In korte tijd verschenen er bij BIS Records twee Cd’s, beiden in SACD surround, met muziek van de Finse componist Kalevi Aho. De eerste bevat zijn twee kwintetten voor blazers, de tweede zijn concert voor pauken en orkest en zijn eerste concert voor piano en orkest. Aho is inmiddels één van de belangrijkste Finse componisten die ook hier reeds eerder voorbij kwam naar aanleiding van zijn fagotconcert dat door Bram van Sambeek werd opgenomen samen met het Lahti Symphony Orchestra onder leiding van Dima Slobodeniouk.
Kalevi werd geboren in 1949, kwam al heel jong in aanraking met de viool en schreef op tienjarige leeftijd al zijn eerste composities voor dit instrument. Hij studeerde viool en compositie aan de Sibelius Academy in Helsinki, onder andere bij de vermaarde componist Einojuhani Rautavaara. Na Helsinki toog hij naar Berlijn om bij Boris Blacher te studeren. Terug in Helsinki werkte hij zowel als componist als aan de universiteit, eerst als docent later als professor.
Met vijf opera’s, zeventien symfonieën, achtentwintig concerten en drie kamersymfonieën voor strijkorkest heeft Aho inmiddels een aardig oeuvre voor orkest bij elkaar geschreven, het genre waar duidelijk zijn focus ligt. Hetgeen niet wegneemt dat hij ook interessant werk schreef voor kamerbezetting, waaronder die twee blaaskwintetten die hier met zeer veel oog voor detail worden uitgevoerd door Das Philharmonische Bläserquintet Berlin, in 1988 opgericht door Herbert von Karajan als onderdeel van de Berliner Philharmoniker. Beide stukken, onderling heel verschillend, tonen ons Aho als een zeer veelzijdig en kleurrijk componist en deze uitvoeringen laten niets te wensen over.
Een blaaskwintet bestaat uit de volgende vijf instrumenten: fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot. Het vormt een lastige combinatie om voor te schrijven, gezien de diversiteit in klank en timbre. Maar goed, Aho durfde het aan en schreef zijn eerste kwintet in 2006 voor de blazers van het Turku Philharmonic Orchestra. Het bestaat uit vier delen, waarbij de eerste drie delen bestaan uit een soort van contrasterend tweeluik. Het eerste deel klinkt exact zoals de beschrijving aangeeft: ‘Agitato’, blazers kunnen dat prima verklanken. Het ‘Canatando’ is daarentegen poëtisch lyrisch, de klanken lopen prachtig in elkaar over. Het tweede deel, ‘Vivace, leggiero’ begint speels met krachtige bastonen waar Aho de structuur mee neerzet, afgewisseld met hoge, dwarrelende klanken. Bijzonder is ook het begin van het derde deel waarin we, ‘Marziale pesante’ een mars horen, weer zorgen de lage klanken voor het ritmisch patroon, het geheel loopt uit in een ritmisch ‘Furioso’, waarna het bijna verstild eindigt. Een verstilling die zich door zet in het vierde deel, ‘Andante, con tristezza’, waarin vooral de hoorn en de fagot een grote rol spelen.
Het tweede kwintet schreef Aho in 2014 voor het kwintet dat het hier ook uitvoert, Das Philharmonische Bläserquintet Berlin. In tegenstelling tot het eerste, dat een redelijk fragmentair karakter heeft met die aaneenschakeling van muzikale werelden is dit tweede kwintet veel meer een doorlopend geheel. Dat valt direct op in het eerste deel, ‘Ruhig beginnend – Bewegter – Memo mosso…’ waarin Aho de tijd neemt om de structuur van zijn werk uit te bouwen. Hij schetst hier een sprookjesachtige klankwereld waarin de klanken van de diverse instrumenten op prachtige wijze met elkaar worden vermengd. Het tweede deel klinkt ‘Schnell, wild’ met een vurige cadans en grote contrasten tussen de instrumenten. Afsluiten doen we hier met een solo op de piccolo. Het derde deel ‘Ruhig fliessend’ contrasteert hier grondig mee, de melancholieke melodie van de fagot en de inzet van zowel altfluit als althobo dragen hier aan bij. Het slotdeel, met de aanduiding ‘Lebhaft’ is lichter van toon, het begint energiek met prachtige passages tot het stuk langzaam uitdooft.
Een concert voor pauken en orkest is nu niet bepaald voor de hand liggend en als de paukenist van het Turku Philharmonic Orchestra, Ari-pekka Mäenpää Aho niet in 2015 om dit concert had gevraagd was het er waarschijnlijk nooit gekomen. Een set van vijf pauken met een totaal bereik van twee octaaf creëerde Aho voor dit concert. Het uit vijf in elkaar overlopende delen bestaand concert, dat hier ook wordt uitgevoerd door het Turku Philharmonic Orchestra, onder leiding van Erkki Lasonpalo, met Mäenpää achter de pauken, begint met een uiterst zacht gespeeld patroon op de pauken, lange, ietwat duistere tonen klinken, waarna het orkest het patroon verdiept. Dan ineens slaat de sfeer om in een wervelend ‘Presto’, gevolgd door een zeer veeleisende solopartij in het ‘Cadenza’. Een dramatische passage. Na een rustpauze voor de paukenist tijds het ‘Intermezzo (Andante) mag hij in het lange ‘Allegro ritmico’ weer aan de slag, nu met harde stokken. Dit deel vormt een hoogtepunt in het concert, prachtig zoals Aho hier het ritme uitbouwt en de wisselwerking tussen orkest en pauken vormgeeft. Na het ‘Mesto’ volgt een daverend slot in het ‘Presto – Epilogo’.
Voor zijn eerste pianoconcert, dat stamt uit 1988/89 nam Aho het fenomeen van cyclische getallen als uitgangspunt. Zijn zoektocht eindigde in het nummer 08579214b36429a7 binnen het duo decimaal systeem, waarbij de a correspondeert met het cijfer 10 en b met 11. Aan de cijfers kende Aho noten toe waarmee hij zijn stuk vormgaf. Het leidt in het eerste deel tot een overweldigend spektakel waarin de piano een vurige en wervelende dans aangaat met het orkest. Pianiste Sonja Fräki en het Turku Philharmonic Orchestra onder leiding van Eva Ollikainen spelen hier de sterren van de hemel. In het tweede deel gaat het er geleidelijk steeds rustiger aan toe, iets wat zich doorzet in het derde deel, ‘Toccata (allegro molto)’ en dat in eerste instantie een bijna romantische allure bezit met prachtige hoge noten van de blazers. Het wordt doorbroken door staccato pianospel dat het geheel op scherp zet en gevolgd door wervelende orkestklanken. En dan moet de finale nog komen. Eén die rustig begint en gaandeweg steeds feestelijker klinkt, met wederom prachtig pianospel van Fräki, klaterende hoge noten krijgen we hier. Eindigen doen we in stijl, langzaam dooft het pianospel uit. Aho noemt het stuk zelf een “for both soloist and orchestra…demanding piece”, een understatement.
Beluister hier het vierde deel van het eerste blazerskwintet:
Beluister hier het eerste deel van het tweede blaaskwintet:
Beluister hier het derde deel van het concert voor pauken en orkest:
Beluister hier het eerste deel van het eerste concert voor piano en orkest: