In februari 2015 woonde ik een concert bij van Otto A Totland. Fluister, gespecialiseerd in fijnzinnige elektronica, organiseerde een concert in het Dordrechtse Energiehuis rondom twee artiesten van het in Berlijn gevestigde Sonic Pieces label. Over dat concert was ik niet onverdeeld enthousiast, vooral vanwege het feit dat Totland hier alleen piano speelde en geen elektronica inzette, een duidelijke meerwaarde die hij wel gebruikte op ‘Pinô‘ dat toen net uit was. Eind vorig jaar verscheen er een nieuw album van Totland bij Sonic Pieces, ‘The Lost‘. Alle reden dus om ons weer eens met deze Noor bezig te houden.
De A in Otto A. Totland staat voor Andreas, het is maar dat u het weet. De man heeft er inmiddels reeds een aardige carrière opzitten. Eerst solo onder de naam Supine en aansluitend als lid van het Miasmah Quartet, met gitarist Erik Knive Skodvin en trompettist Frode Kløvtveit. Skodvin en Totland gaan al snel verder onder de bekendere naam Deaf Center en brengen in het decennium hierna een handvol albums uit die hun weg naar de fans duidelijk weten te vinden. Totland blijft daarnaast actief in andere projecten. Met Huw Roberts richt hij zich op Nest en solo brengt hij in 2014 het eerdergenoemde ‘Pinô’ uit en dus vorig jaar ‘The Lost’.
Nils Frahm tekende ook hier weer voor de productie. Niet verwonderlijk want de muziek van Totland vertoont veel overeenkomsten met die van Frahm. Vijftien stukken bevat dit album, allen solo uitgevoerd op piano – zeer minimaal ondersteund door elektronica, die allemaal die sfeer van verlies uitstralen waar de titel naar verwijst. Melancholische muziek waar een zekere berusting in doorklinkt. In ‘Vates’ en ‘Ilo’ horen we daarin de invloed van de minimal music middels het repeterende patroon, terwijl Totland in andere stukken als ‘Slin’ en ‘Anona’ duidelijk teruggrijpt op het klassiek romantisch repertoire.
Zo schuiven er vijftien miniatuurtjes voorbij waarin de melancholie centraal staat en er eigenlijk niet veel gebeurt. In ieder miniatuurtje neemt Totland een relatief eenvoudig melodisch patroon als uitgangspunt dat hij gestaag uitwerkt, verrassingen gaat hij daarbij uit de weg en ruwe randjes ontbreken. Slecht is het nergens, maar meesterwerken kun je deze stukken ook niet noemen. Na eeuwen van solocomposities voor piano van gerenommeerde componisten kun je je dan ook afvragen wat dit album nog toevoegt. Wat dat betreft past deze muziek nog het beste in de categorie salonmuziek zoals hij in de 19e eeuw werd gehanteerd voor de lichtere pianomuziek. De term die wij nu voor deze muziek gebruiken is achtergrondmuziek.
Ik weet het, dat is het niet het enige geldige criterium. Iedere musicus heeft het recht zijn eigen muziek te maken en zijn innerlijke gevoelsleven met ons te delen. Dat is wat Totland ook doet. En met een boodschap vervat in enkele regels:
“…and onward we travel together,
all unique,
all valuable,
all significant.
Hier kun je in ieder geval onmogelijk tegen zijn, al weten we allemaal dat dit in de praktijk niet wordt geleefd. Of het de muziek op dit album eveneens omhoog tilt is echter zeer de vraag. Een juiste attitude is hiervoor immers allerminst voldoende. Maar oordeel vooral zelf.
Beluister via Bandcamp fragmenten van ‘The Lost’. Het album is hier ook te koop.