De Italiaanse componist Franco Donatoni behoort zonder meer tot de meest eigenzinnige componisten van de vorige eeuw, iets waar zijn oeuvre van getuigd. Het Berlijnse Ensemble Adapter speelde een Cd vol met kamermuziek, uitgebracht door Kairos, in samenwerking met SWR2. Een prachtige kans om deze veelzijdige componist beter te leren kennen.
We stonden in deze blog reeds eerder stil bij deze componist en zijn biografie aan de hand van een concert door het Nieuw Ensemble. Daar kwam zijn eigenzinnigheid eveneens ter sprake. Donatoni had evengoed architect kunnen zijn als je zijn werk als componist beschouwt. En dan in de zin dat de structuur van zijn composities op de eerste plaats komt en dat hij de ideeën die hij had op zeer strikte, mathematische wijze uitwerkte, waarbij hij niets aan het toeval overliet. Die werkwijze stelde hem overigens ook regelmatig voor problemen, mede omdat hij zichzelf op geen enkele wijze toestond hiervan af te wijken.
De drie ‘Estratto’ composities op dit album vormen een mooi voorbeeld van zijn wijze van componeren. De eerste, uit 1969 is voor piano solo en duurt slechts één minuut. De kern bestaat ui een paar tonen waar de pianist omheen lijkt te cirkelen. De pulserende aanslagen vormen samen een repeterend bijna wiskundig patroon, dat soms lijkt te haperen. Verandering treedt er in die minuut niet op en het stukje eindigt exact zoals het begon. ‘Secondo Estratto’ uit 1970, voor de verrassende bezetting van piano, klavecimbel en harp kent dezelfde opbouw. Ook hier bewegen de tonen rondom een middelpunt. Dit stuk duurt alleen meer dan tien minuten, waardoor er iets van een soort patroon met een nerveuze ondertoon ontstaat. In ‘Quarto Estratto’ uit 1974 heeft Donatoni het instrumentarium nog verder uitgebreid. We vinden nu ook een piccolo, een fluit, een viool, een mandoline en een celesta in het ensemble. Bovendien, en dat is het interessante aan dit stuk, ligt het tempo een stuk hoger.
Na een periode van zware depressies in de tweede helft van de jaren ’70 zet Donatoni zich weer aan het componeren. ‘Marches’ voor harp solo en ‘Nidl’ voor piccolo solo ontstaan in 1979 en ‘Clair’ voor klarinet solo ontstaat in 1980. Weer een jaar later voegt de componist de drie solo’s samen in ‘Small’ voor piccolo, klarinet en harp. Deze vier stukken vullen de rest van deze Cd. De solo stukken bestaan ieder uit twee delen waarin Donatoni’s vertrekpunt wederom bestaat uit een vrij simpel gegeven dat hij zeer systematisch uitwerkt. In dit licht is het interessant Donatoni zelf te citeren over ‘Nidl’: “In ‘Nidl’ I begin with a small three-pitch cell. Then, I gradually weave additional pitches into the material. I chose the title ‘Nidl’ (vogelnest), because I picture the piccolo as a cute little bird building it’s nest.” Zoals gezegd komen de drie solo stukken samen in ‘Small’. Als in een dans cirkelen de drie instrumenten hier om elkaar heen en lopen de klanken in elkaar over. Dit trio vormt zonder meer één van de hoogtepunten van dit album.
De leden van Ensemble Adapter hebben duidelijk affiniteit met Donatoni’s muziek, getuige de doorwrochte en zeer muzikale uitvoeringen die we op dit album aantreffen. Percussionist en mede oprichter van het ensemble Matthias Engler verwoordt de invloed van deze componist als volgt: “Donatoni hat uns als Ensemble eine Tür zur etwas Neuen, Unwerwechselbaren und Unvorhersehbaren geöffnet. Ich erlebe Franco Donatoni’s Musik als authentisch. Denn er hat immer in seiner eigenen, rätselhaften Welt agiert, ohne sich an Konventionen oder Moden zu orientieren.” Na het beluisteren van dit album kunnen we het alleen maar eens zijn met Engler. Het maakt Donatoni tot op de dag van vandaag een meer dan interessante componist.