Opera Vlaanderen, Antwerpen – 14 april 2018
Onder de titel ‘Selon Desir’ brengt Ballet Vlaanderen een viertal zeer diverse werken bij elkaar uit de moderne ballettraditie die het thema verlangen met elkaar gemeen hebben. Van de uit 1912 stammende choreografie bij ‘L’Après Midi d’un Faune’ tot de wereldpremière van het tweede deel van ‘The Heart of August’ toepasselijk voorzien van ‘…continued’ op muziek van Gavin Bryars. Maar ook ‘Les Noces en de naamgever van het kwartet ‘Selon Désir’ zijn te zien.
Door een mooi staaltje sub-optimale communicatie, een week geleden werd de aanvangstijd ineens met een half uur vervroegd, kunnen we ‘Les Noces’ helaas niet becommentariëren en moeten we ons dus in dit verslag beperken tot de drie overige composities en choreografieën. Die bij ‘L’Après Midi d’un Faune’ is daarvan de oudste. Het muziekstuk van Claude Debussy ging op 22 december 1894 in Parijs in première, waarbij Debussy zich baseerde op het gelijknamige gedicht van Stéphane Mallarmé uit 1865, sterker nog zelf noemde hij het “een impressie van het gedicht”. Het is Sergej Djagilev die aalsuitend in 1912 Debussy toestemming vraagt om er een choreografie op te baseren voor zijn sterdanser Vaslav Nijinski, de choreografie die het Ballet Vlaanderen hier uitvoert. Een bijna cerebrale vorm koos Djagilev hier, de bewegingen van de dansers lijken op de houdingen van klassieke standbeelden, met een sterke onderhuidse spanning. De fetisjistisch erotische handelingen van de faun met het gewaad van de nimf riep in 1912 dan ook de nodige controverses op. Waarbij één en ander zonder meer wordt versterkt door de elektrificerende klanken van Debussy, hier prachtig vertolkt door het Symfonisch Orkest van de Opera Vlaanderen.
Het titelstuk ‘Selon Désir’ is een choreografie van de Griek Andonis Foniadakis waarvoor hij fragmenten nam uit zowel de Johannes als de Mattheüs passie van Johann Sebastian Bach en aanvulde met elektronische muziek van Jullien Tarride. Het contrast met de choreografie bij ‘L’Après Midi d’un Faune’ kan niet groter zijn. Zo beheerst, afstandelijk als het er hier aan toe gaat, zo onderhuids als de spanning hier is, zo wild en onstuimig gaat het er bij Foniadakis aan toe. Hier barst die onderhuidse spanning als het ware open. Het is een kluwen aan dansers op het podium, wild door elkaar heen bewegend, geen moment van rust vindend. Enerverend en fantastisch gedanst. De gewijde muziek van Bach krijgt hier een volledig nieuwe dimensie, mede ook door de toevoeging van Tarride’s elektronica.
Tot slot is er ‘The Heart of August…Continued’ dat op 31 maart jongstleden in Gent zijn wereldpremière beleefde. Het is het laatste deel van een tweeluik – het eerste ging in oktober 2017 in première – dat choreograaf Édouard Lock maakte samen met componist Gavin Bryars. Voor dit tweede deel liet Bryars zich inspireren door zeer uiteenlopende muziek. We horen elementen uit de walsen van Johann Strauss en uit de opera ‘Orfeo ed Euridice’ van Christoph Willibald Gluck, samengebracht met het idioom van Bryars zelf tot een stuwend, filmisch geheel. Voor de uitvoering van dit stuk voor piano, accordeon, contrabas en twee cello’s tekent het HERMESEnsemble. Opvallend in deze choreografie is de eenheid tussen muziek en dans, mede bepaald doordat het ensemble op het podium zit achter de dansers die vorm geven aan het complexe spel van aantrekken en afstoten. De begeerte is overduidelijk aanwezig, de vervulling eveneens, doch omgeven door ambivalentie. De spanning is voelbaar, zowel in de muziek van Bryars als in de choreografie van Lock. Hulde bovendien voor de belichting, eveneens uitgedacht door Lock die een extra dimensie toevoegt aan de spanning.
Bekijk hier de trailer van Selon Désir: