De naam ‘Langham Research Centre‘ is een ietwat misleidende. Het betreft hier namelijk helemaal geen formeel onderzoekscentrum, wat de naam wel suggereert, maar de samenwerking van een viertal Engelse mannen actief binnen de elektro-akoestische wereld: Felix Carey, Iain Chambers, Philip Tagney en Robert Worby. Sinds 2003 maken ze in hun eigen studio composities die voor een deel nu verzameld zijn op ‘Tape Works, Vol. 1’.
De basis voor het werk van de vier voormalige BBC 3 producers ligt bij een aantal antieke bandrecorders en andere apparatuur uit de begin jaren van de elektronische muziek. Ze verzorgen daarmee authentieke uitvoeringen van muziek van componisten als John Cage, Alvin Lucier, Delia Derbyshire en Daphne Oram en creëren nieuwe composities, zoals te vinden op dit album. Eén en ander impliceert dat hier van muziek in de traditionele betekenis geen sprake is. Harmonie, melodie en ritme ontbreken nagenoeg. Het zijn veeleer opwindende geluidswerelden die deze vier heren ons voorschotelen.
Het geluid in ‘Perpetual Motion’ heeft wel wat weg van een machine, recht doend aan het begrip ‘perpetueel’ dat zoveel betekent als onafgebroken, onophoudelijk. ‘Nudge’ en ‘Money’ ontberen deze structuur, ontberen iedere structuur en klinken als een collage van geluiden. Echt inventieve kunstenaars hebben vaak aan weinig materiaal genoeg, zo leert ons de geschiedenis. Zo maakte een kunstenaar als Jean Tinguely de meest bijzondere kunstmachines uit afval. De inventiviteit van dit kwartet kent eveneens geen grenzen en ook hier geldt dat je met weinig middelen veel kunt bereiken. ‘Doors’ is daarvan een goed voorbeeld. Alles wat we hier horen is het piepen en knarsen van oude deuren, maar dan zodanig met elkaar gecombineerd dat er een interessante compositie ontstaat. Voor ‘LOL (Part 1)’ maakte dit kwartet gebruik van het geluidsarchief van hun vroegere werkgever, BBC 3. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het humoristische gebruik van de stem van de sopraan Catherine Carter.
In ‘The Undersized Shadow’ boort het kwartet een andere muzikale wereld aan. Hier gaat het juist om lange lijnen, mistbanken van geluid om het begrip ‘schaduw’ vorm te geven. Dit terwijl het in ‘Sink Speeds’ juist weer gaat om gesproken teksten die, onderbroken door noise, op creatieve wijze aan elkaar worden geplakt. Het geheel heeft wel wat weg van het resultaat dat je krijgt als je naar een zender op de radio aan het zoeken bent: een nieuwslezer, een operazangeres, ruis, een populaire zanger, een dansorkest, de diverse geluiden wisselen elkaar hier op boeiende wijze af.
Vrijwel alle composities op dit album zijn aan de korte kant, ‘Quasar Melodics / The Voices of Time’ wijkt daar met bijna elf minuten als enige vanaf. We horen aanvankelijk ruis, klokgelui en aanzwellende noise in een boeiende samenhang. Dan klinkt een stem, duidelijk uit de jaren ’50, die op alle mogelijke manieren wordt vervormd, waarna we weer terugkeren naar dat klokgelui en andere bevreemdende klanken. De dramatische spanning loopt op. We horen stemmen, ruis, melige melodietjes en tot slot steeds nadrukkelijker klinkende sinusgolven, doorsneden door stemfragmenten. Eindigen doet het stuk met een ware kakofonie aan stemmen. Al met al een redelijk onthechtende ervaring, maar dat geldt eigenlijk voor het gehele album.
Dit album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: