In zijn laatste album ‘Filigrane‘,uitgebracht in de Signature serie van Editions Radio France, slecht de Belgische componist en pianist Jean-Philippe Collard-Neven de grenzen tussen gecomponeerd en geïmproviseerd. Met als uitgangspunt composities van Johann Sebastian Bach, Maurice Ravel en Claude Debussy, creëert hij samen met contrabassist Jean-Louis Rassinfosse en het Quatuor Debussy muziek op het snijvlak van twee werelden. Het resultaat vormt het perfecte midden tussen klassiek en jazz.
Bij klassieke muziek denken we aan zorgvuldig uitgeschreven partituren waarbij de uitvoerende musicus de intenties van de componist zo goed mogelijk probeert te verklanken. Natuurlijk is het toegestaan, zelfs gewenst, dat de uitvoerder er een eigen kleur aangeeft, maar dat mag er nooit toe leiden dat er noten worden gespeeld die er niet staan. Gemakshalve gaan we hierbij voorbij aan het feit dat die componisten die we hiermee recht willen doen, vaak zelf veel losser omgingen met hetgeen ze componeerden. Bekijken we het werk van componisten als Mozart, Beethoven en Liszt dan komen we allerlei bewerkingen tegen van stukken van andere componisten en tevens weten we dat zij tijdens concerten improviseerden op stukken van anderen. De strikte scheiding die wij nu kennen, dateert dan ook van het einde van de negentiende eeuw.
Het is goed dat Collard-Neven ons dat weer met dit project in herinnering roept. Het begon in maart 2013 als de componist een strijkkwartet van Ravel als basis neemt voor een nieuwe compositie: ‘Autor de Maurice’. Vleugels krijgt het als Chantal Atlani, het brein achter Jazz in Marciac, Collard-Neven in 2015 een residentie aanbiedt. ‘Filigrane’ is daarvan het eclatante gevolg.
Ravel is volop aanwezig in ‘Autor de Maurice’, in het pizzicato begin, in de sfeer van de compositie, terwijl het pianospel van Collard-Neven en het basspel van Rassinfosse ons ook aan de jazz doet denken. ‘To My Father’, dat hierop volgt, is een krachtige en zeer lyrische ballade, met prachtige bijdrages van zowel Collard-Neven als Rassinfosse, terwijl het kwartet de melancholie, horend bij zo’n tribuut, op schitterende wijze vertolkt. Het titelstuk ‘Filigrane’ is, overigens net als ‘Etoile Filante nr. 4’ een bewerking van een stuk voor piano. Beide stukken verschenen eerder op het album ‘Between the Lines’. De rol van de piano is groot in dit intieme, eveneens weemoedige stuk. En dan is er ‘Back to Bach’: we herkennen de meester van de Barok in de noten, maar horen evengoed de jazz. Tot slot klinkt ‘Archille in Marciac’, dat Collard-Neven schreef in 2015 tijdens die residentie en dat zijn basis vindt in het derde deel van Debussy’s strijkkwartet.
Hoogdravend is ‘Filigrane’ allerminst. Hier maken zes musici met veel plezier muziek, op een zeer hoog niveau. Het is dat plezier dat op ons afstraalt. Een mooi album voor op een lome, zonnige middag.
Bekijk hier uitvoeringen van het titelstuk ‘Filiigran’ en ‘Archile in Marciac’, beiden opgenomen tijdens het Piano Days Festival op 21 februari 2016 in de Flagey Studio in Brussel.