De Doelen, Rotterdam – 15 september 2018 – 14:15 uur
In de middag van deze zaterdag van het Gergiev Festival krijgen we de meester, Valery Gergiev, te zien om wie dit festival allemaal draait. Eerst als leraar in de masterclass en s’avonds in de rol waarin we hem het liefste zien die van dirigent. Het laatste van de drie concerten die hij tijdens dit festival dirigeert is bovendien een heel bijzondere, want de wereldpremière van de uitgebreide versie van Sofia Goebaidoelina’s oratorium ‘Über Liebe und Hass’.
Maar eerst is er dus die masterclass met twee stukken van Sergej Prokofjev op de lessenaar: het eerste vioolconcert en de ‘Scythische Suite’.
Het blijft altijd weer wonderlijk om twee dirigenten ten horen in hetzelfde stuk, die ‘Scythische Suite’, met hetzelfde orkest en dan zo’n totaal andere interpretatie te krijgen. Alleen al het tempo. De uit Singapore afkomstige Darrell Ang presteert het om het stuk vier minuten korter te laten duren dan de Kroaat Ivan Hut en dat op een stuk van twintig minuten! Dat komt het stuk overigens bijzonder ten goede! De ‘Scytische Suite’ was Prokofjev’s poging om zijn collega Igor Stravinksy naar de kroon te steken. Die vierde succesen bij Sergej Diaghilev’s Les Ballets Russes en dat wilde Prokofjev ook wel. Dus toog hij aan het werk met een exotisch ballet vol grootste effecten. Diaghilev zag er echter niets in waarop Prokofjev het maar ombouwde tot een suite. Het dondert en bliksemt in het stuk op grootse wijze. Hut pakt hier groots uit en denkt dat het vooral allemaal heel luid moet. Het Symfonieorkest van het Koninklijk Conservatorium & Codarts gaat hier vanzelfsprekend in mee, maar echt mooi wordt het nergens. Hut loopt hopeloos vast in de klankmodder. Ang heeft het stuk duidelijk beter in de vingers en weet de spanning en het mysterie naar voren te brengen. Zijn tweede deel is zinderend en meeslepend en in het derde deel is het écht nacht: duistere muziek met fonkelende sterren.
Tom Goff koos voor het eerste vioolconcert. We horen het twee keer: de eerste keer met Gergiev naast hem, de tweede keer in het concert dat volgt op de masterclass en waarin we ook ‘Scythische Suite’ weer horen onder leiding van Hut. Opvallend is dat Goff de adviezen van Gergiev echt ter harte probeert te nemen. In zijn eerste directie komt hij wat stijfjes over, hij beheerst de materie, maar is meer bezig met de techniek dan met de leden van het orkest en met violiste Karen Su. Een prachtige opmerking hier van Gergiev over de rol van de dirigent naar de orkestleden en waarop je stuurt: “not only when to play, also how to play.” In het concert komt de rol van de solist beter uit de verf, klinkt het concert transparanter en is de samenhang tussen de solist en het concert beter. Goed gedaan, zeker als we in ogenschouw nemen dat Goff pas 26 jaar is en nog aan zijn master orkestdirectie bezig is. We moeten hier ook nog even stil staan bij de pas negentienjarige Karen Su die onlangs afstudeerde met een 10 en voor de eerst keer in de geschiedenis van Codarts het predicaat ‘Summa Cum Laude’ kreeg toegekend. Het is te horen in haar visie op dit vioolconcert dat beslist niet als gemakkelijk bekend staat. Ze kwijt zich van haar rol met verve.