De uit Litouwen afkomstige Arturas Bumšteinas kwam hier reeds eerder voorbij. In juli 2016 is hier ‘Gamelan Descending a Staircase’ besproken. Een album waarvoor Bumšteinas zijn inspiratie haalde uit het Javaanse gamelanorkest. Voor zijn album ‘Musikaliszer Pinkos’, verschenen bij Bôłt Records zoekt hij zijn inspiratie dichter bij huis, bij de geschiedenis van de grote Joodse gemeenschap van Vilnius voor de holocaust deze wegvaagde.
Bumšteinas doet dat hier wederom op geheel eigen wijze. De titel van zijn album, ‘Musikaliszer Pinkos’ verwijs naar een verzameling van meer dan tweehonderd liederen die in 1927 werden verzameld door de Joodse cantor, of voorzanger Abraham Berenstein. Vinius heette toen overigens nog Vilna en lag in Polen. Fragmenten van melodieën uit dit boek van Berenstein gebruikte Bumšteinas op zijn beurt voor de elektronische composities die hij reeds in 2013 maakte en in datzelfde jaar uitbracht op cassette. Toen vond de componist op een vlooienmarkt in Vilnius CD-R’s met oude opnames van cantors die deze liederen ten gehore brengen waardoor hij op het idee kwam om zijn composities van een extra laag te voorzien. Het resultaat daarvan is dit album bestaand uit zeven stukken.
De combinatie van die oude gezangen en de moderne elektronica levert mooie momenten en doet enigszins denken aan wat Yannis Kyriakides en Andy Moore doen met de Griekse rebitika, bijvoorbeeld op ‘A Life is a Billion Heartbeats’. Leidend bij Bumšteinas zijn de liederen, bijvoorbeeld ‘Lechu Neranena’ waarin Zavel Kwartin op intense wijze lof brengt aan de heer, de elektronische ondersteuning klinkt hier ingetogen, recht doend aan Kwartin’s zang. Lange lijnen klinken, van wat dan weer lijkt op een accordeon, dan weer op een viool, terwijl we weten dat het geen van tweeën klopt. Bumšteinas maakte voor dit album gebruik van een Russische analoge synthesizer van het merk Polyvox, het blijkt een bijzonder veelzeggend apparaat.
Bijzonder is ook de zang van Gershon Sirota en het ondersteunende koor in ‘Yehi Rarzon Rosh Chodesh’, wat door de componist wordt versierd met een breed spectrum aan bliebjes en andere verrassende geluiden. Met Hershele Weiss die ‘Rozo Deshabos’ oftewel ‘Het mysterie van de Sabbat’ zingt, horen we voor het eerst een vrouwenstem en in ‘Mi Sheaso Nissim’ horen we een koor onder leiding van Moshe Ganchoff. Ook in deze composities weet Bumšteinas te overtuigen met zijn muzikale toevoegingen.
Bumšteinas biedt ons met ‘Musikaliszer Pinkos’ een prachtige inkijk in een helaas verdwenen cultuur, waarbij hij er zeker in slaagt om recht te doen aan de prachtige gezangen. Samen met zijn experimentele elektronica leidt het tot een prachtige synthese van oud en nieuw die daadwerkelijk wat toevoegt.
Het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: