Chassé Theater, Breda – 26 januari 2019
Erich Wolfgang Korngold heeft lang in de vergetelheid doorgebracht. In de jaren ’20 van de vorige eeuw behoorde hij tot de populaire componisten en zijn opera ‘Die Tote Stadt’ werd goed ontvangen. Het lot was hem echter niet gunstig gezind. Hij kwam op de zwarte lijst van de Nazi’s en toen hij van Warner Brothers de uitnodiging kreeg om naar de VS te komen, greep hij die kans met beide handen aan. Maar hoe toegankelijk zijn muziek ook moge zijn, voor filmmuziek is het altijd nog te complex.
De laatste jaren vindt er herwaardering plaats van zijn werk en het is mooi dat de Nederlandse Reisopera hieraan bijdraagt door ‘Die Tote Stadt’ uit te voeren. Korngold baseerde de opera op de roman ‘Bruges-la-morte’ van Georges Rodenbach, terwijl Korngold senior het libretto schreef. Het verhaal is snel verteld. Marie, de geliefde van Paul is overleden, iets waar hij niet overheen kan komen. Zijn rouw is verworden tot een manische obsessie en zijn huis tot een tempel voor zijn overleden vrouw. Dan komt hij een danseres tegen, Marietta, die als twee druppels water op haar lijkt. Hij nodigt haar bij hem thuis uit en zo waar zij is volgens Paul helemaal Marie en gelukkig voor hem, zij vindt hem niet onaardig. Dan aan het eind van de eerste akte doen de Korngolds iets vreemds, iets dat afwijkt van de roman van Rodenbach en dat niet helemaal gelukkig uitpakt: de gebeurtenissen in de tweede en derde akte gebeuren in Paul zijn droom en niet in het echt! Een belangrijk gegeven daarbij is de manier waarop Marietta in het leven staat. Ze mag dan uiterlijk op Marie lijken, daar is ook alles mee gezegd. Zij ontpopt zich tot een femme fatale die de bij het artiestenleven behorende genoegens maar al te graag tot zich neemt. Trouw staat niet in haar woordenboek, lust en plezier wel. Ze is niet alleen het liefje van haar collega’s bij het theater, ook vriend Frank, die we reeds in de eerste akte tegenkomen en die Paul uit zijn lethargie wil halen, weet ze te verleiden. Maar dit alles dus in de droom van Paul. Daarin loopt de vriendschap stuk en ontvouwt zich een vreemde verhouding tussen Paul en Marietta. Hij vindt haar een slet en laat dat duidelijk merken, maar kan aan de andere kant haar verleidingskunsten niet weerstaan. En Marietta op haar beurt kan het niet uitstaan dat Paul zo aan zijn vorige lief hangt en haar maar met Marie blijft vergelijken. De strijd om erkenning als zelfstandig persoon moet zij uitvechten, wat de consequenties ook zijn! Beiden leiden dus aan een obsessie en alles wijst erop dat dit niet goed gaat aflopen. En dat doet het ook niet. Als Marietta de grootste schat van Paul te pakken krijgt, een streng haar van Marie en daar ook nog eens een verleidelijke dans mee uitvoert, het lijkt Salome wel, gaat Paul door het lint en wurgt haar met diezelfde streng haar. En dan wordt hij wakker. Inmiddels is Frank er en Paul ziet door zijn droom in dat hij op het verkeerde pad zit.
Jammer, heel jammer dat Korngold voor deze opzet koos want totaal ongeloofwaardig. Zoals Jakob Peters-Messer terecht aangeeft in het programmaboekje is het maar zeer de vraag of een droom wel tot een catharsis kan leiden, iets waar Korngold hier wel van uit gaat. Maar het is vooral jammer omdat het de spanningsboog van de opera volledig ontkracht, de rol van Marietta volstrekt ongeloofwaardig maakt en ons met een einde opzadelt dat in een soap thuishoort.
Gelukkig maakt de muziek en zang veel goed. Waarbij we direct moeten aantekenen dat Korngold allesbehalve een nieuwlichter was, eerder een late romanticus. Het stuk stamt van iets later dan Alban Bergs ‘Wozzeck’, maar heeft daar muzikaal totaal niets mee van doen. Korngold heeft meer weg van Richard Strauss maar dan in een afgezwakte vorm. Dat Warner Brothers hem naar de VS haalde, is luisterend naar deze opera goed te begrijpen. Als geen ander is hij in staat om middels de muziek een verhaal te vertellen. Zeer romantisch, soms tegen de kitsch aan, in die eerste scene waarin Paul zijn Marie bezingt, grimmig aan het begin van de tweede akte en zwanger van onheil aan het begin van de derde akte. En ook tussen de bedrijven door zet hij op zeer gerichte wijze de puntjes op de i. Allemaal overigens uitstekend verklankt door het Noord Nederlands Orkest onder leiding van Anthony Hermus. Het verhaal duidt er reeds op, maar dit is een opera met opvallend weinig personages. Er zijn twee zeer duidelijke hoofdrollen, waarvan die van Paul het zwaarst is, gevolgd door Marietta. En we treffen het want de Zweedse tenor Daniel Frank schittert van begin tot eind als Paul en aan de Bulgaarse sopraan Iordanka Derilova heeft hij een prima tegenspeelster. Zij weten met hun krachtige zang en fijne spel de aandacht tot het einde toe uitstekend vast te houden.
Bekijk hier een korte documentaire over deze productie: