Componist, pianist, zanger en danser Julius Eastman krijgt nog steeds niet de eer die hij verdient als één van de grondleggers van de minimal music in de jaren ’60. Weliswaar wordt zijn muziek nu wat vaker gespeeld en zijn er inmiddels meerdere albums met zijn muziek te koop, de status die componisten als Steve Reich, Philip Glass en Terry Riley hebben, zal voor Eastman nog wel even uitblijven. Deels komt dit door zijn turbulente leven en vroege dood, hij was slechts 49 jaar toen hij in 1990 stierf, maar deels ook door het feit dat hij zwart was.
En dan was Eastman ook nog eens homoseksueel, niet echt een gouden combinatie om erbij te willen horen. Was zijn muziek door een typische blanke avant-garde componist gecreëerd dan was zijn carrière waarschijnlijk geheel anders verlopen. George E. Lewis, professor of American Music aan de Columbia University en zelf een vermaard musicus maakt er terecht ophef over. Tevens over het feit dat saxofonist John Coltrane van grote invloed was op de minimal music en door La Monte Young en Terri Riley ook zo werd gezien, maar in de boeken wordt gereduceerd tot jazz muzikant. Eenzelfde lot treft iemand als Anthony Braxton.
Maar goed, het briljante en helaas veel te kleine oeuvre van Eastman staat nu weer even in de schijnwerpers door het Kukuruz Quartet, een pianokwartet dat voor het Zwitserse Intakt vier stukken op Cd zette onder de titel Piano Interpretations, een album waar de hierboven genoemde Lewis de teksten bij schreef. We vangen aan met ‘Fugue no. 7’, uit 1983, bestaand uit een weerbarstig ritmisch patroon, waar één pianist steeds met grote kracht doorheen breekt. Het meest bekende stuk van Eastman, voor zover je daar van kunt spreken, is ‘Evil Nigger’, gecomponeerd in 1979. De titel is Eastman nogal eens verweten, vooral door zijn rasgenoten. Voor Eastman was het echter een geuzennaam. In het stuk creëert Eastman een bedwelmend collage van notenclusters, hier met ongelofelijke precisie en helderheid uitgevoerd door het Kukuruz Quartet. En wat een indrukwekkend slot, waarin Eastman de muziek op zeer subtiele wijze laat verwaaien.
In ‘Buddha’ gaat het er heel anders aan toe. We horen nauwelijks hoorbare klankvelden, vermengt met geluiden die duidelijk niet ontleend zijn aan het gebruik van de toetsen. Er klinken belletjes, aangedreven door de wind, al weten we dat hier de snaren worden beroerd. En dan ineens een aangeslagen noot en verderop nog één. Dit verstilde klanklandschap, gecomponeerd in 1984, houdt Eastman bijna 17 minuten vol. Het toont de grote verscheidenheid binnen zijn muziek want de muzikale wereld die hij hier schept heeft meer overeenkomst met die van John Cage en Morton Feldman dan met die van de minimal music. Het langste stuk is het eveneens uit 1979 stammende ‘Gay Guerrilla’. Eén repeterende noot breidt zich uit als een inktvlek, steeds meer nuances en kleuren voegt Eastman toe. Steeds hermetischer wordt de structuur. Die ene noot verdwijnt, een andere komt er repetitief voor in de plaats. Telkens weer slaagt Eastman er in dit boeiende stuk in om een nieuwe muzikale horizon te schetsen, met als hoogtepunt de bezwerende notenclusters op twee derde van het stuk.
Afsluiten kunnen we het beste met de woorden van Lewis: “On this recording, the Kukuruz Quartet renders Eastman’s spirit of adventure audible and sensuous, exemplifying a new, creolized formation of contemporary classical music that is able to embrace a multicultural, multi-ethnic usable past and thinkable future that can affirm our common humanity in the pursuit of new music.” Waarvan akte.
Beluister hier ‘Evil Nigger’: