De filosoof Baruch Spinoza geldt als één van de belangrijkste filosofen uit de geschiedenis. In zijn vrij korte leven, hij werd slechts 44, heeft deze denker van Sefardisch-Joodse afkomst een belangrijke rol gespeeld in wat we later De Verlichting zijn gaan noemen. Veel is er sinds de zeventiende eeuw over hem geschreven, maar tot hoofdpersoon van een opera moest hij wachten tot 2014. Theo Loevendie, hij was toen 84, nam de handschoen op met ‘The Rise of Spinoza’ dat op 11 oktober van dat jaar in première ging tijdens het Zaterdagmatinee. Inmiddels staat de opera ook op Cd, uitgebracht door Attacca Productions.
Als gegeven voor zijn opera, waarvoor hij zelf het libretto schreef (hier te downloaden), koos Loevendie een allesbepalend moment uit het persoonlijke leven van Spinoza, namelijk het moment op 27 juli 1656 waarop Spinoza uit de Sefardische gemeenschap werd verstoten. De officiële banvloek is bewaard gebleven en daarin wordt hem verweten dat hij er ‘vreselijke ketterijen’ en ‘monsterlijke daden’ op nahield. Waar hier nu precies op wordt gedoeld weten we niet, maar het zal wel te maken hebben met zijn filosofische denkbeelden die botsten met de Joodse leer, iets wat ook Loevendie het meest waarschijnlijk acht.
De opera begint met een duistere klankmist waarna we stemmen van marktkooplieden horen, naar eigen zeggen verwijzend naar de Amsterdamse Klinkerbuurt waar Loevendie opgroeide. Dan komen rabbijn Morteira en Spinoza op. Bijzonder is dat Loevendie voor de rol van Spinoza een countertenor koos, Tim Mead. Dit om te onderstrepen dat Spinoza pas 23 jaar is als hij deze bijzonder zware straf krijgt opgelegd. De rabbijn begint, hij moet handelen om het volk te beschermen. Spinoza verdedigt zich: “I don’t throw anything away, Rabbi. I only do some research.” Het mag niet baten en Spinoza eindigt de dialoog met de woorden: “I can’t give up my freedom to write what I think. Never!” Het is prachtig om te horen hoe Loevendie hier de spanning tussen de twee actoren opbouwt en er langzaamaan het volk, het Groot Omroepkoor, erbij betrekt.
In de tweede scène zijn we bij de ex-jezuïet Frans van den Enden, bij wie Spinoza studeerde. Nu krijgt hij les van zijn dochter Clara. Ze zien wel iets in elkaar maar zij is katholiek en hij joods dus dat wordt bij voorbaat niets. Een prachtige dialoog ontvouwt zich in het eerste deel tussen de twee geliefden, Clara gezongen door Katrien Baerts. Aansluitend horen we een dialoog tussen Spinoza en Van den Enden over het geloof. Dan maakt de componist Jacob van Eyck zijn entree, in de vorm van een soort van Renaissance melodieën spelende blokfluitlist Erik Bosgraaf, waarna de dialoog tussen Clara en Spinoza wordt hervat, wat eveneens tot niets leidt.
De derde scène vangt aan met dramatische orkestklanken, hier staat iets te gebeuren! Spinoza is in de synagoge. Hij krijgt een laatste kans zijn gedrag te veranderen en anders is het oordeel daar. Dat hij daar niet voor kiest is duidelijk: “Dear gentlemen of the Ma’amad, I respect you highly. But a duty stronger than that, forces me to leave you now.” En dus kan de vergadering niet anders beslissen dan tot ex-communicatie. Een dramatische, overtuigende scène waarin we het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Markus Stenz op zijn best horen.
De vierde scène vangt aan en eindigt met een wondermooie blokfluitsolo. Daartussen zit het vertrek van Spinoza naar Rijnsburg, de plaats van waaruit hij de komende jaren een belangrijk deel van zijn werk zal schrijven. Vooraf ontmoeten Van den Enden, zijn dochter Clara en Spinoza elkaar een laatste maal.
‘The Rise of Spinoza’ kan als geslaagd worden beschouwd. Voor een opera is hij weliswaar wat aan de korte kant, hij duurt nog geen uur, maar Loevendie werkt de thema’s mooi uit in gedurfde melodische partijen, waarin ook altijd weer de meer populaire muziek in doorklinkt. De inzet van Bosgraaf is een prachtige vondst en alle belanghebbenden leveren hier een prima prestatie. En dank aan Attaca Producutions die het wederom heeft aangedurfd waardevolle muziek vast te leggen.
Beluister hier de derde scène: