Chassé Theater, Breda – 6 december 2018
De opera ‘A Quiet Place’, die Leonard Bernstein aan het einde van zijn leven voltooide, wordt vrijwel nooit opgevoerd. Gisteren bleek weer eens hoe onterecht dat is, tijdens één van de laatste voorstellingen van een uitgebreide tournee die Opera Zuid met het stuk maakt. Het is blijkbaar het enige gezelschap dat het in Bernsteins honderdste geboortedag aandurfde het stuk te programmeren! Veel heeft natuurlijk te maken met Bernsteins muziek die altijd heeft gebalanceerd tussen meerdere muzikale werelden, iets wat gek genoeg lang niet mocht.
Maar ‘A Quiet Place’ is in veel opzichten meer dan de moeite waard en deze uitvoering door Opera Zuid, samen met de Philharmonie Zuidnederland onder leiding van Karel Deseure en onder regie van Oprha Phelan is er één om te koesteren. Helder als glas schetsen ze de gebeurtenissen die, en dat is de kracht van Bernstein, voor ons allen herkenbare elementen hebben. Het begint bij de begrafenis van Dinah, omgekomen tijdens een auto ongeluk. Een personage dat Bernstein reeds eerder ten tonele voerde, in het in 1952 geschreven ‘Trouble in Tahiti’, dat eerder dit jaar tijdens het Opera Forward Festival nog te zien was. We zijn nu echter zo’n 35 jaar verder in de tijd. Vrienden en familie zijn aanwezig en we horen de typische gesprekken die gevoerd worden op begrafenissen. Sam haar echtgenoot, die we herkennen als de blaaskaak met winnaarsmentaliteit uit ‘Trouble in Tahiti’, een mentaliteit waar nu niet veel meer van over is, staat roerloos bij de kist met zijn rug naar het publiek. De twee kinderen van Dinah en Sam, Dede en Junior, schitteren nog door afwezigheid, een veeg teken. Uit de gesprekken tussen de gasten blijkt al snel dat in dit gezin de spanningen in overvloed aanwezig zijn en als eerst Dede en haar partner Francois opduiken en nog later Junior ontvouwt zich een klein drama. Vooral als de gasten zijn vertrokken en de spanningen tussen vader en zoon uit de hand lopen. Het is duidelijk dat Juniors homoseksualiteit zijn vader al jarenlang dwars zit, wat is dat voor een man? De jongen heeft er een trauma aan over gehouden.
In de tweede akte leest Sam in Dinah’s dagboeken, uit de tijd van ‘Trouble in Tahiti’, waar Bernstein en zijn librettist Stephen Waldsworth hier handig gebruik van maken. Een aantal scènes uit die opera nam Bernstein over voor ‘A Quiet Place’, als flashbacks van Sam. Mooi gedaan, want werkend als een catharsis voor deze man die door begint te krijgen dat zijn leven lang niet zo succesvol is als hij zou willen. En hier komen we uit bij de Amerikaanse droom die Bernstein grandioos op de hak neemt, met name in het jazz-trio dat het leven in Suburbia bezingt en ’the little white house’, waarin alles perfect is: nieuw, design, inclusief het gezinnetje. Maar kijk vooral niet achter de facade. Want die zucht naar succes en bijbehorende financiële welstand eist zijn tol. Bijvoorbeeld doordat de gezinsleden elkaar niet meer kennen, niet meer met elkaar praten en in wezen dus niets meer met elkaar hebben. Het culmineert op pijnlijke wijze in de scène waarin de jonge Sam en Dinah (hier overigens gezongen door hetzelfde tandem dat de rollen in Amsterdam zong: Turya Haudenhuyse en Sebastià Peris I Marco) elkaar tegenkomen in de stad en allebei zeggen dat ze te laat zijn voor een lunchafspraak, terwijl dat niet zo is. Beiden zingen vervolgens solo: “Why did I lie? Where is our garden with a quiet place?” Helemaal aan het eind van de opera, na veel stress en geruzie, lijken de vader en de kinderen het eindelijk in te zien. Het moet anders. De dood van een geliefde was blijkbaar nodig om tot dit inzicht te komen. Phelan verbeeldt het mooi, de dode Dinah is continu aanwezig, tijdens haar begrafenis en de dag erna. Pas als alle actoren inzien dat het anders moet, kan zij vertrekken.
Niets dan lof voor deze productie. Phelan regisseert het geheel duidelijk en zonder poespas, zodat herkenning en ontroering hun gang kunnen gaan. Huub Claessens overtuigt als de oude Sam, groots in zijn ontreddering en kinderlijke vreugde als hij zichzelf terugvindt, Michael Wilmering zet de getormenteerde Junior prachtig neer in al zijn complexiteit en Sabastià Peres I Marco is een geweldige ééndimensionale Sam die louter leeft voor succes. En dan is er nog de Philharmonie Zuidnederland, die onder leiding van Deseure uitstekend raad weet met de complexe muziek van Bernstein en zijn grote diversiteit aan stijlen. Want Bernstein kende de Europese klassieken als geen ander, maar had ook een carrière op Broadway achter de rug en was mede gevormd door de jazz. We vinden het in ‘A Quiet Place’ allemaal terug en dwars door elkaar. Maar het komt hier allemaal perfect tot zijn recht, een prestatie van formaat.