Leila Josefowicz ontdekte het vioolconcert van John Adams, dat in 1993 in première ging, enige jaren nadien en speelde het sindsdien zo’n 100 keer. Tot grote tevredenheid van Adams want zijn tweede vioolconcert, dat de titel ‘Sheherazade 2’ draagt, componeerde hij speciaal voor haar, om de inmiddels twee decennia bestaande band te bevestigen. Het is dan ook niet meer dan logisch dat er nu inmiddels ook een uitvoering met Josefowicz van dat eerste vioolconcert is uitgebracht op Cd, bij Nonesuch. Josefowicz wordt daarin begeleid door de St. Louis Symphony, onder leiding van David Robertson.
Over het ontstaan en de vorm van het concert zegt Adams: “I had an image of a very regular, slowly repeating wave form, a staircase wave that goes up and down. There’s a certain predictability to it. Over that the solo melodic line floats in avery free, rhapsodic way. That largely is the ’topos’, not only of the fisrt movement, but also the entire concerto, with the violin as free spirit that moves above the structurally coherent orchestral voice.”
Het concert bestaat uit drie delen. In het eerste deel, ‘♩ = 78’ geheten, begint de viool als die vrije geest, zoals Adams het benoemt, met ingetogen orkestklanken. Gaandeweg loopt het tempo op en horen we die golfvorm waar Adams hierboven aan refereert, maar het meest opvallende blijft die solopartij die zijn eigen weg gaat, als de grillige loop van een rivier die van een berg naar het dal stroomt. Aan het eind van dit eerste deel keert de rust weer terug waar het concert ook mee begon, een prachtig moment waarin het orkest excelleert en dat overloopt in het tweede deel, ‘Chaconne: Body through which the dream flows’. Die laatst zin ontleende Adams aan een gedicht van Robert Hass. Maar interessanter is die chaconne. Adams gebruikt niet vaak bestaande muzikale vormen in zijn werk, maar hier dus wel. Ergens in de 16e eeuw duikt deze compositie, meestal in een driedelige maatsoort over een baslijn voor het eerst op, meestal als dans. De meest bekende chaconne is die van Johann Sebastian Bach, het vijfde en laatste deel van de Partita nr. 2 in d-klein (BWV 1004). Dit deel in het vioolconcert klinkt niet alleen ingetogen en contemplatief, maar heeft tevens iets sprookjesachtig in zich. “And the violin was a dream that flows through that tissue”, aldus Adams. Her derde deel, ‘Toccare’ genaamd, verwijst eveneens naar de traditie en wel naar die van de toccata. Een vrije, vaak virtuoze vorm. En bij Adams voorzien van een sterk ritmisch patroon, waarin orkest en violiste elkaar prachtig afwisselen. Het vormt een prachtige climax van dit concert.
Zoals gezegd speelt Josefowicz dit concert nu zo’n twintig jaar. Het is interessant wat zij zelf zegt over die band met het concert in een interview met the St. Louis Post-Dispatch, “It was the piece where [Adams] first got to know me as a person and a player, when I was twenty-one. I’m now thirty-eight. When I started playing this piece, it was the confirmation of the new path that I was on, to really go down this new road with new music and with composers, because this experience was so inspiring for me.” Inmiddels is ze er volledig mee vergroeid en dat hoor je hier overduidelijk terug.
Beluister hier het derde deel van het concert ‘Toccare’: