Verkadefabriek – ‘s-Hertogenbosch – 9 november 2018 – 19:00 / 21:00 uur
Het fameuze Klangforum Wien is voor het eerst te gast, met twee concerten na elkaar, bij November Music met een boeiend programma rond twee belangrijke componisten van dit moment: Rebecca Saunders en Beat Furrer. Furrer, mede oprichter van het ensemble, stond aanvankelijk overigens ook aangekondigd als de dirigent, maar zich laat vervangen door Bas Wiegers. Daarnaast klinkt er een compositieopdracht, gegeven door het festival en Muziekgebouw aan ’t IJ, aan Jan van der Putte.
Normaal zou het stuk van Van der Putte tijdens beide concerten te horen zijn maar aangezien het veel langer duurt dan oorspronkelijk gepland is besloten om ‘Cette agittion perpétuelle, cette turbulence sans but’ alleen tijdens het eerste concert uit te voeren. Volgens Van de Putte is hij sterk gefascineerd door onze doorgedraaide tijd, waarin alles alleen maar sneller gaat en we overspoeld worden door de sociale media. U kent het verhaal. Het is een boeiend gegeven dat nieuwsgierig maakt naar wat een componist daar dan mee doet. Toegegeven, erg hoopvol was ik niet, gezien de uitvoering afgelopen zondag van ‘Vorsicht! Katharina’, een veel bescheidener stuk van Van de Putte. Veel van wat hij de celliste hier liet doen, was voor mij totaal onbegrijpelijk en eerlijk gezegd ook redelijk obligaat, of zeg maar gerust flauw. Wat Van de Putte in ‘Cette agittion perpétuelle, cette turbulence sans but’ de leden van het ensemble laat doen, wijkt hier helaas niet veel van af. Het concert begint met een slapstick voor twee slagwerkers, om zich heen kijkende musici, de fluitiste en de hoboïst met elkaar in gesprek en een driftig dirigerende Bas Wiegers en dat alles zonder geluid. Dan ineens horen we een woeste uitbarsting van klanken, geritsel van bladzijden en nog een uitbarsting. In het verdere verloop horen we meer muziek en valt op hoe mooi Van der Putte melodisch materiaal vermengt met meer atonale fragmenten. Dan ineens gaat de hoboïst staan en blaast een drone-achtige klanklijn, geïmiteerd door de rest van het ensemble dat tevens naar de beste man gaat zitten kijken. Het is één van die vele vondsten die meer afleiden dan dat ze wat toevoegen en waarbij je je afvraagt wat het te betekenen heeft. Veel licht werpen op Van de Putte’s fascinatie doet het echter niet.
Werk van de Brits / Duitse componiste Rebecca Saunders klinkt in Nederland betrekkelijk weinig. Vreemd, want ze behoort zonder meer tot één van de belangrijkste en interessantste componisten van dit moment. Ze studeerde bij Wolfgang Rihm en Nigel Osborne en verblijft momenteel in Berlijn. Tijdens het eerste concert klinkt ‘Skin’ voor sopraan en ensemble, met een prachtige rol van Juliet Fraser, die haar stem vrijwel volledig inzet als instrument. Saunders won vorig jaar de British Composer Award voor dit indrukwekkende stuk dat nog het beste te omschrijven valt als een klankschilderij, vol onverwachte en spannende geluiden en waarin de menselijke stem en het instrumentarium een boeiende synthese vormen. Soms verloopt dat heel organisch, lopen de klanken op prachtige wijze in elkaar over, maar vaak ook schuurt het, botsen de klanken met elkaar en schuiven de lagen knarsend over elkaar. Zoals in de tweede helft waarin de sfeer onheilspellend en duister is. Een vergelijkbare weg volgt ze in ‘Fury II’ waarin de contrabas centraal staat. Het klankpallet is hier donker, mede dankzij de bezetting die naast de bas bestaat uit piano, accordeon, cello, basklarinet en percussie. En dus krijgen we een uitgebreid scala aan tinten grijs en zwart, vaak met een onheilspellende ondertoon. Een krachtig en zeer overtuigend stuk waarin Saunders op bijzonder knappe wijze de gewenste sfeer weet neer te zetten.
Van de Zwitsers / Oostenrijkse componist Beat Furrer klinken tijdens het tweede concert drie stukken: ‘Linea dell’orizzonte’, ‘Intorno al bianco’ en ‘Still’. Furrer’s klankwereld is een zeer bijzondere: rijk aan dynamische contrasten, vaak ritmisch – maar dan wel op een zeer afwijkende wijze en bijzonder kleurrijk. Met name ‘Linea dell’orizzonte’ klinkt hier indrukwekkend. De rol van de gitarist is hier een belangrijke, hij zoekt voortdurend de ruimte tussen de noten door met behulp van een ijzeren pijpje de meest betoverende klanken aan zijn elektrische gitaar te ontlokken. Zijn glissandi contrasteren op boeiende wijze met het sputterende klanklandschap dat het ensemble creëert. Bijzonder is ook Intorno al bianco’ voor strijkkwartet en klarinet. Furrer kiest hier voor een intiem en delicaat klankpalet dat met een grote diversiteit aan technieken ten gehore wordt gebracht. Past de klarinet daar aanvankelijk naadloos in, gaandeweg gaat deze steeds meer zijn eigen weg. Tot uiteindelijk het geheel wordt ontmanteld en we met geknars en gekraak eindigen.
De wijze waarop Klangforum Wien deze stukken speelt is ongeëvenaard. Dat het ensemble sinds zijn oprichting in 1985 een ongelofelijke prestatie heeft geleverd in het op de kaart zetten van nieuwe muziek – zo’n 500 premières, 60 Cd’s en een veelvoud aan optredens – betaalt zich hier dubbel en dwars terug. Terug laten komen dit ensemble voor nog meer van deze prachtige, weerbarstige muziek!