Verkadefabriek – ‘s-Hertogenbosch – 3 november 2018 – 21:00 uur
In deze recensie van de ongoing serie ‘November Music’ aandacht voor The Main Event van de zaterdag: het Gavin Bryars Ensemble. ‘Jesus’ Blood Never Failed Me Yet’, dat stamt uit 1971, maakte Gavin Bryars wereldberoemd. Nu klinkt het hier op November Music live, uitgevoerd door het eigen Gavin Bryars Ensemble, samen met recenter werk van deze inmiddels 75 jaar oude Engelse componist.
Vernieuwend was Bryars nooit en ook zijn meest recente werk leunt zwaar op de traditie. Bryars verloochent zijn afkomst dan ook niet. De invloed van de Engelse Renaissance muziek horen we bijvoorbeeld duidelijk terug in het ‘Beckett Songbook’, met name door de rol van de counter-tenor in deze cyclus waar een zweem van droefenis en melancholie omheen hangt en ook de invloed van de Engelse folk komen we herhaaldelijk tegen, bijvoorbeeld in ‘Lauda (con sordino)’, geschreven voor piano, cello en gitaar.
Wat de muziek van Bryars aankleeft is het sentiment. Zijn melodieën, vooral in zijn meer recente werk zijn vaak net iets té zoet, de romantiek ligt er iets te veel bovenop. Voeg daarbij dat Bryars nu niet bepaalt origineel is en de gemengde gevoelens dienen zich vanzelf aan tijdens het luisteren. Gemengd omdat de man natuurlijk wel een indrukwekkende carrière heeft opgebouwd en sommige stukken je toch weten te raken. Het mooiste voorbeeld daarvan is dan toch dat ‘Jesus’ Blood Never Failed Me Yet’. Het klinkt hier in de korte versie van 25 minuten. Zoals u wellicht weet stamt die nog uit de LP tijd en zag Bryars zich gebonden aan de lengte van één kant. Hij zou het stuk uiteindelijk oprekken tot 74 minuten bij de komst van de Cd. Het gegeven van het stuk is vrij simpel. De basis wordt gevormd door slechts een paar regels tekst, gezongen door een zwerver bij het Londense Waterloo Station: “Jesus’ blood never failed me yet. Never failed me yet.
Jesus’ blood never failed me yet. There’s one thing I know. For he loves me so.” Bryars maakte hier een loop van die hij eindeloos herhaalt. Op enig moment komen daar instrumenten bij, in deze versie louter strijkers, wordt de melodie steeds robuuster, om dan weer geleidelijk af te nemen tot we aan het eind de klanken van een viool en een cello overhouden die Bryars aansluitend langzaam laat wegsterven. Veel heeft het dus allemaal niet om het lijf en wat we hierboven schetsten over Bryars muziek geldt onverkort ook hier en toch werkt het. De aandoenlijke zang van die zwerver die met veel gevoel zijn overtuiging deelt, de wijze waarop Bryars die loop aanvult. Het blijft een klassiek stuk dat nog steeds staat.
Nog één opmerking mag hier niet ontbreken. Zangeres Orlanda Bryars in ‘Beckett Songbook’ is volstrekt niet op haar plaats en zeker niet naast countertenor James Cave. Waar die laatste op soepele wijze invulling geeft aan zijn partij en toont deze perfect te beheersen, schiet Bryars continu te kort. Ze heeft moeite met het hoog, met de intonatie en de timing en laat zo nu en dan zelfs een valse noot horen. Een onbegrijpelijke keuze die afbreuk doet aan dit op zich interessante stuk.