Diverse locaties, Utrecht – 9 september 2018
Sebastian Hilli mocht dus de Gaudeamus Award 2018 in ontvangst nemen. Een hele prestatie want het niveau van de componisten was ook dit jaar weer bijzonder hoog en bovendien zeer gevarieerd. Maar verbazen doet deze keuze van de jury, dit jaar bestaand uit Nicole Lizée, Mayke Nas en Richard Ayres ons niet. Met name met ‘confluence/divergence’ en ‘Paraphrase II’, beiden hier uitgebreid besproken, bewijst hij niet alleen een zeer origineel componist te zijn, maar ook één die zijn vak verstaat, gevoel heeft voor vorm en structuur en zijn ideeën weet te verwezenlijken.
De jury verwoorde hun keuze als volgt: “Sebastian Hilli heeft een uitgesproken persoonlijke esthetiek welke ten grondslag ligt aan al zijn muziek. Hij beschikt over de juiste technische kennis en verbeeldingskracht om dat te realiseren wat hij wil creëren. Zijn muziek combineert gewaagde structuren met een grote verscheidenheid aan subtiele akoestische details.” Goed nieuws dus voor Hilli die € 5.000,- wint in de vorm van een compositie-opdracht voor de volgende Gaudeamus Muziekweek. Maar wellicht nog belangrijker is dat Gaudeamus Muziekweek nauw betrokken blijft bij de loopbaan van alle prijswinnende componisten, iets wat overigens ook geldt voor de genomineerden die niet winnen. We zagen het ook terug in stukken die op deze editie van de muziekweek werden gespeeld, een deel daarvan was van de hand van componisten die eerder genomineerd waren.
De zondag telde echter ook nog een paar interessante concerten, waaronder het slotconcert. Maar eerst naar kunstgalerie KuuB getogen voor het Belgische Kugoni Trio dat een drietal boeiende composities uitvoerde. Het begon met ‘Reiken’, een nieuw stuk van Bianca Bongers. Bongers ging voor dit stuk helemaal terug naar af: “Wat is het geluid van iets dat nog niet klinkt?” was de vraag die ze zichzelf stelde. Interessant is de weg die zij vervolgens opging. In plaats van direct te gaan componeren, maakte ze eerst een driedimensionaal kunstwerk wat haar vervolgens inspireerde tot de compositie. Het kunstwerk was helaas niet te zien, maar het stuk wel te horen. ‘Reiken’ is een goede titel, want het gaat om het proces en niet om het resultaat. We horen het trio dan ook in hun zoekproces naar de melodie, de afzonderlijke bijdrages worden scherper en uiteindelijk ontstaat er samenhang. Een boeiend stuk waarin we de visuele kunst zeker niet missen, maar als het er toch is, laat het dan ook maar zien! Wellicht een volgende keer. ‘Trio opus 20’ van de Belgische componist Mathias Coppens is zeker zo boeiend. Hij voert drie personages ten tonele, de ambitieuze, overtuigd van zichzelf – verklankt middels een sterk staccato ritme van de viool, de nostalgische, naar binnen gekeerde – verklankt door de altsaxofoon en tot slot de sociale – verklankt door de piano. Het ritueel van aantrekken en afstoten voltrekt zich gedurende dit stuk en aanvankelijk knettert het als die drie samenvallen. Naar het einde toe lijken ze dichterbij elkaar te komen en het stuk eindigt met een harmonieus, melodisch patroon. Jeroen D’hoe schreef ‘Prayer’ op verzoek van het trio en hij roemt in zijn toelichting de lyrische en sonorische kwaliteiten van het Kugoni trio. Als inspiratie voor zijn stuk diende Arvo Pärts ‘Da pacem domine’ en dat is goed te horen. Ook D’hoe kiest voor een sobere, doeltreffende toonzetting. De piano speelt een langzaam repetitief ritmisch patroon dat door de altsaxofoon en de viool verder wordt ingekleurd. Een contemplatief stuk, maar met de titel ‘Prayer’ verwachten we ook niet anders. En inderdaad het lyrische, krachtige samenspel is het belangrijkste kenmerk van dit bijzondere trio.
Het tweede concert in de galerie is dat van basklarinettist Gareth Davis die vier componisten vroeg om iets te doen met een jazz standard. De meeste indruk maakt ‘Action for Jackson van de Zwitserse componist Roland Dahinden. Naast Eric Dolphy’s ‘Serene’ was het Jackson Pollocks schilderij ‘Echo’ dat diende als inspiratie. Subtiele, melodische momenten, vaak fluisterzacht, worden afgewisseld met krachtige, heftige uitbarstingen. Het contrast kan niet groter zijn en het kost Davis dan ook zichtbaar moeite om na weer zo’n uitbarsting de verstilling te zoeken. Dat het hem lukt, getuigt van zijn grote beheersing van het instrument. Bijzonder is ook ‘Wild is the Wind’ van Ian Wilson. Hij kwam uiteindelijk uit op het gelijknamige stuk van Nina Simone als basis. Conform de titel horen we hier veel ‘valse lucht’, waaruit uiteindelijk een fragiele melodie ontstaat die Davis past als een handschoen. Bijzonder zijn ook de twee heftige, bijna emotionele momenten tegen het einde.
Het slotconcert valt tegen. Stargaze, dat inmiddels zichzelf in de afgelopen 5 jaar als spannend ensemble wel bewezen heeft brengt allereerst bewerkingen van de Beach Boys. Het album ‘Smile’, dat nooit is uitgebracht diende als inspiratie. Aart Strootman, de award winnaar van vorig jaar en lid van Stargaze rekt het nummer ‘Our Prayer’ uit tot een goede twaalf minuten. En Morris Kliphuis, die eveneens deel uitmaakt van het ensemble nam twee andere stukken, ‘Cloud Shapes’ en ‘Rail Spikes’ onder handen. Het levert leuke muziek op, maar bijster veel toevoegen doet het allemaal niet. Het tweede deel van het concert bestaat uit een nieuwe versie van Nicole Lizée’s ‘Black MIDI’. Zij schreef het stuk eerder voor Toronto Symphony Orchestra en het Kronos Quartet, die het vorig jaar in première brachten en realiseerde nu zelf deze versie voor Stargaze. Het stuk staat stil bij het fenomeen Black MIDI wat in 2009 ontstond in Japan. Met computers en MIDI (Musical Instrument Digital Interface) kun je veel meer noten ten gehore brengen dan dat een mens kan bevatten, laat staan spelen. Dat is niet een geheel nieuw gegeven, Conlon Nancarrow deed het eerder met stukken voor zelf spelende piano’s, maar is wel meer in gebruik dan ooit. Lizée neemt hetzelfde fenomeen als uitgangspunt, creëerde een soort van quasi documentaire over het fenomeen, schreef bijpassende muziek en brengt het geheel als…ja als wat eigenlijk? Ik ben maar heel eerlijk, ik kon er geen touw aan vastknopen.