De zussen Gazzana, violiste Natascia en pianiste Raffaella, musicerend onder de naam Duo Gazzana verzamelden voor hun nieuwe album bij ECM Records minder gespeeld werk voor viool en piano van een viertal componisten. Het oudste stuk dateert uit het einde van de negentiende eeuw, een sonate van César Franck, het meest recente is geschreven in 1946, ‘Duo voor viool en piano’ van György Ligeti. De vier stukken tezamen vormen een soort van ontdekklingsreis.
Een reis die we hier maar laten beginnen met het langste werk op dit album, die ‘Sonate voor piano en viool in A groot’ van Franck en die stamt uit 1886. Franck, op dat moment één van Frankrijks belangrijkste componisten, schreef het voor de toenmalige superster op viool, Eugène Ysaÿe. Franck was een groot liefhebber van de muziek van Richard Wagner en een fel verdediger van de man zijn muziek in Frankrijk. Deze sonate ademt in alles de muziek van zijn idool en met name diens opera ‘Tristan und Isolde’. Zo worden de vier delen van de sonate bij elkaar gehouden door wat we bij Wagner een Leitmotiv noemen en weet Franck het niet te vervullen verlangen, dat in het werk van Wagner zo’n grote rol speelt, in deze sonate eveneens groots te verklanken. Het stuk zit vol emotionele contrasten, er is ruimte voor verstilling, maar evengoed voor heftige uitbarstingen, en is met name bijzonder door de dialoog tussen de twee instrumenten, een dialoog die door het Italiaanse Duo Gazzana groots wordt weergegeven en prachtige muziek oplevert.
In april 1897 schrijft Maurice Ravel zijn eerste kamermuziekstuk, hij is dan 22. In dezelfde tijd dus dat hij ‘Pavane pour une infante défunte’ schreef. Maar zijn sonate was een ander lot beschoren, het werd pas in 1975 uitgegeven. Ravel werd voor dit stuk beïnvloed door Franck, het kan bijna ook niet anders gezien de status die deze man in die tijd had en door zijn beroemde tijdgenoot Gabriel Fauré. De grote contrasten die Franck in zijn sonate schetst, gaat Ravel echter uit de weg. Dit stuk klinkt verstild, met een prachtig melodisch patroon dat in de klank van de viool iedere keer opnieuw opduikt en een zekere melancholie in zich draagt.
Met Olivier Messiaen belanden we in de jaren ’30 van de vorige eeuw. ‘Thème et Variations’ schreef hij in 1932 als huwelijkscadeau voor zijn eerste vrouw, de violiste Claire Delbos. Bijna vanzelfsprekend speelt de viool een grote rol in dit stuk en is de piano vooral ondersteunend. Ook horen we in dit stuk al duidelijk hoe Messiaen reeds op zoek was naar een nieuwe muzikale taal. Het is een bijzonder stuk waarin vooral het intens verstilde einde ‘Très lent’ opvalt.
Tot slot bevat dit album het ‘Duo voor viool en piano’ van Ligeti dat, ondanks dat het stamt uit 1946, nooit eerder werd opgenomen! Dat zal te maken hebben met de korte duur van het stuk, iets meer dan drie minuten en het feit dat Ligeti het schreef voor violist Stefan Romasea en de componist en pianist Gÿorgy Kurtág. De beide heren speelden het regelmatig tijdens huisconcerten. Op de eerste pagina van de partituur staat dan ook “Hausmusik No. 1”. Maar nu staat het dus toch op deze Cd. We horen in dit relatief vroege stuk vooral Bartók, waar alle Hongaarse componisten in die tijd door werden beïnvloed, en de wijze waarop hij volksmuziek in zijn werk verwerkte.
Een boeiende reis komt hiermee ten einde, waarbij de zussen Gazzana zich meer dan goede reisleiders betoonden.
Beluister hier het ‘Allegro’ uit de sonate van Franck: