mes over het podium strompelt ontmoet Martin Scarlett en op de laatste klanken lijkt zich zo maar iets te ontwikkelen.
Een opera vol emoties, met veel vaart in muziek gegoten. Vanaf de harmonieuze, stromende klanken aan het begin, die langzaam steeds heftiger en onheilspellender worden tot de krachtige eindfase waarin destructie en hoop tegelijkertijd hun opwachting maken. Die muziek is vaak ritmisch, heftig, op het obsessieve af en wordt met veel vaart en inzet door het relatief kleine Crash Ensemble voor het voetlicht gebracht en onderstreept op doeltreffende wijze de dramatiek in deze opera. Martin, steeds meer in de war, zich steeds obsessiever gedragend, het echtpaar Matthew en Hannah, de onderlinge irritatie is tastbaar en tot slot de indringster, Amy: eindelijk iemand die Hannah wel begrijpt, met alle gevolgen van dien.
Daartussen horen we nog het koor, hier het Irish National Opera Chorus, dat net als in een Griekse tragedie, daar heeft dit stuk zeker iets van weg, commentaar levert op de handeling en de emoties nog eens verder aanscherpt.